Toen ze 29 was, kreeg Lana Bauwens de diagnose van darmkanker. Gek genoeg zou deze levensbedreigende ziekte haar leven redden. Haar ziekte dwong haar namelijk om stil te staan bij wie ze was, én bij wie ze wilde zijn.
Op een eerlijke, grappige en ontwapende manier neemt ze je in dit boek mee op haar spirituele pad: de zoektocht naar haar tribe, discussies tussen een klein duiveltje en een innerlijke godin en de helende wereld van meditatie.