Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

'Er is geen andere plek waarin de waarheid manifesteert dan in de taal'

Coen Simon is filosoof, publicist en spreker. Stad en land reist hij af om mensen via zijn 'Wat denk jezelf?! De Grote Mondigheid Kwis' in aanraking te laten komen met filosofie. In 2012 won hij de Socrates Wisselbeker met zijn boek 'En toen wisten we alles'. Dit jaar verscheen zijn nieuwe boek 'Filosoferen is makkelijker als je denkt' bij dezelfde uitgeverij. Ik belde hem om te praten over dat boek en de Maand van de Filosofie, waarin het thema ongelijkheid centraal staat.

In mijn recensie van Filosoferen is makkelijker als je denkt geef ik mijn interpretatie van de titel, maar een interpretatie is maar een interpretatie en daarmee persoonsgebonden – eigenlijk ben ik erg benieuwd naar hoe jíj de titel verklaart.
Coen: “Ik weet dat ik vroeger toen ik jong was zelf daar altijd een grapje over maakte dat niemand begreep. Het was ook iets met ‘als je denkt’. Dat was ik allang weer vergeten toen een vriend van mij, die noem ik ook in het boek, een hoogleraar logica in Groningen, Barteld Kooi, die had op een gegeven moment ook een quiz en die heette dan ‘Logica is makkelijker als je denkt’. En toen schoot het me weer te binnen en heb ik aan hem gevraagd of ik die titel mocht gebruiken voor de column die ik schreef in Trouw. Die pakt gewoon heel goed uit bij wat ik beoog in de stukken die ik schrijf, namelijk: hoe we omgaan met dogma’s.”    

Je zet mensen inderdaad wel aan het denken met je boek.

Coen: “Ja, ik zet mensen aan het denken, maar ik wil ze vooral laten zien dat wij allereerst de wereld zien via allerlei dogma’s, allerlei gewoontes. Het grappige was dat die titel met die ondertitel heel goed werkt. Wij kregen op de uitgeverij een brief binnen van een docent Nederlands die de brief op hoge poten schreef met ‘Vergrotende trap met ‘als’, wat een blunder!’ Maar als hij even op zijn hoofd had gekrabd en niet meteen op ‘send’ had gedrukt, dan had je kunnen bedenken dat je dat ook anders kunt interpreteren. Filosoferen is makkelijker indien je denkt. Dat is dus de betekenis van die zin.”  

“Grappig dat je meteen, als je het leest, het dogma van de taal voelt. Je voelt meteen dat de regel die je altijd hanteert hier wordt overtreden en dus appelleert die meteen aan dogma’s. Dogma’s zijn namelijk niet alleen maar slecht, maar ook goed. Dogma’s zijn gewoon vertrekpunten, dingen die we voor waar houden for the time being.”  

“Voetbal, bijvoorbeeld, is gebaat bij regels. De regels van het voetbal, dat zijn de dogma’s van de toekomst en die vertrekpunten en die dogma’s kun je niet gaan veranderen. Die dogma’s zorgen ervoor dat het spel bestaat. Hetzelfde geldt voor de taal. We moeten daar ook de regels hanteren, anders dan kunnen we elkaar niet verstaan. Dogma’s zijn ook goed, alleen dogma’s hebben een slechte naam gekregen.  

“Mensen zijn gewoontedieren en we automatiseren dingen en dingen die we dus als vertrekpunten nemen, die gaan we langzamerhand voor waar houden. Het grote gevaar is dus dat we onze voorstellingen van de wereld gaan identificeren als de waarheid. Als de wereld weer verandert, dan blijkt het dogma niet meer te werken. Net zoals de spelregels in het spel moeten worden aangepast, omdat de omstandigheden zijn veranderd. Dat is wat ik probeer te laten zien in het boek.”   

In de inleiding beschrijf je het ‘in-het-nu-leven’ dat de laatste jaren populairder dan ooit lijkt. Aan de hand van een anekdote die even filosofisch als metaforisch is, sleep je de lezer het boek in om de aandacht vast te houden tot het eind, waarbij je genoeg ruimte laat voor de lezer om zelf na te denken over zijn interpretatie. Zijn het die bijzondere momenten waarop je jouw filosofische ingevingen krijgt?
Coen: “Ja. Het werkt eigenlijk van beide kanten. Ik heb weleens dat een bepaald onderwerp mij intrigeert, een bepaalde vraag, en dan ga ik daarover nadenken. Dan hoor ik iemand iets zeggen en er knelt iets aan de redenering of ik hoor iets wat ik heel vaak hoor en dan denk ik: hé, klopt dat eigenlijk wel? Of wat betekent het eigenlijk nog meer en dan ga ik nadenken en soms schiet me dan ineens een gebeurtenis van het verleden door het hoofd en als ik daar dan weer helemaal in kruip, dan zie ik dat dat met de kwestie te maken heeft en als ik hem dus helemaal analyseer, dan… ervaringen of belevenissen die je hebt, die kunnen de betekenissen van dingen heel erg van allerlei kanten laten zien. Dat is waarom ik dat doe.”  

