Lezersrecensie
Land van het grote sterven
Land van het Grote Sterven
Hoe Rusland de Westerse logica tart
Joris Van Bladel
De auteur is slavist en militair deskundige, gespecialiseerd in Rusland. Hij begint met pittige informatie: 75% van de Russen gelooft dat Rusland het beste land ter wereld is, superieur aan alle andere. 83% steunt de oorlog van Poetin en het leger is het instituut met de hoogste status. Ondanks de ca. 150.000 doden en 450.000 zwaargewonden in september 2024, blijft de bevolking de oorlog steunen (p. 13-14). In het Westen zouden we vragen om ermee te stoppen. Het Grote Sterven verwijst naar de vele doden in WO I (en nog meer in WO II). Wie in Oekraïne sneuvelt, wordt verheerlijkt als een held. Het collectieve heeft voorrang op het individu (p. 18). De auteur toont ook hoe het Westen herhaaldelijk verrast is geweest door Poetin, hoewel men hem antiwesters zag worden. De oorlog van 2022 had hij aangekondigd in zijn essay van 12 juli 2021 met als titel: ‘Over de historische eenheid van Russen en Oekraïners’ (p. 25). Toch geloofden zeer weinigen dat hij echt zou aanvallen. En toen hij aanviel, voorspelde de CIA een snelle overwinning van de 900.000 Russen tegen de 196.000 Oekraïners (p. 26-34). Het tegenoffensief van 2023 mislukte door een tekort aan manschappen, munitie en westerse hulp, door meer Aziatische hulp van China, Noord-Korea, India, Iran, Turkije voor Poetin en door een verviervoudigd defensiebudget (p. 49-55).
Van Bladel vertelt hoe Poetin in 2000 aan de macht kwam, toen nog prowesters was en vanaf 2007 steeds meer antiwesters werd (p. 69-74). De auteur en ook Sarotte tonen aan dat niet de NAVO-uitbreiding tot Maidan en tot de Russische inval leidde, maar de wens van Oekraïne om bij de EU te komen. De kern van het conflict was de keuze tussen democratie of autocratie (p. 78-82).
De veroveringen van Rusland begonnen al in 2007 met de opeising en militarisering van de Noordpool met al haar gas, olie, edele metalen en mineralen. En met de opeising van de Noordelijke Zeeroute, die Europa met Azië verbindt. Dan volgde de vijfdaagse oorlog tegen Georgië (aug. 2008).
De parlementsverkiezingen van dec. 2011 en de presidentsverkiezingen van 2012 verliepen met vel fraude en protest in vele steden. Het protest werd met harde hand neergeslagen en wettelijk onmogelijk gemaakt. 2011-2012 was een keerpunt: de repressie werd harder, Rusland werd een autocratie (p. 92-94). Critici werden al eerder vermoord: Politkovskaja in 2006, Estemirova in 2009.
De Maidanopstand van februari 2014 leidde tot de annexatie van de Krim, iets waar Poetin al in 2008 mee dreigde. Die inname zorgde voor euforie in Rusland en leidde ook tot de interventie van ca. 42.000 Russische militairen in de Donbas. Ook de wrede interventie in Syrië in 2015 werd een succes: Assad bleef overeind (tot 2024), Tartoes werd een volwaardige Russische maritieme basis en Hmeymim een luchtmachtbasis (p. 103-107). Corona veroorzaakte 375.000 à 835.000 doden (p. 115).
In de jaren 2014-2022 werd Poetin steeds meer antiwesters, waardoor hij hoog scoorde in Rusland en in het Globale Zuiden (p. 118-119). Ik twijfel dan ook zeer aan de visie van Serhii Plochy dat de val van de SU nog steeds voortduurt en dat het regime in een doodsstrijd zit (p. 120-122). Poetin lijkt mij sterker te staan dan ooit en steeds meer bondgenoten te krijgen. Van Bladel stelt dat Rusland sterker is dan wij denken, maar zwakker dan het zich voordoet.
In deel II onderzoekt Van Bladel vooral de Russische krijgsmacht en de veranderingen van de afgelopen eeuw (of eerder de voorbije 80 jaar). De demilitarisering van West-Europa is dan wel het frappantste kenmerk: in geen enkel land zijn er nog voldoende soldaten en materiaal om Poetin tegen te houden. De dienstplicht verdween, massalegers zijn vervangen door wat hij noemt: All-Volunteer forces, die terrorisme en rampen bestrijden en vredesmissies ondernemen. Het gezag is ook veranderd: militaire leiders moeten hun competenties inzetten om een consensus te bereiken (p. 129-147). In Rusland daarentegen staan de economie en de maatschappij in dienst van het leger dat verheerlijkt wordt. Dat belet niet dat slechts 18% van de jongeren daadwerkelijk zijn dienstplicht van één jaar vervult. Meestal zijn dat de armsten en komen ze uit de armste regio’s (p. 155-184). Ondanks de fysieke mishandelingen blijft de soldaat toegewijd en moedig. Het lijden, geweld, machogedrag en patriottisme van de soldaten wordt in de Russische cultuur verheerlijkt als een bron van kracht (p. 170-193). De kritische ‘Soldatenmoeders’ zijn gebrandmerkt als ‘buitenlands agent en staan dus buiten spel. Het vertrouwen in Poetin stijgt tot 83% als hij oorlog voert (p. 229).
