Geslaagd recept

Saartje wil een taartje
van Mariska Bogaerds

Met de paashaas in zicht mocht ik het boek -Saartje wil een taartje- lezen, over een klein haasje dat al springend, draaiend, kruipend naar een taartje zoekt.

Saartje is een meisjes haasje met een lichtblauwe strik om haar linker oor en een eveneens lichtblauw jurkje aan -Beweeg je mee?- luidt de ondertitel. Al op het omslag komt Saartje je vrolijk tegemoet rennen. Het oog valt meteen op haar grappige neusje dat de vorm heeft van een hartje. Dan zit er ook nog een grote rode waarschuwings-sticker op het boek dat de voorlezer waarschuwt voor luisteraartjes die niet stil zullen zitten. Als je het boek vervolgens openslaat zit je midden in een recept voor het taartje van Saartje dat in witte letters en tekeningen over de lichtblauwe schutbladen danst. Het ziet er verzorgd uit, hoewel het wel even puzzelen zal zijn om de juiste volgorde te ontdekken.
Wanneer het verhaal begint mogen de luisteraartjes meteen meedoen. Zwaaien naar Saartje. Zwaai je mee? Op zich al best opmerkelijk, want meestal doe je dat aan het einde van een verhaal. De tekst geeft duidelijk richting en met de -voorleestips voor extra beweging- kun je alle kanten op om het voorlezen zo lang te laten duren als de kinderen maar willen of kunnen. En...STOP!
Op de volgende pagina gaat de aandacht naar Saartjes neusje. Ze ruikt de heerlijke taart met haar hartjes neus en start haar zoektocht. Zoek je mee? Telkens nieuwe bewegingen worden opgevolgd door een ontmoeting. Wat het boek een prettig ritme geeft. Kruip je mee? Waarna we een rups zien die aan een blaadje van een bloem knabbelt. Het leuke is dat de hartjesvorm ook bij de rups is terug te vinden en zelfs bij de bloem. Zo kun je er ook een zoekboek van maken...
Via een knorrend buikje, sprongen op een trampoline, draaibewegingen op de draaimolen en stampende boze pootjes, eindigt het boek met waar we mee begonnen. Zwaaien. Dag Saartje!...en het beeld is uitgezoomed. We zien Saartje met haar moeder voor haar huis dat ook een hartjes-raampje heeft. We zien de trampoline en de draaimolen in de tuin maar de rups, de vogel en de buurvrouw staan er niet op.
Dit boek heeft veel mogelijkheden om interactief voor te lezen en het is een vondst om de kinderen te laten bewegen tijdens het voorlezen. Ik heb begrepen dat er inmiddels een vervolg is -Thijsje wil een prijsje-. Ergens las ik dat iemand zich afvroeg waarom er verklein woorden werden gebruikt. Ik denk dat het gebruik van de verkleinwoorden opvallend is en misschien zelfs nog opvallender gebruikt kan worden. Als overal waar mogelijk verkleinwoorden worden gebruikt zal dat de herkenbaarheid en de titels alleen maar versterken. Rupsje, buikje, buurvrouwtje, wasje, kleertjes...enz.
Super leuk boek voor kinderdagverblijf en voorscholen met bruikbare heldere tips. Geslaagd recept!