“Maar wat er ook wel eens gebeurt, is dat iets voorvalt wat me meteen aan het denken zet, waar ik dan later over ga schrijven of meteen een aantekening van ga maken. Wat ik hier beschrijf, die sessie met die muziektherapeute, dat vond ik zo tot de verbeelding spreken en dat heeft me daadwerkelijk op het punt gezet van dat je dus zowel moet improviseren, mee moet gaan, als dat je boven de gebeurtenis altijd moet uitstijgen en zelf planmatig te werk moet gaan. Dat je beide kanten hebt en dat je daar de hele tijd tussen moet afwisselen. Wat ik daar dan heb gedaan: dan heb ik die intuïtie daarover en dan ga ik daar helemaal inzitten en dan ga ik hem langzamerhand uitpluizen, want al die dingen die ik bedenk, bedenk ik natuurlijk niet ter plekke.”    

Je zegt ook: “Strikt genomen wordt het filosoferen (…) veel meer gekenmerkt door verlangen (philos) dan door wijsheid (sophia).(p. 16) Als een filosoof meer bezig is met het begeren van wijsheid dan het kunnen vatten van die onbereikbare wijsheid, waarbij uit iedere verklaring juist méér vragen verrijzen, wat is dan het nut van filosofie?

Coen: “Filosofie is niet een methode. Wat we altijd zeggen over die filosofie is dat filosofen alleen maar vragen stellen en niet geïnteresseerd zijn in het antwoord. Dat is niet helemaal waar, want we zijn wel geïnteresseerd in het antwoord, maar dat vragen stellen dat is niet de methode, dat is een noodzaak die ook niet alleen maar opkomt bij filosofen."

“Sommige dingen kun je wel vragen, maar daar kun je geen antwoord op krijgen en dat is het gebied van de filosofie. De vraag ‘Waarom is er iets en niet niets?’ is een vraag die je kunt stellen en die ook betekenis heeft, maar we kunnen geen antwoord bedenken dat betekenis heeft. Er is een domein in het leven waar we eigenlijk alleen filosofisch vragend iets kunnen bevoelen, iets aan kunnen raken en niet op een andere manier en dat heet filosofie. Dat is dus precies hoe het verlangen in elkaar zit, daarom is het ‘begeerte is belangrijker dan wijsheid’.”  

“Wij zouden over die kwestie wijsheid willen hebben, we zouden een alomvattend antwoord willen hebben, maar de aard van de werkelijkheid, de aard van de mens, zorgt ervoor dat we over bepaalde zaken geen alomvattend antwoord kunnen krijgen en dat betekent dat we altijd blijven verlangen naar dat antwoord. Wat typerend is voor verlangen is dat als je ergens naar verlangt, dan heb je het niet, maar is het wel in je nabijheid door het verlangen. We bezitten niet wat we willen verlangen, maar we zijn er wel door bezeten. Dat is dus de enige manier waarop we uit de voeten kunnen met dat domein waar we alleen filosofische vragen over kunnen stellen, dus dat domein waar we wijsheid over willen hebben. Dat is een verlangen dat we niet hoeven aan te leren, dat is er al. Daar kun je zinnig over praten en dat heet filosofie.”    

We praten nog even door, dwalen wat af (wat wil je met een filosoof aan de telefoon) en komen plots op het onderwerp taal. Coen vervolgt:
Coen: “Wat ik op vele manier heb beweerd en ook in dit boek zeg, is dat het denken zich niet in het brein afspeelt, omdat het gedachte alleen aanspraak op de waarheid kan maken als die talig is, als die mededeelbaar is. En als onze problemen zijn logische problemen. Als wij onze taal beheersen, beheersen wij ook onze waarheid, onze problemen.”

“Als ik neurowetenschappelijk de werkelijkheid benader, dan kan ik alleen maar wijzen op verhoogd gehalte van serotonine, maar daarmee wordt de waarheid niet gemeenschappelijk gemaakt. Als die serotonine zou staan voor de liefde, dan kan ik die gedachte over de liefde wel gemeenschappelijk maken als ik die onder woorden breng.”

“In dat neurowetenschappelijk denken zitten allerlei reducties, namelijk: hoe vaak wordt er één stofje in het brein verantwoordelijk gehouden voor geluk, voor liefde. Reducties zeggen niets over de werkelijkheid, je brengt geen waarheid dichterbij. Je minimaliseert alleen maar, je bent dus minder aan het zeggen. Dat is het gevaar van reduceren.”  

“Het gaat erom dat er alleen maar waarheid in de taal is. Er is nergens anders waarheid. Als ik een brein ga scannen, dan zal ik nooit een gedachte zien. Een gedachte is talig. Daarom is taal zo belangrijk, want er is geen andere plek waarin de waarheid manifesteert dan in de taal. Als we met elkaar een overeenstemming willen bereiken, dan moeten we dezelfde taal spreken en dan moeten we toch dezelfde dogma’s hanteren.”  



Over de auteur



Reacties op: 'Er is geen andere plek waarin de waarheid manifesteert dan in de taal'

 

Gerelateerd

Over

Coen Simon

Coen Simon

Coen Simon (1972) is filosoof. Zijn essays in NRC Handelsblad, nrc.next en Trouw...