Het Westen ziet vele tekorten in het Russisch leger, maar onderschat de veerkracht en het uithoudingsvermogen. Het ontwaken van Europa is nodig om de Russische dreiging tegen te houden (p. 238-239).
Beoordeling
Van Bladel heeft met veel kennis van zaken en een ervaring van ruim 30 jaar de toestand in Rusland en met name in het leger beschreven in een begrijpelijke taal en aan de hand van getuigenissen van soldaten. De info over het leger lijkt vooral interessant voor militair deskundigen, maar zegt evenveel over de samenleving, die de wantoestanden goed kent, maar toch het volle vertrouwen behoudt in het leger. Door de indoctrinatie op school en in de media is het beeld van de VS en van de NAVO zeer negatief.
De bibliografie is zeer degelijk, maar enkele boeken die ook in het Nederlands bestaan zoals die van Belton, Braudel, Galeotti, Plochy en Politkovskaja worden in het Engels geciteerd (p. 263-268). Bij de Krim (p. 97 en 254) mis ik het boek van Emmanuel Wagemans, ‘De Russische Krim’. De focus van de auteur lag blijkbaar op de Engelstalige, Duitstalige, Franstalige en Russische literatuur.
Nog een paar details: de ‘Russisch militaire cultuur’ (p. 18 en 165) moet zijn: de Russische. De laatste dag van het millennium was niet 31 december 1999 (p. 63), maar 31 december 2.000. ‘Pervoje Litso’ (p. 64) vertaalt hij als ‘De hoogste autoriteit’. Zo is het blijkbaar in het Russische politieke jargon. Letterlijk is het ‘Het eerste gezicht’. De vele Russische woorden staan enkel in onze letters, niet in Cyrillische.
De verrassingsaanval op Oekraïne in Koersk in augustus 2024 (p. 230) moet natuurlijk zijn: de verrassingsaanval van Oekraïne.
Al met al een pittig en kritisch boek dat veel inzicht biedt in de Russische mentaliteit en dat de lezer wakker zal houden.
Referentie:
Joris Van Bladel,
Land van het Grote Sterven.
Hoe Rusland de Westerse logica tart.
Uitgeverij Prometheus, A’dam / L&M, Antwerpen, maart 2025.
272 p., tabellen, noten, bibliografie, register.
ISBN 978 90 446 5734 0; € 23.
©Jef Abbeel mei 2025
Hoe Rusland de Westerse logica tart
Joris Van Bladel
De auteur is slavist en militair deskundige, gespecialiseerd in Rusland. Hij begint met pittige informatie: 75% van de Russen gelooft dat Rusland het beste land ter wereld is, superieur aan alle andere. 83% steunt de oorlog van Poetin en het leger is het instituut met de hoogste status. Ondanks de ca. 150.000 doden en 450.000 zwaargewonden in september 2024, blijft de bevolking de oorlog steunen (p. 13-14). In het Westen zouden we vragen om ermee te stoppen. Het Grote Sterven verwijst naar de vele doden in WO I (en nog meer in WO II). Wie in Oekraïne sneuvelt, wordt verheerlijkt als een held. Het collectieve heeft voorrang op het individu (p. 18). De auteur toont ook hoe het Westen herhaaldelijk verrast is geweest door Poetin, hoewel men hem antiwesters zag worden. De oorlog van 2022 had hij aangekondigd in zijn essay van 12 juli 2021 met als titel: ‘Over de historische eenheid van Russen en Oekraïners’ (p. 25). Toch geloofden zeer weinigen dat hij echt zou aanvallen. En toen hij aanviel, voorspelde de CIA een snelle overwinning van de 900.000 Russen tegen de 196.000 Oekraïners (p. 26-34). Het tegenoffensief van 2023 mislukte door een tekort aan manschappen, munitie en westerse hulp, door meer Aziatische hulp van China, Noord-Korea, India, Iran, Turkije voor Poetin en door een verviervoudigd defensiebudget (p. 49-55).
Van Bladel vertelt hoe Poetin in 2000 aan de macht kwam, toen nog prowesters was en vanaf 2007 steeds meer antiwesters werd (p. 69-74). De auteur en ook Sarotte tonen aan dat niet de NAVO-uitbreiding tot Maidan en tot de Russische inval leidde, maar de wens van Oekraïne om bij de EU te komen. De kern van het conflict was de keuze tussen democratie of autocratie (p. 78-82).
De veroveringen van Rusland begonnen al in 2007 met de opeising en militarisering van de Noordpool met al haar gas, olie, edele metalen en mineralen. En met de opeising van de Noordelijke Zeeroute, die Europa met Azië verbindt. Dan volgde de vijfdaagse oorlog tegen Georgië (aug. 2008).
