In 1628 verbleef Peter Paul Rubens enige tijd aan het hof van koning Charles de Eerste van Engeland om het plafond te schilderen van het zojuist gebouwde Whitehall Palace. In werkelijkheid had hij nóg een taak. Isabella Clara Eugenia, de Spaanse landvoogdes in de Zuidelijke Nederlanden, had hem - vrijwel niemand weet dat Rubens ook diplomaat was - een geheime opdracht gegeven. Hij moest Charles de Eerste ertoe aanzetten een Engels-Spaanse alliantie aan te gaan. Engeland zou, als belangrijkste bondgenoot van de Noordelijke Nederlanden, de Hollanders moeten dwingen hun verzet tegen Spanje op te geven. Rubens zelf was er heilig van overtuigd dat er met een verdrag tussen Engeland en Spanje een einde zou komen aan de conflicten in Europa, aan de Tachtigjarige Oorlog en aan de Dertigjarige Oorlog. Mark Lamster beschrijft in De meester van de schaduw zowel Rubens’ schilders- als zijn diplomatencarrière. Een politieke biografie van formaat met een vleugje kunstgeschiedenis.
