Dierenparade voor hele kleintjes tot ouder

In de stevige, vierkante hardkartonnen uitgave Kriebelbeestjes (Petr Horáček, uitgeverij Lemniscaat) vallen kleine beestjes die in de tuin leven te zien: kevertjes, slakken, rupsen, lieveheersbeestjes, en… vlinders. De dieren zijn kleurig geschilderd in naïeve stijl met lachende mondjes. Ze worden begeleid door een eenvoudige, allitererende vraag: ‘Zie je de kevertjes kruipen?’, ‘Zie je de slakken slibberen?’. Dat maakt het voorlezen leuk. Uitsparingen, een tot vier per bladzijde, leggen verbinding met de volgende of vorige plaat. In het achterplat zit een draaischijf, zodat de vlinders aan de binnenzijde wisselen van kleur. Een stoer boekje dat zich prima leent tot fijn samen bezig zijn met kleintjes vanaf ca. 1 jaar.

Iedereen gaapt (Anita Bijsterbosch, uitgeverij Clavis) laat allerlei dieren naar hartenlust gapen. De poes, slang, het wasbeertje, konijn, varken, de krokodil (met heel veel tanden), het nijlpaard, de poolvos, schildpad, maar ook het kindje (met vier tanden), stuk voor stuk sperren ze hun bek (en mondje) open tot aan de huig door het omhoog klappen van een flap. Aan het eind wacht nog een extra verrassing in de vorm van een uitklapplaat waarop alle dieren dan toch lekker in slaap zijn gevallen. Aanstekelijk boek met stoere grote afbeeldingen van dieren in helder kleuren voor dreumesen vanaf ca. 2 jaar.

De grote kartonnen uitgave Waar woont konijn? (Lizelot Versteeg, uitgeverij Clavis) biedt uren zoekplezier. Als rode draad probeert Konijn op de vrolijk gekleurde platen over steeds twee pagina’s verschillende woonplaatsen uit, zoals bij de vogeltjes in het nest of bij de kippen in het hok. Elke plaat heeft een thema met zoek- en telopdrachten (tot tien): de tuin, boerderij, wei, bergen, het oerwoud, de oceaan en ten slotte het bos waar Konijn zijn holletje vindt. Vanaf 2,5 jaar.

Rik mag een huisdier! In Dag meneer, hebt u een hond? (Marjet Huiberts en Iris Deppe, uitgeverij Gottmer) neemt hij verschillende dieren in overweging om dan als een blok te vallen voor het zachte konijn met zijn lange oortjes en grappige staartje: helemaal goed! De eenvoudige, lekker lopende tekst is op rijm, wat fijn voorleest. Op de paginagrote prenten in pasteltinten zijn de dieren goed te bekijken. Ze nodigen uit om samen hun kenmerken te bespreken. Geslaagde uitgave voor 3 jaar en ouder.

Ook in het prentenboek Mijn mama heeft geen slurf (Julia Donaldson en Axel Scheffler, uitgeverij Gottmer) komen verschillende dieren aan de orde. Aapje is zijn mama kwijt en vlinder helpt zoeken aan de hand van zijn beschrijvingen. Mama is stukken groter dan aapje zelf (een olifant?), ze heeft een grijpstaart (een slang?), ze heeft benen (een spin?), ze klautert in hoge bomen (een papegaai?) enzovoort. Uiteindelijk wordt papa gevonden en mama gauw daarna ook. Het verhaal, met tekst op rijm en herhalingselement, zal voor hilariteit zorgen bij kleuters. Op de kleurige platen waarop de dieren natuurgetrouw zijn afgebeeld, valt te zien wat er in de tekst benoemd wordt. Om vaak te lezen met krap 4 jaar en ouder.

