In het jaar 1785 publiceert Immanuel Kant (1724-1804) een kort traktaat over ethiek, Grundiegung zur Metaphysik der Sitten. Op dat moment heeft Kant zijn eigen, 'kritische' weg gevonden. Dat de inzet van Kants kritische onderneming ook een morele is, blijft in de Kritik der reinen Vernunft (1781) echter nog impliciet. In de Grundlegung wordt deze intentie duidelijk. Deze tekst vormt niet alleen een van de meest invloedrijke geschriften binnen Kants oeuvre, maar wordt ook beschouwd als h t voorbeeld van een moderne ethiek. Bij het formuleren van een antwoord op de vraag naar het moreel goede, stelt Kant niet primair het resultaat van menselijk handelen centraal, maar de gezindheid van waaruit dat handelen plaatsvindt. De voorwaarden die deze gezindheid mogelijk maakt meent hij gevonden te hebben in de autonomie van de menselijke wil.