Ze groeiden op in het stijve Charleston, in de Amerikaanse staat South Carolina, waar het dansen van de charleston aanstootgevend was en homoseksualiteit uit den boze. Ze ontmoetten elkaar aan de waterkant, in een verduisterd kamertje of het enige homocafé dat Charleston rijk was. Daar leert de verteller de mooie, ongenaakbare Hirsch Hess kennen, die hem geestelijk en lichamelijk aan zich bindt. Wanneer Hirsch hem verruilt voor de mismaakte Ned Grimke, wordt hij gekweld door jaloezie. Vijftig jaar later voelt hij zich nog schuldig aan de dramatische afloop van deze affaire. In een stad waar conformistische nazaten van plantage-eigenaarn de toon aangeven, is een homoseksuele verhouding uitzichtloos.