Ooit was hij degene met wie ze de rest van haar leven zou doorbrengen. Ze was twintig, peddelde in een bootje, zag hem staan aan de waterkant en viel meteen voor zijn goudbruine krullen en groene ogen. Een jaar later, toen hij haar vroeg om samen de wereld over te zeilen, spatte hun droom uit elkaar. Hoewel Polly de pijn en doodsangst van die bewuste zomerochtend, zo lang geleden, nog niet is vergeten, voelt ze opnieuw die onweerstaanbare aantrekkingskracht van toen.