Jaap is een echte dierenvriend en zijn hartewens was een trouwe hond! Nu, daar kwam niets van, want dat zou maar ruzie geven met de zwarte poes! Maar op een dag zat er een hond op de stoep van Jaaps huis en die vreemde hond keek Jaap zo smekend aan of hij zeggen wilde: "Toe nou Jaap, wil je niet mijn baasje zijn?" dat Jaap hem met de beste wil van de wereld niet kon wegjagen. Wel was het een beetje een rare hond, met één slap en één opstaand oor en zo'n gekke lange dunne staart, maar Jaap vond hem erg lief en het eind van het liedje was, dat het zwervertje blijven mocht! Wat Jaap en zijn hond allemaal beleven - en dat is heel wat - staat te lezen in dit leuke boekje, geschreven door S. Franke.
