Gruwelijke geschiedenis, interessante historie

De basis van Dochters van Sevilla is het verhaal van twee jonge vrouwen in 1580 die samen opgroeien, maar als tiener door eigengereide keuzes een ander leven gaan leiden in Sevilla. De schuchtere Carlina kiest voor een leven als ongeschoeide karmalietesse Catalina, waarbij ze leert lezen en schrijven binnen de gesloten muren van het vervallen klooster. De trotse Damiana komt terecht in de prostitutie, achter de relatief beschermende muren van de wijk El Compás waar ze woont en werk in het gerenommeerde bordeel Babylon.
De moord op de roodharige prostituee Violente, die moedert over de meisjes en vrouwen in Babylon én hun kruidendokter is, brengt veel teweeg. Haar dood veroorzaakt mede grote ontrust in de haven van Sevilla, waar de Koninklijk Vloot onder een vloek komt te liggen. Hier komen onder meer stuurman Eugenio de Ron, de jonge Gaspar en zijn moeder Ifigenia, stadsbestuurder Don Rafael, een weesjongen genaamd Diego en beul Freire het verhaal binnen. Damiana wil met hulp van zuster Catalina uitvinden wie de dood van Violante op zijn geweten heeft. Deze zoektocht heeft verstrekkende gevolgen voor beiden.

Martín Gijón heeft haar boek in vier delen verdeeld. Snel achter elkaar opvolgende hoofdstukken introduceren een veelheid aan diverse personages wiens wegen zullen kruisen en samen opgaan in het boek. De hoofdstukken zijn relatief kort wat prettig is om het boek even weg te kunnen leggen. Telkens verhaalt een hoofdstuk vanuit een ander perspectief van één van de talrijke personages. Zo worden de diverse verhaallijnen in de loop van het boek bijeengebracht. Tevens wordt op zeker moment een tweede verhaallijn geïntroduceerd. Deze beschrijft de historie van het rijk van de Mandinka beginnend in 1228. Lang is onduidelijk waartoe deze beschrijving zal leiden.
Onder overduidelijk gedegen research Martín Gijón gidst ons Nederlanders twee werelden in die wij niet per se kennen. Zoals Spanjaarden de verhalen van Kenau Simonsdochter Hasselaer of Radboud niet kennen. Martín Gijón beschrijft in grote detail en specifieke termen de wereld van de Inquisitie en geestelijke macht, de karmelietessen orde van Theresia van Avila, de oude stad Sevilla, de (Spaanse) scheepvaart en de historie van het Mali koninkrijk. Het was zeer interessant deze Afrikaanse historie mee te krijgen. Wel stak de veelheid aan detail en nauwkeurigheid aan historische feiten hier en daar af tegen de af en toe eenvoudige bewoordingen en korte slagen in sommige hoofdstukken, zeker tegen het eind van het boek. Hierdoor maakt het verhaal qua taalgebruik een wat ongebalanceerde indruk. Een enkele plottwist, niet benoemd vanwege spoilers, was wat vergezocht. Het boek sluit af met een epiloog dat wat mij betreft niets toevoegt maar irriteert als een z.g. ‘open eind’.
Al met al een interessante inkijk in de Gouden Eeuw van de Spanjaarden en hun zoektocht naar nog meer rijkdom. Met dank aan uitgever Luitingh-Sijthoff.