Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Interview Elizabeth Corley

Elizabeth Corley mag dan volgens haar Britse uitgever een beststelling author zijn; bij het grote publiek scoort zij waarschijnlijk laag op spontane bekendheid. Vraag een willekeurige crimefan eens of hij ooit van Corley heeft gehoord en de kans is groot dat een diepe denkfrons de enige reactie is. Nu zou je kunnen zeggen: eigen-schuld-dikke-bult, want Elizabeth Corley is bepaald geen publiek persoon: ze doet niet aan booktours en is maar zelden op crimefestivals te gast; ze heeft zelfs geen eigen website. Maar ze heeft daar ook geen tijd voor, want Elizabeth Corley bekleedt in het dagelijks leven een zeer serieuze functie: zij is CEO – zeg maar: de hoogste baas – van investeringsmaatschappij AGI. Schrijven is voor haar dus eigenlijk een hobby. Maar als hobbyisme zoveel kwaliteit oplevert als Corleys thrillers, wordt het hoog tijd om haar een keer uitvoeriger te portretteren.


Het gesprek vindt plaats in een passende setting: interviewer achter de desktop in zijn studeerkamer in Westkapelle, Elizabeth Corley achter haar laptop in een vliegtuig tijdens een intercontinentale vlucht hoog boven de Atlantische Oceaan.

Kunt u allereerst wat meer over uzelf vertellen. Enig zoeken op het internet leerde dat u in 1956 in West-Sussex geboren bent en dat u op een goed moment CEO van Allianz Global Investors werd. Maar wat gebeurde daartussenin, waar heeft u gestudeerd, wanneer besloot u te gaan schrijven?
“Ik heb helemaal niet gestudeerd; althans niet aan een universiteit. Dat was wel de bedoeling, maar enkele weken voordat de colleges begonnen, besloot ik ervan af te zien. Je kunt je voorstellen dat mijn ouders not amused waren. Ik ging werken en vond al gauw een baantje als assistent in een schoenenzaak. Daarna werkte ik tijdelijk voor een verzekeringsmaatschappij. Ook dat baantje stelde aanvankelijk niet zo veel voor, maar ze waren daar zo tevreden over me dat ik promotie maakte en uiteindelijk belandde ik in het management. Ik was op dat moment een jaar of 23. Ik ben toen alsnog gaan studeren, in de avonduren en zeer niet op het niveau van een MBA. Maar ik heb wel degelijk diploma’s voor marketing en management en op de een of andere manier betaalden die zich ook uit, want na die verzekeringsmaatschappij kon ik bij een consultancybureau beginnen, waar ik uiteindelijk zelfs partner werd, en acht jaar later kreeg ik een baan bij AIG aangeboden. Daar werk ik nu al 16 jaar.
Ik woon gedeeltelijk in Duitsland, waar ik een flat in München heb – een fantastische stad; vriendelijk en gastvrij – en gedeeltelijk in London. Verder hebben we nog een huis in Frankrijk, waar we onze schaarse vrije uren doorbrengen. Ik leid dus een druk bestaan, zeker als je bedenkt dat ik ook nog eens veel reis.”

“Het is moeilijk te zeggen wanneer ik met schrijven ben begonnen. Verhalen verzinnen doe ik volgens mijn moeder al mijn hele leven. Mijn ouderlijk huis stond vol boeken en ik werd als klein kind al aangemoedigd te lezen en mijn eigen fantasieën te ontwikkelen. Het plezier in schrijven heb ik op school ontwikkeld. Ik schreef nog steeds toen ik mijn eerste baantje kreeg, maar al snel kwam dat er niet meer van. Ik moest me immers in financiële zaken verdiepen en dat kostte veel tijd. Op een dag woonde ik in de kathedraal van Winchester een uitvoering van Verdi’s ‘Requiem’ bij en plotseling kreeg ik een idee voor een boek. Ik stelde me voor dat er een moordaanslag op een van de zangeressen werd gepleegd. Dat idee liet me niet meer los en was zelfs zo sterk dat ik uiteindelijk niet anders kon dan het boek daadwerkelijk schrijven. Al was het alleen maar omdat ik wilde weten waarom iemand die zangeres wilde doden. Dat mijn eerste boek, Requiem Mass (1998;BP), een thriller werd, was puur toeval. Dat het gepubliceerd werd en ook nog goed verkocht, een enorme verrassing. Sindsdien ben ik doorgegaan met schrijven, al heb ik er vaak minder tijd voor dan me lief is. Maar het hoort nu eenmaal bij me en het biedt tevens een mooi tegenwicht aan mijn baan, waarin kille cijfers domineren."


