In de poëzie speelt het tweede verschiet zeker zo'n belangrijke rol als het eerste: wel staat een gedicht ook op papier, maar tegelijkertijd voltrekt het zich in de tijd, meestal ook heeft de stof van het gedicht een zeker tijdsverloop, een soort verhaaltje. En in Leo Vromans geval komt daar nog iets bij: het eind van het leve, het opgenomen worden in de rest van de wereld, de toekomst van die wereld - het zijn thema's die een steeds grotere rol opeisen in het denken van iemand van achtentachtig, iemand die trouwens altijd al bezig geweest is met het lot van de rest van de wereld.