Een ander fijn prentenboek is Kietel nooit een tijger (Pamela Butchart en Marc Boutavant, uitgeverij Querido). Pietsie – altijd dansend en springend, wiebelend en wiegelend, giebelend en gek doend – brengt met haar klas een bezoek aan de dierentuin. Natuurlijk gaat ze, ondanks het verbod, regelrecht naar de tijgerkooi om de tijger te kietelen. Dat geeft een onverwachte kettingreactie, waarbij alle dieren van de dierentuin betrokken zijn. Het effect wordt nog vergroot door de twee uitklappagina’s. En Pietsie? Die blijkt onverbeterlijk! Humorvolle uitgave met zacht gekleurde illustraties die fijn te bekijken vallen tijdens het voorlezen. Die Pietsie die zo lekker haar eigen plan trekt zal in de smaak vallen bij kleuters vanaf 4 jaar.

Het werk van Annie M.G. Schmidt kent inmiddels voor iedereen vertrouwde dieren: de teckel Takkie van Jip en Janneke, het poezenpaar Pim en Pom, de krullevaar van Pluk, Minoes die vroeger poes was, beertje Pippeloentje en nog vele andere. Ook naamloze zoals de aanloopkat en een rijst met krentenhond. Een kleine vijftig verhalen rond Schmidts dieren werden verzameld in Het grote De geit van dokter Sanders dierenvoorleesboek (uitgeverij Querido). Hiervan verschenen zes versjes voor het eerst in boekvorm. Het geheel leverde een fijne en mooie voorleesbundel op met illustraties van natuurlijk Fiep Westendorp, maar ook van andere bekende illustratoren als Sieb Posthuma, Fleur van der Weel en Sylvia Weve. Vanaf 4 jaar.

Bonte beesten A.B.C (Marcus Pfister, uitgeverij De Vier Windstreken) met op elke bladzijde een dier, neergezet in fijne penseelstreken, vormt een brug tussen het prentenboek en de eerste stappen op weg naar het zelf gaan lezen. De eerste letters van de dieren in alfabetische volgorde zijn alle als hoofdletter én als kleine letter afgebeeld. Het boek kan ook al met hele kleintjes worden bekeken nog zonder voorlezen van de tweeregelige tekst met steeds kenmerken van het betreffende dier. Zo gaat deze uitgave lang mee. Met achter in een leuke uitvouwbare poster met alle dieren en hun letters om een goed zichtbaar plekje in kinderkamer of huis te geven.

Voor kinderen vanaf aan jaar of 8 is het leuk om stukjes te lezen uit We gingen achter hamsters aan (Bibi Duman Tak, uitgeverij Querido). Bibi Dumon Tak, die graag over dieren schrijft, meldde zich als vrijwilligster aan bij de dierenambulance en beschrijft wat zij daar meemaakte. Het werden korte, los van elkaar te lezen stukjes: kleine verhaaltjes. Zoals al haar succesvolle dierenboeken heeft de uitgave ook een informatief karakter. Je krijgt een goed beeld van de dierenambulance en waar de mensen die er werken mee te maken krijgen, ook met de mens achter het dier. Over elk dier – hamsters, hazen, honden, zwanen, vleermuizen, katten, vogels in soorten en maten, egels, konijnen, schildpadden – is informatie opgenomen.

Ten slotte nog aandacht voor de informatieve uitgave Vreemde vogels, bizarre beesten (Adrienne Barman, uitgeverij Querido). Hierin zijn allerhande dieren ingedeeld in originele categorieën. Zo zijn er onder vele, vele andere categorieën ‘de architecten’ (o.m. bevers, termieten, spinnen), ‘de langtongen’ ( o.m. okapi, miereneter, kameleon) en ‘de nachtbrakers’ (o.m. oehoe, luiaard en muurgekko). Afhankelijk van de grootte van de categorie zijn er twee of meer pagina’s aan gewijd. Daarop zijn de dieren natuurgetrouw getekend in een passende omgeving. Zo is het bij ‘de verstoppers’ echt even zoeken naar bijvoorbeeld de wiervis of de watersnip. Het ruwe papier en de zorgvuldige vormgeving maken het tot een fraaie uitgave. Fijn om in te bladeren met jong en oud voor een andere blik op de dierenwereld!