In deze bundel neemt de auteur je mee in zijn eigen belevingswereld. Hij gebruikt schilderijen, bruggen, akkers, onweerswolken, bloemen, de god Ganesha, zelfs oud gereedschap als inspiratiebron om zijn gemoedsleven intens te beschrijven. De overgang van realiteit naar fictie speelt daarbij een belangrijke rol. Met zijn humor geeft hij een duidelijke knipoog naar het spel van het leven, het rad van avontuur; spannend en gevaarlijk, evenals knikkeren met een kogel. Krachtig taalgebruik, rijm en ritme maken deze poëzie toegankelijk voor de lezer.