Thriller die zich afspeelt in het 17e eeuwse Amsterdam. Je waant je ook in die tijd door de rake beschrijvingen van de mensen, gebeurtenissen en de stad zelf, dit alles gezien door de ogen van een middelmatige schildersleerling, Cornelis Suythof. Om aan de kost te komen werkt hij in het rasphuis, de gevangenis van die tijd. Zijn baas en goede vriend Ossel pleegt een moord en komt helemaal krankzinnig in de gevangenis terecht. Hij was korte tijd in het bezit van een geheimzinnig schilderij gemaakt in de stijl van Rembrandt. Deze gebruikt nooit geen blauwe kleurstoffen, maar het schilderij, een portret van een gezin, is alleen uit blauwe tinten vervaardigd. Cornelis gaat op speurtocht om gerechtigheid voor zijn vriend te krijgen en het mysterie van het blauwe en inmiddels weer verdwenen schilderij op te lossen. Hij wordt schildersleerling van de aan lager wal geraakte Rembrandt van Rijn en wordt verliefd op Cornelia, Rembrandt’s dochter. Als blijkt dat Rembrandt inderdaad iets te maken heeft met de moorddadige schilderijen en ook nog eens denkt dat zijn gestorven zoon Titus leeft, wordt duidelijk dat er een enorm complot aan de gang is. De intrige zit goed in elkaar en verder niets dan positiefs over deze spannende historische roman.