Ramons wereld wordt beheerst door de harmonie die hij nastreeft tussen rede en gevoel, tussen de mathematica van een afgelijnd bestaan en de ervaring van een gevoel van vrijheid binnen de beleving van de emoties. Dat hij erin slaagt die twee lijnen aan elkaar te koppelen en ze onmerkbaar bijna in elkaar te laten overlopen, is een van de grootste verdiensten van deze bundel. Zo schrijft hij in het voorlaatste gedicht:
'Ergens / convergeren de wegen maar / boven de grens der gemzen / bloeit nog een gitzwarte roos.'
Ook de manier waarop heen en weer wordt gedacht en gezocht tussen het nu en de antieke tijd, wat meteen een specifieke vorm van beeldspraak in de verzen integreert, is een onmiskenbaar pluspunt van deze bundel.
Jooris van Hulle. Renaat Ramon publiceerde o.m. de gedichtenbundels Noodweer (1987) en Rebuten (2004), visuele poëzie: Ongehoorde gedichten (1997) en Colorfield poetry (1999); Absotief. In het teken van Fontier (1997), Bloemlezing uit de poëzie van Jan van der Hoeven (reeks Dichters van nu 14, 2000) en Geschreven Tijd. Literaire en semi-literaire tijdschriften in West-Vlaanderen 1805-2005 (2005).
In voorbereiding: Zichtbare stem (visuele poëzie) en Geschiedenis van de visuele en concrete poëzie in Vlaanderen en Nederland.