De parlementsverkiezingen van dec. 2011 en de presidentsverkiezingen van 2012 verliepen met vel fraude en protest in vele steden. Het protest werd met harde hand neergeslagen en wettelijk onmogelijk gemaakt. 2011-2012 was een keerpunt: de repressie werd harder, Rusland werd een autocratie (p. 92-94). Critici werden al eerder vermoord: Politkovskaja in 2006, Estemirova in 2009.
De Maidanopstand van februari 2014 leidde tot de annexatie van de Krim, iets waar Poetin al in 2008 mee dreigde. Die inname zorgde voor euforie in Rusland en leidde ook tot de interventie van ca. 42.000 Russische militairen in de Donbas. Ook de wrede interventie in Syrië in 2015 werd een succes: Assad bleef overeind (tot 2024), Tartoes werd een volwaardige Russische maritieme basis en Hmeymim een luchtmachtbasis (p. 103-107). Corona veroorzaakte 375.000 à 835.000 doden (p. 115).
In de jaren 2014-2022 werd Poetin steeds meer antiwesters, waardoor hij hoog scoorde in Rusland en in het Globale Zuiden (p. 118-119). Ik twijfel dan ook zeer aan de visie van Serhii Plochy dat de val van de SU nog steeds voortduurt en dat het regime in een doodsstrijd zit (p. 120-122). Poetin lijkt mij sterker te staan dan ooit en steeds meer bondgenoten te krijgen. Van Bladel stelt dat Rusland sterker is dan wij denken, maar zwakker dan het zich voordoet.
In deel II onderzoekt Van Bladel vooral de Russische krijgsmacht en de veranderingen van de afgelopen eeuw (of eerder de voorbije 80 jaar). De demilitarisering van West-Europa is dan wel het frappantste kenmerk: in geen enkel land zijn er nog voldoende soldaten en materiaal om Poetin tegen te houden. De dienstplicht verdween, massalegers zijn vervangen door wat hij noemt: All-Volunteer forces, die terrorisme en rampen bestrijden en vredesmissies ondernemen. Het gezag is ook veranderd: militaire leiders moeten hun competenties inzetten om een consensus te bereiken (p. 129-147). In Rusland daarentegen staan de economie en de maatschappij in dienst van het leger dat verheerlijkt wordt. Dat belet niet dat slechts 18% van de jongeren daadwerkelijk zijn dienstplicht van één jaar vervult. Meestal zijn dat de armsten en komen ze uit de armste regio’s (p. 155-184). Ondanks de fysieke mishandelingen blijft de soldaat toegewijd en moedig. Het lijden, geweld, machogedrag en patriottisme van de soldaten wordt in de Russische cultuur verheerlijkt als een bron van kracht (p. 170-193). De kritische ‘Soldatenmoeders’ zijn gebrandmerkt als ‘buitenlands agent en staan dus buiten spel. Het vertrouwen in Poetin stijgt tot 83% als hij oorlog voert (p. 229).
Het Westen ziet vele tekorten in het Russisch leger, maar onderschat de veerkracht en het uithoudingsvermogen. Het ontwaken van Europa is nodig om de Russische dreiging tegen te houden (p. 238-239).
Beoordeling
Van Bladel heeft met veel kennis van zaken en een ervaring van ruim 30 jaar de toestand in Rusland en met name in het leger beschreven in een begrijpelijke taal en aan de hand van getuigenissen van soldaten. De info over het leger lijkt vooral interessant voor militair deskundigen, maar zegt evenveel over de samenleving, die de wantoestanden goed kent, maar toch het volle vertrouwen behoudt in het leger. Door de indoctrinatie op school en in de media is het beeld van de VS en van de NAVO zeer negatief.
De bibliografie is zeer degelijk, maar enkele boeken die ook in het Nederlands bestaan zoals die van Belton, Braudel, Galeotti, Plochy en Politkovskaja worden in het Engels geciteerd (p. 263-268). Bij de Krim (p. 97 en 254) mis ik het boek van Emmanuel Wagemans, ‘De Russische Krim’. De focus van de auteur lag blijkbaar op de Engelstalige, Duitstalige, Franstalige en Russische literatuur.
Nog een paar details: de ‘Russisch militaire cultuur’ (p. 18 en 165) moet zijn: de Russische. De laatste dag van het millennium was niet 31 december 1999 (p. 63), maar 31 december 2.000. ‘Pervoje Litso’ (p. 64) vertaalt hij als ‘De hoogste autoriteit’. Zo is het blijkbaar in het Russische politieke jargon. Letterlijk is het ‘Het eerste gezicht’. De vele Russische woorden staan enkel in onze letters, niet in Cyrillische.
De verrassingsaanval op Oekraïne in Koersk in augustus 2024 (p. 230) moet natuurlijk zijn: de verrassingsaanval van Oekraïne.
Al met al een pittig en kritisch boek dat veel inzicht biedt in de Russische mentaliteit en dat de lezer wakker zal houden.
Referentie:
Joris Van Bladel,
Land van het Grote Sterven.
Hoe Rusland de Westerse logica tart.
Uitgeverij Prometheus, A’dam / L&M, Antwerpen, maart 2025.
272 p., tabellen, noten, bibliografie, register.
ISBN 978 90 446 5734 0; € 23.
©Jef Abbeel mei 2025
1
Reageer op deze recensie