Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Deborah Harkness - deel drie

Hebbanrecensent Tanja Krone kreeg begin september de kans Deborah Harkness te interviewen in Amsterdam. Harkness is auteur van de Allerzielentrilogie, waarvan net het derde deel is verschenen: Het Boek des Levens. Hier is het derde en laatste deel van het interview. Voor lezers die het eerste of tweede boek nog moeten lezen, kunnen er lichte spoilers in de tekst staan.

De gebruikte namen zijn soms erg bijzonder, vooral Gallowglass en Hancock vallen op.

“Namen zijn erg belangrijk. Hancock komt van twee Welse woorden: de ene betekent rood, de ander haan. Hancock zelf heb ik geconstrueerd rond een Welse held, genaamd Davy Gems. Davy Gems vocht voor de Engelsen in Ashencourt, beschreven in Shakespeare’s Henry the Fifth, en stierf hierbij. Hij was de over-overgrootvader van Mary Sidney’s man, en in mijn wereld is dat waarom Matthew Mary Sidney’s man beschermt. De echte Matthew Roydon, waarop mijn Matthew gebaseerd is, redt ook het leven van Phil Sidney. Gallowglass is eigenlijk de naam van een Gaelic/Keltische groep elitekrijgers uit de middeleeuwen die kwamen van de westerse eilanden van Schotland, maar ingehuurd waren door de Ierse koning als bodyguard. Ze importeerde hen zoals de Zwitserse Garde geïmporteerd is door het Vaticaan, omdat ze in deze bloederige clanoorlog geen clanalliantie bezaten. In Schotland en Wales is het heel normaal om een man te noemen naar zijn beroep. Omdat Gallowglass dus een lid van de Gallowglass was toen Hugh besloot deze man vampier te maken, in plaats van hem te laten sterven, werd dat zijn naam. Ik spendeerde veel tijd aan het bedenken van de namen, en wanneer ik een naam had gevonden, vielen sommige eigenschappen van een karakter als puzzelstukjes op zijn plaats.”

Naast fictie-auteur ben je professor. Het is duidelijk dat je werk als professor je werk als auteur heeft beïnvloed. Is dat ook andersom het geval?

“Het schrijven heeft zeker mijn lesgeven beïnvloed: ik heb gemerkt hoe belangrijk verhalen zijn. Op universitair niveau worden die vaak overgeslagen, terwijl die zo belangrijk zijn om betrokken te raken bij een onderwerp. Het veranderen van genre heeft ook gezorgd dat ik de moeilijkheden van mijn studenten beter snap. Wanneer je de regels van je eigen vakgebied internaliseert, kan je soms vergeten dat studenten dit nog niet hebben gedaan. Hierdoor kunnen dingen die voor jou simpel lijken, soms erg moeilijk zijn voor studenten. Het switchen van genre heeft mij laten beseffen hoe moeilijk dit kan zijn en maakt mij gevoeliger voor de moeilijkheden van mijn studenten. Het heeft echter niets veranderd aan mijn onderzoeksonderwerp: daar is het te mysterieus en bizar voor.”

Was het anders om een fictief verhaal te laten publiceren dan een academisch manuscript?

“Ja. Het was moeilijker omdat ik er emotioneel meer bij betrokken was, het was minder moeilijk, omdat er minder vanaf hing. Ik heb gepubliceerd en een academische positie. In het ergste geval was het (Allerzielen, red.) niet gepubliceerd en was ik terug gegaan naar mijn eerste liefde: geschiedenis. Ik had nooit verwacht dat iemand naast mijn moeder het zou lezen, laat staan dat iemand het zou willen kopen. Nu is dat iets anders: er hangt nu ook meer af van mijn fictie, in ieder geval meer dan toen ik ermee begon.”

Als je fictie-carrière hier stopt, kan je altijd terug naar de Academische wereld, want daar werk je nog steeds in. Ben je van plan dat zo te houden?

