Op de avond van het huwelijk van Alice en Hans houdt Gladys een feestje voor de naaste familie en de ouders van de bruidegom. Ze heeft zich enorm uitgesloofd om indruk te maken, vooral voor de schoonfamilie want haar dochter Alice trouwt met de zoon van een juwelier. Dat deze familie Joods is en Alice dus niet voor de Kerk trouwt, neemt ze er graag bij. De traiteur komt en brengt een pijnlijk gegeven uit het verleden mee. Daarbij blijkt niet iedereen opgezet met de nieuwe Joodse familie en worden er antisemitische opmerkingen gemaakt. Stilaan verliest Gladys haar greep op haar gezin en haar geweldige toekomstplannen vallen in het water.