Na zes dichtbundels en veertig poëziejaren is het tijd voor een tussenbalans. Een stand van zaken dus. Wat valt er op dit moment te zeggen over de eigen jeugd, de pijlen van cupido, het lijden, het menselijk bedrijf en god? Deze nieuwe bundel is zowel een poging tot antwoord als een reflectie daarop. Maar de dichter wil ook de lezer een spiegel voorhouden. Hier en daar enigszins beslagen of mettertijd verweerd geraakt. Af en toe haarscherp en helder. Nergens een lachspiegel. Wel een gnothi seauton, een (her)ken jezelf.