Overstelpt met data

Jan van de Beek is gepromoveerd wetenschapper met een sterke achtergrond in wiskunde. Hij is dus als geen ander in staat om met wiskundig gereedschap conclusies te destilleren uit financiële microdata met betrekking tot de bewoners van Nederland. Zijn argument, deels ideologisch gedreven, is dat de westerse migrant geld in het laatje brengt en de niet-westerse migrant de samenleving geld kost. Zijn boek valt enigszins te vergelijken met Kapitaal in de 21ste eeuw van Thomas Piketty, waarin overtuigend wordt beredeneerd dat eigen vermogen en bezit de mens meer geld oplevert dan arbeid. Maar waar Piketty de brondata grotendeels achterwege laat en er alleen maar uitgebreid aan refereert in zijn boek, stort de heer van de Beek een berg aan bewijzen van zijn gelijk over de lezer uit in meer dan 450 pagina’s. Dit maakt het boek grotendeels onleesbaar omdat de geest niet in staat is om alles op te nemen. Van de Beek is in de klassieke valkuil van veel wetenschappers getrapt, die denken dat meer data en bewijzen de mens overtuigen zal. Dat neemt niet weg dat er voldoende eenvoudige argumenten zijn om de lezer er van te overtuigen dat sommige van zijn redenaties zo gek niet zijn. Zoals bijvoorbeeld dat de alsmaar toenemende bevolkingsdichtheid leidt tot toenemende moeite om te voldoen aan de vraag naar woningen, zorg, goede infrastructuur en leefbaarheid. Van de Beek had er beter aangedaan om, zoals Piketty, zijn data analyses grotendeels als referenties op te nemen in plaats van ons op vele bladzijden te overstelpen met zijn soms onnavolgbare logica. Dat had een leesbaarder boek opgeleverd. En, helaas, het moet gezegd, als ik een oudere allochtone man met gebogen hoofd en stok over straat zie strompelen, is mij na het lezen van dit boek wel eens onwillekeurig de gedachte bekropen dat die man de samenleving veel geld kost. Terwijl deze man mijn medemens is met recht op een volwaardig leven in Nederland. Voor mij is dat een negatieve uitkomst van het lezen van dit boek.