Een echte Spekkie en Sproet!

Een nieuw detectiveavontuur van Spekkie en Sproet is voor vele jonge lezers altijd een feest. Inmiddels zijn er minstens vijftien delen verschenen waarvan er verschillende zijn getipt door de Nederlandse Kinderjury.

Dit keer gaan Spekkie en Sproet helpen bij Gwen, een nicht van Spekkie. Gwen en Bob zijn een huis aan het opknappen. Het huis was eerst van de tante van Bob. Het duo gaat samen met neef Nelson die bij de politie werkt, helpen met opruimen en klussen.
Natuurlijk heeft het speurdersduo weer een notitieboekje bij zich en zijn bedacht op vreemde situaties. In het huis mogen zij in de bibliotheek spullen opruimen. Ze zien een fotoboek, komen raar behang tegen en ontdekken een briefje met een code. De buurjongen met die enge hond gedraagt zich vreemd en er komt een soort makelaar langs om te vragen of ze het huis willen verkopen? Er wordt in een leegstaand huis ingebroken en er valt zogenaamd steeds een bal in de tuin.
Ook ontmoeten ze Rosa die op de bovenverdieping woont en ze vragen zich af of zij samenwerkt met de buurvrouw en haar zoon. Allemaal raadsels die Spekkie, ze eet nog steeds graag spekkies, en Sproet met logisch nadenken proberen op te lossen. En gelukkig is politieagent Nelson niet alleen klusser!

De grappige zwart-wit illustraties van Juliëtte de Wit zijn zoals altijd van toegevoegde waarde voor deze verhalen. Voor kinderen werken deze relativerend als het net iets te spannend wordt en kunnen het verhaal verduidelijken als er nog onbekende woorden in de tekst voorkomen, wat goed is voor de woordenschat.

‘De verborgen code’ leest als een trein, is met humor geschreven, is leuk en spannend en je leert ook nog iets over geschiedenis. Een geschiedenis zo verteld dat dit goed te lezen is voor kinderen vanaf 7 jaar. Past prima bij het thema ‘En toen?’ van de Kinderboekenweek 2020. Een aanrader voor de grage (serie)lezer!