De verdwenen stad

Een klein Zweeds dorp in de jaren vijftig komt groot in het nieuws als de hele populatie van de stad zonder één aanwijzing verdwijnt. Het mysterie wordt niet opgelost en al snel raakt de gebeurtenis in vergetelheid.
Alice groeit op met een fascinatie voor deze wonderlijke gebeurtenis uit het verleden. Haar grootmoeder heeft haar het verhaal verteld. Zij verloor haar hele familie tijdens deze onverklaarbare verdwijning.
Als Alice volwassen is, verzamelt ze een groep vrienden met wie ze een documentaire over dit fenomeen wil maken. Met als doel: voor eens en altijd uitzoeken wat er echt is gebeurd. De groep vrienden is de eerste in vijftig jaar die deze vreemde "dodenstad' bezoekt. Al beginnen ze daaraan te twijfelen als ze er eenmaal zijn.

Het boek is geschreven in de tegenwoordige tijd en opgetekend in drie verschillende verhaallijnen.
Het heden is in de ik vorm geschreven en wordt beleefd vanuit Alice die de expeditie naar de verdwenen stad leidt samen met vier anderen. De andere lijn is in briefvorm en nog een lijn wordt vanuit het verleden beleefd.
Er hangt een onheilspellende sfeer en de beschrijvingen zijn levendig. Je loopt als lezer letterlijk mee door de verlaten spookachtige stad. Je voelt dat er wat gaat gebeuren wat heel nieuwsgierig maakt. Juist omdat het in de tegenwoordige tijd is geschreven is het net alsof je zelf meeloopt tussen de vervallen huizen. Zo’n boek dat als iemand tijdens het lezen ‘boe’ roept je letterlijk kan doen schrikken want op elke straathoek, in elk vervallen huis kan zich ‘iets’ bevinden. De spanning is voelbaar tussen de regels door waardoor je moet doorlezen om te weten wat er aan de hand is. Wat is echt? En vooral wat is niet echt?
Een boek boordevol spannende verrassingen wat je gelezen moet hebben!