Waar ben ik beland?

Waar ben ik beland? Een vraag die ik mezelf al meermaals stelde aan het begin van het boek. Het kost geen moeite om in dit verhaal te komen. De wereld van Stad O. is absurdistisch en bizar en daarmee fascinerend. Hoe meer vragen, hoe nieuwsgieriger ik werd naar de twist in het plot. De leefwereld rondom fabriek Martha heen is er één vol overvloed en wordt aangestuurd door 'de Moeders'. De gebruikte termen en situaties zijn surrealistisch, maar schuren zo aan tegen realisme dat dit boek heel gemakkelijk leest. Óok voor iemand die niet zo houdt van te uitgesproken fantasieboeken.

Het verhaal is boeiend omdat filosofische vraagstukken worden belicht via de persoonlijke leefwereld van Bethe en Tobias, hun vrienden en hun geschiedenis voordat ze in Stad O. kwamen wonen. In een stad waarin alles mogelijk en maakbaar is, strugglen Bethe en Tobias met een kinderwens die niet zo snel in vervulling gaat als ze willen. Het boek zet aan tot denken. Misschien zijn dingen die te mooi lijken om waar te zijn het ook? Misschien is alle luxe en welvaart een mooie utopie maar vaak niet waard wat het kost.

Caris' schrijfstijl is makkelijk leesbaar en toch vol mooi taalgebruik. Een auteur waar we na Stenen eten en Stad O., nog veel van gaan horen, daar ben ik van overtuigd!