In 'Wind en zeil' vertelt Télumée Lougandor het levensverhaal van haar grootmoeder, haar moeder en zichzelf: drie generaties vrouwen die een vrij, ongebonden leven hebben geleid in kleine gemeenschappen op de Franse Antillen. Zij hebben gezinnen gehad, mannen maakten voor kortere of langere tijd deel uit van hun leven of zijn gesneuveld in de strijd om het bestaan. Soms kenden zij het geluk een gepacht lapje grond te mogen bewerken, soms moesten zij voor de nazaten van de blanke meesters suikerriet kappen of de was doen - steeds hebben deze drie vrouwen hun waardigheid en trots gehandhaafd.