Gasproblematiek in hyperbool
Tijdens de boekpresentatie van Quarantaine op 31 mei in boekhandel Van der Velde in Groningen, brak auteur Erik Betten een lans voor het opheffen van genregrenzen. Zijn boek is een politieke thriller, die speelt in een alternatief Nederland, waar Gronings gas nog veel gevaarlijker is dan nu al het geval is. Behalve aardbevingen en instortingsgevaar zorgt een oeroude bacterie uit een gasbel er voor dat mensen die er mee in contact komen veranderen in rondschuifelende halfdoden die proberen de bacterie op andere mensen over te brengen. Daarmee is het boek feitelijk ook zombiehorror. Ten slotte is het een roadnovel door de Noordelijke provincies. Er is gekozen voor het label thriller, maar het is dus veel meer.
Erik Betten heeft meerdere boeken op zijn naam staan, voornamelijk non-fictie over geschiedenis, landschap, kunst en cultuur. Daarnaast heeft hij de Paul Harland Prijs (verhalenwedstrijd voor sciencefiction, fantasy en horror) gewonnen in 2010, toen nog onder pseudoniem Kurt Forel. Bij de 2015-editie legde hij onder zijn eigen naam beslag op de NCSF premie voor het beste SF verhaal in diezelfde verhalenwedstrijd. Hij heeft dus brede ervaring in verschillende genres en hij weet hoe hij research moet doen. Dat is te merken in Quarantaine: de verschillende beroepen, van politicus tot microbioloog, worden geloofwaardig beschreven, omgevingen zijn herkenbaar en technologie werkt zoals het moet.
Homme Olivier, de centrale hoofdpersoon, is een politicus, die zich door zijn ambitie – Noord Nederland een goede deal bezorgen in de gaswinningsdiscussie – nogal wat concessief heeft gedaan aan zijn liberale partijgenoten en de NEEM (Nederlandse Energie en Elektriciteits Maatschappij, mooie afkorting). En niet alleen in de politiek heeft hij dingen opgeofferd: zijn vrouw Richt ziet hij nauwelijks, omdat zij in Sneek werkt en hij in Den Haag. Maar nu staat hij op het punt dat hij kan oogsten: zijn plan-Olivier is goedgekeurd, de gaskraan gaat dicht en er komt tien miljard voor het Noorden en specifiek het aardbevingsgebied. Genoeg geld om zijn provincies in een modelgebied van duurzaamheid om te toveren.
Het zou na jaren van onderhandelen en pijnlijke compromissen sluiten Hommes finest hour worden. De mensen zouden zien waar hij al die jaren zo hard voor had gevochten, en begrijpen waarom hij soms de indruk had gewekt hun klachten niet serieus te nemen. Dat was het spel. Misschien zou de grootste beloning de tijd zijn die hij met Richt zou kunnen doorbrengen. Al die weggedrukte telefoontjes. Al die weekendjes doorpezen in Den Haag. Ze steunde hem, maar het was zwaar geweest.
Dan begint het boek en belandt Nederland in een crisis: de bacterie slaat toe, een wereldramp dreigt en heel Noord Nederland wordt afgegrendeld: in Quarantaine. Homme probeert van alles, maar het gaat van kwaad tot erger, tot hij het niet meer kan aanzien. Hij gaat terug naar zijn geboortegrond, op zoek naar Richt, in een poging te redden wat er te redden valt.
Twee andere hoofdpersonen verslaan – in het geval van journalist Karin Werkman letterlijk – de crisis vanuit andere hoeken. Karin is een door het leven getekende journaliste, die door de Quarantaine weer in de frontlinie van de journalistiek terecht komt. Ze maakt keuzes die niet gewaardeerd worden door de regering en invloedrijke personen (zoals de aandeelhouders van haar omroep en haar baas), maar weet door dicht bij de journalistieke integriteit te blijven en door te hameren op persvrijheid haar ontslag een stapje voor te blijven. Dat levert spannende passages op varierend van live verslaglegging via politiek gekonkel tot het met drones verkennen van de Quarantainezone.
Karin kon het getier en gegil van de mensen horen, ondanks het lawaai van de aanleg van de versterkingen die aan de veilige kant verrezen. Het was zonnig en windstil, waardoor het geluid ver droeg over het water. ‘Dimitri, begin maar met de overkant.’ Karin keek mee met de camerabeelden op haar monitor. Ze zag de chaos en paniek die de afgelopen dagen in verbijsterend tempo ‘gewoon’ was geworden.
