Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Ilse Ruijters: 'Schrijvend even jezelf niet meer zijn, is verslavend lekker'

door Jessie van Loon 2 reacties
Foto: Mona Alikhah

Half september debuteerde Ilse Ruijters met 'De onderkant van sneeuw'. De thriller vertelt het beklemmende verhaal van Irene die ruim een jaar geleden de vierjarige Maja doodreed. Irene dreigt kopje onder te gaan in een immens schuldcomplex en lijkt zichzelf gek te maken; of doet iemand anders dat? Elk deel van het boek heeft een eigen motto en ik ben benieuwd wat een gesprek aan de hand van die zinnetjes oplevert.


ZUSSEN BIJ TOEVAL, VRIENDINNEN BIJ KEUZE

Zussen-zijn speelt in De onderkant van sneeuw een grote rol. Heb je met dit motto je boek min of meer opgedragen aan jouw eigen zus?
“Mijn zus Ingrid speelt in elk geval een hele belangrijke rol in mijn leven. We zijn samen opgegroeid en zijn elkaars beste vriendinnen. Tijdens het schrijven van mijn boek had ik Ingrid soms wel vier keer op een dag aan de telefoon. De flashback waarin Irene en haar zus tegelijk een koelkastmagneetje met deze tekst gekocht blijken te hebben, is waargebeurd; het overkwam Ingrid en mij toen we zeventien en achttien waren.”

Hoe uniek is een bloedband naar jouw idee?
“Ik geloof niet in een bloedband, wel in elkaar regelmatig zien. Het is een cliché, maar uit het oog, uit het hart. Je ziet het ook bij Irene. Na haar verhuizing sterft de vriendschap met haar ex-buurvrouw een langzame dood. Ik denk dat de meeste vriendschappen gelegenheidsvriendschappen zijn en daar is helemaal niets mis mee: bij bepaalde fasen in je leven passen bepaalde mensen. Ik beschouw maar een heel klein aantal vriendschappen als tijdloos. Toen ik ontdekte dat vriendschap voor mij zo opportunistisch werkt, maakte me dat eerst wat angstig. Ik was bang dat ik oud en alleen zou eindigen, maar straks in het bejaardenhuis sluit ik gewoon vriendschap met de oude dames bij mij op de gang.”

Als vriendschap ook een kwestie is van nabijheid, is het dan niet slecht voor je relaties om een boek te schrijven?
“Ik ben twee jaar bezig geweest met De onderkant van sneeuw. Inderdaad een enorm intensieve periode waarin ik echt samenleefde met mijn personages. Terwijl mijn vriendinnen naar feestjes gingen, zat ik achter mijn laptop. Op een gegeven moment zat ik zo in mijn boek dat ik er psychisch last van kreeg. Ik ging dingen zien die er niet waren en werd paranoïde. Mijn beste vriend heeft toen aan de bel getrokken. Eng en zwaar natuurlijk, maar tegelijkertijd verslavend lekker. Je bent namelijk even jezelf niet meer.”

Dingen zien die er niet waren… Dat klinkt echt alsof je op Irene ging lijken. Betekent dat dat je je compleet met haar identificeerde?
“Ik identificeerde me beurtelings met alle personages. Om te weten hoe ze dachten, schreef ik dialogen eerst vanuit de ene persoon, dan vanuit de andere en dan weer terug. Klinkt omslachtig, maar het was voor mij de enige manier.”

HALLO KITTY KLINKT DE WIJS
HALLO KITTY IN KITTY’S PARADIJS

Foto: Maarten Feenstra

De Hello-Kittysokjes die Maja droeg toen Irene haar aanreed, lopen als een rode draad door het boek. Ze triggeren Irenes schuldgevoel en duiken op in haar nachtmerries. We hebben denk ik allemaal beelden, positief of negatief, die op ons netvlies staan. Heb jij ook van die momenten die je altijd bij zullen blijven?
“De presentatie van mijn boek was een groot feest met heel veel mensen. Ik mocht het eerste exemplaar aan Jörgen Raymann uitreiken. Toen ik moest speechen, kon ik alleen maar denken: dit is mijn moment. Ik keek de kamer rond vol lieve mensen die naar me lachten. Helemaal achteraan stond Bas. Hij is mijn familie, mijn vriend en mijn man. Met zijn lange lijf stak hij overal bovenuit. Hij keek zo trots en verliefd, één tel kruisten onze ogen. Eén tel waarin we wisten: wij laten elkaar nooit meer gaan. Dát moment zal ik nooit meer vergeten.”

