Na de Tweede Wereldoorlog werd de doodsklok geluid over het instituut familiebedrijf, dat te kwetsbaar zou zijn. De Meppelse familie Boom trok zich niets van deze opvatting aan, maar breidde gestaag de activiteiten uit.
Dit boek beschrijft de vragen waarmee de achtereenvolgende generaties Boom zich geconfronteerd zagen. Zouden ze optreden als een 'familie' of moesten ze voor een zakelijker aanpak kiezen? Had de firma zich te beperken tot haar traditionele thuisbasis Meppel, of zou ze haar activiteiten uitbreiden tot (ver) daarbuiten? En niet in de laatste plaats: heeft een uitgever van kranten, boeken, tijdschriften en digitale media een taak als 'waakhond van de democratie'?
