Een jonge vrouw beseft dat de tijd waarin zij leeft, het midden van de twintigste eeuw, niet een fin-de-siècle aankondigt, maar we het einde van een millenium. Op haar zwerftochten in het heden en in het aftasten van wat voorbij is en wat nog komen moet, ontdekt zij dat de vier fundamentele kernpunten van het leven : liefde, zelfontplooiing, bestendiging van het nageslacht en sterven, dagelijks worden verkracht en geen garantie beiden voor een veilige toekomst. Een protest tegen het feit dat alle illusies van de schoonheid van het menselijk bestaan moeten eindigen in onvermijdelijk verval.