WAT JE NIET ZIET BESTAAT NIET
WAT JE NIET ZIET ONTGAAT JE HELEMAAL
WAT JE NIET ZIET BESTAAT NIET
DUS IEMAND MET EEN MOOIE PRUIK IS HELEMAAL NIET KAAL

Dit liedje van Kinderen voor Kinderen, hoe past dat bij het thema van je boek?
“De waarheid in De onderkant van sneeuw is ongrijpbaar. Irene ontvangt een anonieme e-mail die spoorloos verdwijnt, ziet achter elke boom een enge man. Ze leeft in dezelfde wereld als de anderen, maar interpreteert deze totaal anders. Wie heeft er gelijk? En ís er eigenlijk wel een gelijk?”

Je boek gaat, behalve over de verborgen waarheid, ook over verborgen leed. Verdriet achter de voordeur zeg maar. Hoe kom jij aan je scherpe observaties hierover?
“Ik kijk graag naar mensen, waardoor ik vaak wel kan raden wat er achter de voordeur speelt. Voor de gesprekken tussen Irene en haar psycholoog putte ik deels uit eigen ervaring: uit de gesprekken die ik met een life coach heb gehad en de verhalen van vrienden en kennissen die weleens bij een therapeut, psycholoog of psychiater zijn geweest. Maar er zijn ook scènes waarvoor ik internet heb moeten afstruinen.”

Weet jij uit eigen ervaring hoe het is om je schuldig te voelen?
“Ik heb een tijd gehad dat ik me schuldig voelde over van alles en nog wat. Dat ik mijn moeder te weinig belde, de hond te weinig uitliet, over dat dingen mij wel lukten en anderen niet… Onzin en zonde van mijn tijd, maar toch kon ik mijn gedachten niet altijd uitzetten. Irene heeft natuurlijk écht iets om zich schuldig over te voelen en verliest zich op een extreme manier in haar eigen hoofd. Godzijdank draag ik geen vergelijkbare schuld met me mee en heb ik inmiddels geleerd om vrijwel ‘schuldloos’ door het leven te gaan. Voelt véél beter!”

HI HI HI HA HA HA
IK STOND ERBIJ EN IK KEEK ERNAAR

In jouw boek staan personages vaak machteloos, alsof de gebeurtenissen leidend zijn. Jij komt op mij over als iemand die er bepaald niet ‘bij staat te kijken’, maar als iemand die haar eigen weg uitstippelt.
“Nou, ik zou wíllen dat ik leidend was in mijn leven! Ik weet goed wat ik wil, en omdat ik maar een paar dingen in het leven écht belangrijk vind – schrijven, de liefde, het gezin waar ik uit kom en vriendschap – lijkt het misschien alsof mijn leven uitgestippeld is. Niets is minder waar. Ik vraag mezelf iedere dag opnieuw af: wat ben ik nou toch eigenlijk aan het klooien?”

Foto: Mona Alikhah

Hm, klooien nog wel. Intussen ligt er wel een boek…
“Ja, maar dat heeft een hele tijd geduurd, hoor. Na mijn studie communicatiewetenschap ben ik gaan reizen. Teruggekomen was mijn geld op en zat Nederland in een crisis. Ik belandde in een bouwmarkt achter de kassa. Omdat ik dolgraag wilde schrijven, ging ik in het weekend freelancen voor de buurtkrant. Man, wat was ik trots op mijn eerste geld. Achteraf stelde het natuurlijk niets voor: ik kreeg vijftien gulden per artikel en schreef stukjes over activiteiten in het bejaardenhuis. Maar ik vond het geweldig.
Na een jaar bij de bouwmarkt ging ik aan de slag als communicatiemedewerker bij een fabriek, daarna als projectmanager bij een welzijnsorganisatie. Toen ik verhuisde, werd ik weekendverslaggever bij een dagblad in Almere. In mijn vrije tijd schreef ik verhalen. In 2008 won ik de IVIO Andries Greinerprijs, de aanmoedigingsprijs voor Flevolands schrijftalent. Met het prijzengeld kocht ik een nieuwe laptop. Ik nam ontslag en ben fulltime als freelance tekstschrijfster gaan werken.”

Maar je hart lag bij fictie?
“Klopt. Ik bleef verwoede pogingen doen om een boek te schrijven. En toen dat er eenmaal lag, vond ik nog een uitgever ook. Maar ja, toen begon het schrappen en schaven. Wat een slecht boek, dacht ik bij mezelf. Ik heb mijn manuscript teruggetrokken en ben helemaal opnieuw begonnen. Iedereen verklaarde me voor gek, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb: je kunt maar één keer debuteren en dat moet je doen met het beste wat je in je hebt.”

