Lezersrecensie
Moedig en gedurfd
Moedig en gedurfd
De opbouw van het boek Schaduwweduwe maakt dat je als lezer op een hele subtiele manier ontzettend veel sympathie krijgt voor hoofdpersoon Christine. Waar je je er eerst nog tegen wil verzetten (jonge vrouw valt voor oudere, getrouwde man, doe het niet!), maakt dat al vlug plaats voor mededogen en een gevoel dat zich alleen maar laat omschrijven als ‘wow’. Wat een zorgvuldigheid, naar zichzelf, haar omgeving, Wieger, de vrouw van Wieger en haar zoon. Deze zorgvuldige manier waarop het boek is opgebouwd staat symbool voor de zorgvuldigheid waarmee ze haar ruimte stukje voor stukje, hoofdstuk voor hoofdstuk probeert in te nemen, en uiteindelijk inneemt, in de proloog doet ze dit al wanneer Wieger twee jaar dood is en ze een appbericht stuurt naar haar koorgroep: ‘Voor mijn man. Zo zeg ik het. Mijn man’. Het is ontzettend knap hoe Christine zich al die jaren staande houdt, en zeker als Wieger ziek wordt en hun zoon al is geboren. Het boek is een sprong in het diepe waarvan je wel als lezer denkt: als het water maar diep genoeg is. Het is een ontzettende blijk van moed en vertrouwen dit boek te schrijven en ermee in de openheid te verschijnen. Christine doet dit op een bescheiden manier, zonder dat je een hekel krijgt aan de vrouw die verliefd werd op een getrouwde man, ze neemt alle verantwoordelijkheid die daarbij hoort en laat het hierin niet één keer afweten, ook niet als Wieger haar op een afstand plaatst wanneer ze zwanger is van hun kind notabene. Wanneer je je realiseert dat ze hierin veel alleen heeft moeten doen en doorstaan, doet je dat als lezer niets anders dan respect en bewondering voor haar opbrengen. Christine is door het boek heen ook eerlijk over zichzelf over wie ze is, wat voor mens ze is, wat haar sympathiek maakt: ‘Ik wist natuurlijk allang hoe gekwetst en boos ze zou zijn. En ik besloot daar niet over te beginnen. Omdat hij bij mij moest blijven en geloven moest dat het goed zou komen, tussen ons, tussen hen, tussen iedereen. Al die tijd wist ik best dat het niet zo gemakkelijk zou zijn. Maar ik zweeg. Doelbewust. Omdat ik wilde waar ik mijn zinnen op had gezet. Hem en zijn kind. Nu heb ik een kind, hem ben ik kwijt’. Toch krijg je als lezer geen hekel aan haar en dat komt door de manier waarop ze weet te laveren tussen alle belanghebbenden, waarbij ze zichzelf nooit helemaal vergeet, maar niet op de voorgrond plaatst. Het verhaal heeft vrolijke episodes, vooral die van Wieger en zoon Jonas en pijnlijke alinea’s en zinnen waarin Christine zoekt naar bestaansrecht en bewijs van hun liefde. ‘Zagen jullie hoe mooi het was? En dat het echt was, en dat hij van mij hield?’ Of op de begraafplaats waar ze zich verstopt houdt en onzichtbaar maakt wanneer ze zijn vrouw en kinderen bij het graf ziet. Het is inderdaad een ongewoon liefdesverhaal eentje waar de liefde vanaf spat tot aan de laatste pagina.
De opbouw van het boek Schaduwweduwe maakt dat je als lezer op een hele subtiele manier ontzettend veel sympathie krijgt voor hoofdpersoon Christine. Waar je je er eerst nog tegen wil verzetten (jonge vrouw valt voor oudere, getrouwde man, doe het niet!), maakt dat al vlug plaats voor mededogen en een gevoel dat zich alleen maar laat omschrijven als ‘wow’. Wat een zorgvuldigheid, naar zichzelf, haar omgeving, Wieger, de vrouw van Wieger en haar zoon. Deze zorgvuldige manier waarop het boek is opgebouwd staat symbool voor de zorgvuldigheid waarmee ze haar ruimte stukje voor stukje, hoofdstuk voor hoofdstuk probeert in te nemen, en uiteindelijk inneemt, in de proloog doet ze dit al wanneer Wieger twee jaar dood is en ze een appbericht stuurt naar haar koorgroep: ‘Voor mijn man. Zo zeg ik het. Mijn man’. Het is ontzettend knap hoe Christine zich al die jaren staande houdt, en zeker als Wieger ziek wordt en hun zoon al is geboren. Het boek is een sprong in het diepe waarvan je wel als lezer denkt: als het water maar diep genoeg is. Het is een ontzettende blijk van moed en vertrouwen dit boek te schrijven en ermee in de openheid te verschijnen. Christine doet dit op een bescheiden manier, zonder dat je een hekel krijgt aan de vrouw die verliefd werd op een getrouwde man, ze neemt alle verantwoordelijkheid die daarbij hoort en laat het hierin niet één keer afweten, ook niet als Wieger haar op een afstand plaatst wanneer ze zwanger is van hun kind notabene. Wanneer je je realiseert dat ze hierin veel alleen heeft moeten doen en doorstaan, doet je dat als lezer niets anders dan respect en bewondering voor haar opbrengen. Christine is door het boek heen ook eerlijk over zichzelf over wie ze is, wat voor mens ze is, wat haar sympathiek maakt: ‘Ik wist natuurlijk allang hoe gekwetst en boos ze zou zijn. En ik besloot daar niet over te beginnen. Omdat hij bij mij moest blijven en geloven moest dat het goed zou komen, tussen ons, tussen hen, tussen iedereen. Al die tijd wist ik best dat het niet zo gemakkelijk zou zijn. Maar ik zweeg. Doelbewust. Omdat ik wilde waar ik mijn zinnen op had gezet. Hem en zijn kind. Nu heb ik een kind, hem ben ik kwijt’. Toch krijg je als lezer geen hekel aan haar en dat komt door de manier waarop ze weet te laveren tussen alle belanghebbenden, waarbij ze zichzelf nooit helemaal vergeet, maar niet op de voorgrond plaatst. Het verhaal heeft vrolijke episodes, vooral die van Wieger en zoon Jonas en pijnlijke alinea’s en zinnen waarin Christine zoekt naar bestaansrecht en bewijs van hun liefde. ‘Zagen jullie hoe mooi het was? En dat het echt was, en dat hij van mij hield?’ Of op de begraafplaats waar ze zich verstopt houdt en onzichtbaar maakt wanneer ze zijn vrouw en kinderen bij het graf ziet. Het is inderdaad een ongewoon liefdesverhaal eentje waar de liefde vanaf spat tot aan de laatste pagina.
1
2
Reageer op deze recensie