Charlie Houblon is de enige achtergebleven medisch onderzoeker in het Petrus Camper ziekenhuis in Groningen (alternatieve wereld, in de onze zou het het UMCG heten, die vlak naast de Petrus Campersingel staat). Met complete inzet, op het ijzeren heinige af en met af en toe een heroïsch uitstapje, probeert ze de werking van de bacterie te achterhalen. Is er wat tegen te doen? En hoe test je een mogelijke oplossing? Juist, door een ‘dodeling’ te vangen.
Blauwe kogeltjes. Daar leken ze nog het meest op, dacht Charlie Houblon terwijl ze door haar microscoop naar de bacterie tuurde die de hele wereld in zijn greep hield. De kogeltjes lagen in strengen naast elkaar, uitgesmeerd op een plaatje, in het bloed dat een paar dagen eerder nog van de unitmanager klinische bacteriologie was geweest.
De verschillende genres lopen door elkaar en ik snap wel waarom Erik Betten liever niet in een hokje gestopt wordt. Als er ‘horror’ op de cover staat, ben je direct een groot deel van het lezend publiek kwijt – hoe jammer dat ook is, die genreaanduiding schrikt velen af. Het kopje ‘thriller’ is dan weer minder passend als je het traditionele publiek voor het zombie-deel van het verhaal wilt aanspreken. Maar helemaal genreloos (bijvoorbeeld onder de kop ‘roman’) is eveneens niet handig, want dan mis je de mensen die op zoek zijn naar een spannend boek. En zo zie je dat het passen in meerdere hokjes in plaats van een voordeel – meerdere doelgroepen die je kan aanspreken – misschien zomaar een nadeel kan zijn. Daarom schrijf ik er niet omheen: Quarantaine is zowel een thriller, als een zombiehorror, als een roadnovel of queesteboek. Zeker voor Noorderlingen is het erg leuk om het landschap en specifieke plekken te herkennen, van het Friese Meerengebied tot in de stad Groningen.
Een bijkomend risico van een multi-genreboek schrijven is dat één van de aspecten niet werkt, of juist de andere overheerst. Maar ook daar werkt Quarantaine prima. Thriller en horror lopen soepel in elkaar over. De horror wordt niet ondragelijk, maar de spanning is regelmatig om te snijden. De stukken onderweg geven de broodnodige rustmomenten, terwijl de dreiging wel voortdurend voelbaar blijft. Tegenover wat er in de Quarantainezone gebeurt, staat de journalistieke en politieke spanning in Den Haag. Vuile spelletjes, manipulaties, chantage en publieke opinie worden invoelbaar en geloofwaardig gebracht. De een floreert in zo’n omgeving, een ander knapt volkomen af, een derde gaat ervandoor, dat is mooi uitgewerkt.
De personages hadden van mij nog wel iets meer diepte mogen krijgen, vooral door meer achtergrond, anecdotes en eigenschappen. Ondanks dat zijn het ronde figuren met eigen sores, verwachtingen en wensen die ze voortdrijven. Niet alles hoeft psychologisch diepgaand te zijn natuurlijk.
De gasproblematiek in het Noorden wordt op een bijzondere manier aangekaart. De reactie van ‘Den Haag’ en de rest van Nederland op de zombiecrisis is erg zelfzuchtig: hek eromheen en laten stikken, daar komt het op neer. Dat is een uitvergroting van wat er de afgelopen jaren in het gasdossier is gebeurd. Niet met zoveel geweld en rechtstreeks toegebrachte ellende, maar daar is het een hyperbool voor. En dat werkt, want als je het boek leest snap je aan de ene kant waarom de rest van Nederland en de wereld het Noorden af wil schermen en buiten de deur wil houden, maar je snapt nog beter waarom dat voor de Noorderlingen volkomen onacceptabel is. Daarmee is het boek ook nog een geëngageerde roman en is het al helemaal niet meer in een hokje te vangen. En toch doe ik dat: Quarantaine is een fantastisch boek en Erik Betten is een aanwinst voor het fantastische genre.
Quarantaine van Erik Betten is op 1 juni verschenen bij Uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Ik las een ongecorrigeerde proef. De auteursfoto is van de hand van Ineke Oostveen.
Meer Hebban Crew Reviews lezen? Je vindt ze allemaal hier terug.