Dan en Tamma zijn Californische tieners die in armoede opgroeien aan de rand van de zuidelijke Mojavewoestijn, een klimwalhalla. De een is een getalenteerde leerling, de ander een spijbelaar. Hun moeders waren vriendinnen, maar destijds groeiden ze uit elkaar. De moeder van Dan brengt haar dagen nu door in haar slaapkamer en hoopt dat haar zoon naar de universiteit gaat, de moeder van Tamma heeft geen hoge verwachtingen van haar dochter. Terwijl Dan en Tamma op rotsblokken klimmen, dromen ze van een leven vol avontuur. Hun klimtochten worden steeds extremer, net als hun thuissituatie, en het wordt duidelijk dat ze zich beiden op een kantelpunt in hun leven bevinden. Het is onvermijdelijk dat er iets breekt.
Over Mijn allerliefste schat: ★ ★ ★ ★ ‘Dit is een boek dat je niet onberoerd laat.’ – NRC
