De gebeurtenissen in De Zilveren Kogel spelen zich af in het deel van Schotland bezuiden Glasgow, in Glasgow zelf en in de streek ten noorden van Edinburgh tot de pas van Killiecrankie, die toegang geeft tot de Schotse Hooglanden. De historische periode loopt van 1679 tot 1689. Een tijd van bloed en tranen. De wederzijdse tegenstanders zijn het zeer gereformeerde deel der Schotse protestanten en de regering, die een gematigd beleid in religieuze zaken voorstaat. De botsing loopt uit op geloofsvervolgingen over en weer. Hoofdpersoon van de gezagshandhavers is de officier John Graham, in de Schotse geschiedenis beroemd en berucht geworden onder de naam van zijn landgoed Claverhouse. Zijn tegenspeler is de zeer rechtzinnige predikant Alexander Peden - ouwe Sandie - en tussen hen in staat een vrouw: Isobel Grierson. Ze heeft het tweede gezicht, maar ze houdt haar voorspellingen zoveel mogelijk voor zich. Aan het eind van het boek sneuvelt Claverhouse. De protestanten, die hij heeft vervolgd, denken dat hij een verbond heeft gesloten met de duivel en dat hij alleen maar kon worden gedood door een zilveren kogel. Zijn woedende soldaten verdenken Isobel van hekserij en brengen haar naar de brandstapel, een lot waaraan zij enige jaren tevoren dankzij Claverhouse is ontsnapt. Van deze drie hoofdfiguren hebben de beide mannen werkelijk bestaan. De heks Isobel niet. Misschien is daarom haar uitbeelding het meest fascinerend.