“Ik ben nu 4 tot 5 jaar een schrijver, als je rekent vanaf het punt dat ik ging schrijven. Ik ben al 20 jaar een geschiedkundige, met 10 jaar opleiding in geschiedenis daarvoor. Het is dus moeilijk om iets waar je al zo lang mee bezig bent, op te geven voor iets waar je nu vier jaar in zit. En ik denk ook niet dat ik dat zou moeten doen. Vroeger was het heel normaal om beide te zijn: niemand zei tegen Machiavelli dat hij geen drama mocht schrijven omdat hij tenslotte politicus was. Het is geweldig om een fictie-auteur te zijn, maar het is niet gemakkelijk. Iedereen die denkt dat het gemakkelijk is, zou ik graag willen vragen hoe ze tot die conclusie zijn gekomen. Wanneer het goed gaat, is het glorieus en voelt het als vliegen, maar als het niet goed gaat, is het vreselijk. In de academische wereld verzamel je meer informatie of data als je vast zit, totdat je verder kan. Bij fictie gaat dit niet. Ik zeg altijd: In geschiedenis kan je dingen opzoeken, bij fictie moet je dingen verzinnen.”

**Spoiler boek 2**

Elk boek heeft een eigen doel en tempo. Het eerste boek introduceert Diana en Matthew en de wereld waar ze in leven, het tweede boek verdiept hun relatie. Het lijkt ook enigszins alsof je het gewoon erg leuk vond om te schrijven over het oude Engeland.

“Ja, maar ik had ook andere redenen. In het begin dacht ik dat niemand het ooit zou lezen, en was het nog een boek in drie delen, die elk een eigen ‘smaak’ zouden hebben. Deel één zou deze fantastische wereld introduceren, deel twee zou meer geschiedenis bevatten en deel drie zou zich focussen op de wetenschap. Dat leek me leuk, en ik dacht dat ik me zo niet zou gaan vervelen. Belangrijker, ik wou dat Diana en Matthew dingen over zichzelf zouden leren in het verleden die zij in de huidige tijd niet konden leren. Als geschiedkundige geloof ik dat de geschiedenis belangrijk is voor de toekomst en ik wou dit laten zien in het verhaal, in plaats van met een belerend vingertje beweren `het verleden is belangrijk’. Ik denk bijvoorbeeld niet dat Matthew ooit aan Diana verteld zou hebben dat hij Philippe’s leven had genomen, als ze niet terug zouden gaan. En dan beseft Diana pas hoeveel het Matthew kost om terug te gaan: Om alle vrienden die hij eerder heeft moeten laten gaan weer te zien en weer te moeten laten gaan. Maar daarnaast is het ook een proces van heling, wat ook niet gemakkelijk is, de waarheid werkt nou eenmaal zo. En het was leuk, ik zal niet liegen, het was echt leuk. Hoewel ik echt geloof dat we veel te leren hebben van eerdere gebeurtenissen en mensen die deze meemaakte.”

In Alchemie is symbolisme erg belangrijk. Er zijn een aantal duidelijke symbolen te ontwaren in je boek, zoals de naam Diana en de witte koningin die Kit in zijn macht krijgt. Is er meer obscure symboliek te vinden die ik waarschijnlijk niet uit mezelf zou vinden?

“In het eerste boek spreken veel van de alchemistische teksten die Diana vindt, zowel in de Bodleian als in Sept Tours, van drie elementen die het wonderbaarlijke kind creëren. Dit lijkt te verwijzen naar Diana en Matthew, maar dit verwijst ook naar het Boek des Levens, en wat er te vinden is in de latere DNA-resultaten. Maar dit valt pas op als je alle drie boeken achter elkaar leest. De eerste keer dat je de boeken leest, lees je hier over heen. Wat ook opvalt dan is hoe Gallowglass vanaf het begin al voor Diana valt. Hij ruikt haar zelfs. Iemand vroeg me: kan een vampier ruiken of iemand een partner voor het leven heeft, of alleen verliefd is? Ja. Dat kan een vampier. En Gallowglass dus ook. Hij zou nooit iets doen met zijn gevoelens, tenzij Matthew zou wegvallen.”

Matthew was geïnspireerd op Matthew Roydon, en veel van de bijfiguren zijn ook duidelijk historische figuren (Queen Elizabeth, John Dee, red.). Zijn er nog meer hoofdfiguren die een historische origine hebben?

