Medina, Yusuf, prinses Rosaline en Ali gaan op avontuur in Saoedi-Arabië, Amerika en in een paar andere landen. Ze worden 'dikke vrienden'. Ze komen bij een gezin, dat middenin de woestijn leeft en traditionele Arabische technieken moet gebruiken. Ze hebben namelijk geen elektriciteit, gas, water en riolering. Van indianen leren ze hoe ze rooksignalen kunnen gebruiken. Ze hebben dit later hard nodig. Ze komen in de moerassen van Amerika, waar de mensen omgaan met alligators. De liefde voor de natuur- en voor dieren zoals kamelen en paarden is opvallend. Ali wil de hele wereld over varen maar ervaart dat het een 'harde leerschool' voor hem is. Toch wil hij het voor geen goud missen. Ze komen ook regelmatig 'geboefte' tegen, die uit zijn op goud en sieraden. Het valt niet mee om de gevaren op tijd te zien en om er mee om te gaan. Drie vrienden worden helden door hun kordate optreden. Een mysterieuze 'Blauwe, Magische Steen' werkt alleen voor één van de vrienden. Yusuf vond de steen en probeerde ermee te toveren. Het lukte hem niet. Toch speelt de magische steen een grote rol in de avonturen van de vrienden. Ze zullen de steen nog hard nodig hebben.
