Alice en Edith zijn zussen, zielsverwanten, én aartsvijanden. De aantrekkelijke, wulpse en zedeloze Edith is alles wat de onhandige Alice niet is. Het enige wat beide zusjes gemeen hebben is hun gave mensen te kunnen manipuleren – wat bijzonder goed van pas komt als het vliegtuig waarmee ze naar Ediths bruiloft in Spanje reizen boven Marokko gekaapt wordt. Wanneer Alice wordt aangewezen om te communiceren met de gijzelnemers, wekt dat jaloezie bij Edith, en ze verleidt Bruno, de blinde leider van de kapers. Alice wordt ondertussen smoorverliefd op de broer van Bruno, zelfs als het steeds moeilijker wordt om de ‘goeden’ van de ‘slechten’ te onderscheiden. Wanneer de gijzelaars naar een hotel in de woestijn van Marokko worden gebracht, ziet Alice in dat als ze zelf wil overleven, ze iemand van wie ze houdt moet opgeven…
