Amsterdam, omdat het moet
In Hoor de stad is Anna Enquist zich enigszins tegen wil en dank gaan verhouden tot iets waartoe zij tot dusverre gepaste afstand hield. Als bewoner van de Bijlmer was Amsterdam – de echte stad met zijn ‘herrie en troep’ – iets dat zich tot haar innige tevredenheid niet aan haar opdrong zodra zij de voordeur opendeed. Maar door de aanvaarding van het ambt van het stadsdichterschap (twee jaar geleden) was er geen ontkomen meer aan. Het engagement werd nog versterkt door de geboorte van een kleinzoon voor wie de stad een feest van ongekende ontdekkingen is. ‘In anderhalf jaar ben ik om, heb ik hekel/en haat laten gaan, is er dankzij zijn geestdrift/een heldere lusthof ontstaan.’ Zo majeur hebben we het bij Enquist nog nooit horen klinken!
In Hoor de stad is Anna Enquist zich enigszins tegen wil en dank gaan verhouden tot iets waartoe zij tot dusverre gepaste afstand hield. Als bewoner van de Bijlmer was Amsterdam – de echte stad met zijn ‘herrie en troep’ – iets dat zich tot haar innige tevredenheid niet aan haar opdrong zodra zij de voordeur opendeed. Maar door de aanvaarding van het ambt van het stadsdichterschap (twee jaar geleden) was er geen ontkomen meer aan. Het engagement werd nog versterkt door de geboorte van een kleinzoon voor wie de stad een feest van ongekende ontdekkingen is. ‘In anderhalf jaar ben ik om, heb ik hekel/en haat laten gaan, is er dankzij zijn geestdrift/een heldere lusthof ontstaan.’ Zo majeur hebben we het bij Enquist nog nooit horen klinken!