IEJA DEEJA POEF

Poef, nu ligt je boek er! De uitgever heeft De onderkant van sneeuw een geweldige cover meegegeven. Met de complimenten aan Jan de Boer voor het ontwerp en Karina Simonsen die de foto van het meisje maakte. Hoe spannend was het toen anderen jouw verhaal ‘op de trein zetten’?
“Vanaf de eerste handdruk met mijn uitgever en redacteur wist ik dat het goed zat. Ik heb enorm veel vertrouwen in The House of Books en word daarin keer op keer bevestigd. Eerst met de schrijfbegeleiding, vervolgens met de cover en nu met de promotie. Ondanks de discussies die we natuurlijk hebben gehad, geven ze me echt het idee dat ik eigenaar ben en blijf van mijn boek. Daardoor zit ik inmiddels zeer ontspannen in die rijdende trein. Best knap voor een controlefreak zoals ik.”

Naast alle lovende woorden zijn er natuurlijk ook kanttekeningen. Zo stelt Crimezone-recensent Cees van Rhienen: ‘... een onuitputtelijke hoeveelheid vrouwelijke emoties die als een klaterende regendouche over de lezers wordt uitgestort.’ Houdt zoiets je uit je slaap?
“Een boek uitgeven is een heel gek proces. Je bent twee jaar alleen geweest met je woorden, en dan ineens vinden andere mensen er ‘iets’ van. Gelukkig zijn de meeste recensies positief. Een van de uitspraken waar ik het meest trots op ben, is dat De onderkant van sneeuw geen vervolg is op eerdere klassieke schrijfpatronen, maar een voorzichtige trendbreuk. Haha, aldus diezelfde Cees van Rhienen. Mijn omgeving zorgt voor de nodige relativering. Tof, die goede recensie, zeggen ze. En daarna: maar even iets anders, heb je al gehoord dat…”

OOGJES DICHT EN SNAVELTJES TOE

Een zin uit de Fabeltjeskrant voor het één na laatste deel waarin langzaam duidelijk wordt wat de verborgen waarheid is en wat tot het rijk der fabelen behoort. Als je alle motto’s zo op een rijtje ziet, krijg je ook wel een beetje een beeld van de tijd waarin jij bent opgegroeid, of niet?
“Ai, betrapt… Ik heb zelf geen kinderen, daarom val ik terug op liedjes van vroeger. Ik ben echt een product van mijn tijd met mijn 35 jaar, opgegroeid in de jaren tachtig en negentig. Ik zit precies tussen de iPhone-jeugd en de platenspeler-generatie in en worstel met alle dilemma’s waar een moderne dertiger mee ‘hoort’ te worstelen: ik wil alles, kan alles en moet daarom ook alles. Heel vermoeiend, maar tegelijkertijd ook inspirerend.”

Welke auteurs inspireren jou als het gaat om plotvorming en schrijfstijl?
“De woorden van dichteres Tjitske Jansen en de zinnen en verhalen van schrijfster Franca Treur kunnen me echt ontroeren. Qua plotvorming kijk ik op tegen Marion Pauw.”

De meeste lezers zullen niet willen dat jij je snaveltje houdt. Wat kunnen we van je verwachten?
“Mijn volgende boek wordt in elk geval ook weer een thriller en gaat over de liefde. Althans, daar ziet het nu naar uit. Meer dan dat kan ik nu niet zeggen. Niet omdat ik dat niet wil, maar ik sta helemaal aan het begin; zowel verhaal als personages moeten nog vorm krijgen.”

EEN SCHAAP MET WITTE VOETJES
DIE DRINKT ZIJN MELK ZO ZOETJES

De onschuld die hierin doorklinkt, staat in de epiloog – zoals eigenlijk in elk deel – in schril contrast met de gebeurtenissen. Houd je er in het dagelijks leven ook van mensen te choqueren?
“Nee, helemaal niet. Ik kan heel duidelijk zijn, maar ben niet op zoek naar een shockeffect, ruzie of anderszins gedonder. Ik hou juist van harmonie en ben eigenlijk heel zacht.”

Een voortkabbelend leven zoals dit schaap heeft, is jou voorlopig niet gegund.
“Nee, maar ik vind het super leuk. Net als dit interview. Ik beschouw het als een grote eer dat mensen mijn boek lezen en erover nadenken. Zeg nu zelf, een groter compliment kun je niet krijgen, toch?”



Over de auteur

Jessie van Loon

16 volgers
138 boeken
2 favoriet


Reacties op: Ilse Ruijters: 'Schrijvend even jezelf niet meer zijn, is verslavend lekker'

 

Gerelateerd

Over

Ilse Ruijters

Ilse Ruijters

Ilse Ruijters (1979) schrijft psychologische thrillers. Haar debuut, De onderkan...