New York, 1924. Patricia en Peter zijn een modern en ruimdenkend getrouwd stel. Ze werken allebei, ze roken, drinken en hebben een open relatie: ze geloven in liefde buiten het huwelijk. Tenminste, zolang híj degene is die overspel pleegt. Wanneer zij het doet, wordt Peter woedend, en eist hij een scheiding. Daarmee begint voor Patricia een nieuw leven als single, als ex-vrouw. Een leven met ontegenzeglijk veel glamour: ze kleedt zich in de nieuwste mode, heeft een goede baan bij een reclamebureau, haalt met haar vriendinnen nachten door in de mooiste bars van Manhattan. Toch ervaart ze ook de keerzijde van de Jazz Age: lege affaires en vreselijke katers, geldzorgen en hartzeer. Want als ex-vrouw moet ze zich staande houden in een mannenwereld vol dubbele standaarden.