“Gerbert van Auriac, was paus Sylvester de tweede, de vreemdste paus ooit. Hij was erg geïnteresseerd in magie. Maar verder was het moeilijk door het convenant (dat verbood wezens zich met de mensenpolitiek te bemoeien, red.). Dus nee, Philippe was geen bekende koning. Gerbert was paus vóór het ontstaan van het convenant. O, en Domenico Michele heeft ook echt bestaan, hij was een Doge van Venetië. Hij stierf een mysterieuze dood, dus hij zou vampier kunnen zijn geworden. Ik heb een hele lijst mysterieuze doden, voor het geval ik er nog één nodig mocht hebben in mijn boeken.”

Je beschrijving van hekserij is erg gecompliceerd en compleet. In eerdere boeken heb ik heel veel verschillende manieren van het gebruiken van hekserij gezien. Hoe heb je jouw versie van hekserij samengesteld?

“Veel informatie heb ik uit teksten van de zestiende eeuw gehaald. Maar voor mij moest hekserij, zoals alles, op de een of andere manier verklaarbaar zijn door de wetenschap. Dus, ik gebruikte topologie, wiskundige transmutatie: omdat een donut en een koffiekopje op dezelfde mathematische principes zijn gebaseerd, zou je het één in het ander moeten kunnen veranderen. Voor mij is magie het veranderen van de werkelijkheid zonder het te breken, en dit komt heel erg overeen met topologie. Het veranderen van een vorm, zonder de basis te veranderen en dus zonder het te breken. Ik kwam op het idee toen ik mijn Galileo-les gaf aan een groep studenten. Galileo was erg geraakt door twee frasen in de Bijbel. Één daarvan zegt: alles is bepaald in hoeveelheid, gewicht en maten, en de ander zegt: ”God zei laat er licht zijn, en er was licht”. Dus de bijbel gebruikt zowel een mathematische als een verbale versie van de creatie. En ik dacht: Hekserij, dat is beide! En daarna dacht ik: Dat moet wiskunde zijn. Zo vond ik topologie, de wiskundige transmutatie die zo sterk op alchemie lijkt dat het wel het antwoord moest zijn. Daarnaast kwam ik knopen-wicca tegen, en hoewel mijn knopen-hekserij anders was, leek het alsof alles in dezelfde richting wees: dit moest het dus wel zijn. Daarom kom je ook draden door het hele eerste boek tegen.”

Het klinkt alsof je, zoals elke wetenschapper, een heel plan had voor je aan de boeken begon.

“Natuurlijk, maar ik moest ruimte laten voor creativiteit. Gallowglass was bijvoorbeeld niet gepland, maar ineens was hij daar en moest ik hem inpassen. Toen dacht ik: wat als hij Hugh's zoon is? Daardoor moest ik Hugh verder uitwerken. Gelukkig wist ik al vrij veel over Hugh, want zijn homoseksualiteit is de reden dat Matthew geen moeite had met het accepteren van Sarah en Emily, Kit en Hamish. Maar Gallowglass was dus niet gepland. Net als Hamish. En dat maakt fictie schrijven moeilijk. Mijn vrienden zeggen: in fictie doet iedereen wat je wilt. Maar als je dat zegt, heb je overduidelijk nooit fictie geschreven, want de dode mensen waar ik voor mijn werk over schrijf praten niet terug. In tegenstelling tot de fictieve personen die in mijn hoofd leven.” 

En hoe staat het met de toekomst van Deborah, Diana en Matthew?

“Voor nu, pauze. Ik heb even rust nodig. Ik heb genoeg ideeën, maar er ligt nog niets concreets. Ik ben niet in hoofdstuk acht van het volgende boek of iets dergelijks, en ik zou het echt zeggen als het wel zo was. Er is geen haast.”

Is er nog een vraag die je graag gesteld zou zien, maar die ik niet gesteld heb?

“Nee, je hebt zelfs vragen gesteld die ik niet eerder had gehoord. Dat vind ik altijd leuk. Ik ben ook altijd blij als iemand me vraagt naar de relatie tussen Diana en mijzelf, dan kan ik die mythe ontkrachten.”  

Dit interview is in drie delen online gezet. Het eerste deel vind je hier en het tweede hier.



Over de auteur

Tanja Krone

25 volgers
227 boeken
0 favorieten


Reacties op: Deborah Harkness - deel drie

 

Gerelateerd

Over

Deborah Harkness

Deborah Harkness

Deborah Harkness (1965) is professor geschiedenis aan de universiteit van Southe...