Als student te Utrecht wilde Pim vrij zijn en zich tegelijkertijd verbonden voelen, deel van het geheel. Vrij van betutteling, van al te knellende (familie)banden, van hospita's en (huis)bazen. Vrij om de wereld te ontdekken via het vehikel van een andere taal. Niet het wiens brood men eet, diens woord men spreekt. De vrijheid om zich met een ander te verbinden en zich als persoon te onderscheiden, uiteindelijk de liefde van zijn leven te vinden in Utrecht, met haar de wereld van haar Javaanse ouders te verkennen en ten slotte samen met haar vader terug te keren naar zijn land van herkomst. Gedrieën dragen zij elk op eigen wijze de koloniale geschiedenis met zich mee.