U werkt dus vrijwel dagelijks in een internationale context. Toch spelen uw boeken grotendeels in Sussex.
“Ik beschouw Sussex als mijn thuis. Ik ben er opgegroeid en woonde er enkele jaren nadat ik getrouwd was. Sussex is speciaal voor mij. Door mijn boeken daar te situeren, hou ik als het ware contact met een wereld die in meerdere opzichten míjn wereld is. Mijn hoofdpersonen zijn ook echte Sussex-people, hoewel zij ook wel reizen en niet alle scènes in Sussex spelen. Volgens mij hebben de ervaringen in je kinder- en jeugdjaren grote invloed op je latere leven en een aantal van die ervaringen vind je op de een of andere manier in mijn boeken terug.”

‘Requiem Mass’ is niet alleen uw debuut; het is ook de eerste thriller met Detective Chief Inspector Andrew Fenwick in de hoofdrol. Inmiddels zijn er vier Andrew Fenwick Mysteries verschenen. Had u meteen al het idee meerdere romans rond dit personages te schrijven? “Fenwick ontstond als vanzelf. Hij groeide vanuit die eerste roman en hij groeit nog steeds, ieder boek een beetje meer. Ik kom maar niet van hem af; hij dringt zich steeds weer aan me op, net als overigens Louise Nightingale (zijn collega, maatje en bijna-geliefde;BP). Het zijn twee behoorlijk veeleisende personages. Ik heb ideeën voor andere boeken waarin zij niet voorkomen, maar tot nu toe hebben zij me geen kans gegeven die te schrijven.”

Wat is Fenwick voor iemand?
“Hij is erg gesloten. Soms wil ik mijn lezers wat meer van hem laten zien, maar daar verzet hij zich altijd tegen; hij speelt als het ware verstoppertje. Hij wordt gedreven door een diep verlangen naar gerechtigheid. Daarom is hij bij de politie gegaan: om misdadigers op te sporen en uit de samenleving te isoleren. Hij is er heilig van overtuigd dat de politie daarin een missie heeft, ondanks interne intriges en de corruptie van sommige collega’s.
Zoals veel gesloten mensen is hij een gevoelsmens, maar probeert hij zijn gevoelens zoveel mogelijk onder controle te houden. Daarom bouwt hij een muur om zich heen. Alleen bij zijn kinderen kan hij zich ontspannen. Hij probeert het verlies van hun moeder, die op een tragische manier om het leven gekomen is, zo goed mogelijk te compenseren en toch vraagt hij zich af of hij wel een goede vader is.
Zijn collega’s staan iedere keer weer versteld van zijn grondige, bijna obsessieve werkwijze en de resultaten die hij daarmee behaalt. Sommigen schrijven hem een bijzondere intuïtie toe, maar Fenwick wil daar niets over horen. Als rationeel denkend mens tellen voor hem alleen de feiten. Volgens hem is hij succesvol omdat hij langer en intensiever nadenkt dan andere politiemensen. Maar zo is het natuurlijk niet. Fenwick is wel degelijk een raadsel: emotioneel en koel tegelijk, bezeten en toch afstandelijk, logisch en intuïtief, gedreven maar uiteindelijk een eenling.“

Uw Nederlandse fans die uw boeken enkel in vertaling lezen, kennen alleen ‘Doodsnood’ en ‘Schuldeloos bloed’, de derde en vierde Fenwick thriller. Kunt u ze kort bijpraten over wat er in de eerste twee gebeurt?
Requiem Mass is dus de eerste, Fatal Legacy de tweede. In Requiem Mass legt Fenwick verband tussen twee schijnbaar op zichzelf staande verdwijningen en de moord op een leraar. Hij moet de raadselachtige dood van een aantal oude schoolvrienden oplossen en proberen de moordenaar te vinden voordat deze opnieuw toeslaat. Nightingale is in deze roman een trainee, die als een echte junior te werk gaat – alles volgens het boekje – maar met haar nauwgezette, wat saaie werk een belangrijke link weet te leggen tussen de slachtoffers en hun moordenaar. Het is een verhaal over de dodelijke afloop van wat als onschuldige wedijver tussen tieners begon; een verhaal over vergelding dus.
In Fatal Legacy pleegt een rijke zakenman zelfmoord. Vreemd genoeg laat hij zijn aanzienlijke fortuin na aan een neef en zijn vrouw; niet aan zijn naaste familie. De neef gaat op onderzoek uit en ontdekt dat de familie een aantal smerige zaakjes verbergt. Hij is vastbesloten te ontdekken wat zo zorgvuldig verborgen wordt gehouden. Tegelijkertijd beraamt de familie snode plannen om de erfenis alsnog in handen te krijgen. Er valt opnieuw een dode, dan nog een en als de familie bijeen is voor een verzoeningsdiner, wordt ook een van hen vermoord. Fenwick staat voor de moeilijke taak een samenzwering te ontraadselen en zo de moordenaar te identificeren en zijn dochter redden, die gekidnapt is.”

Al uw boeken hebben op een bepaalde manier een happy end. Vindt u dat belangrijk?
“Ik weet van tevoren echt niet wie aan het eind van mijn boeken nog leeft en wie niet. Het was bijvoorbeeld ook voor mij onduidelijk of Nightingale in Doodsnood haar ontmoeting met Smith, de hoofdverdachte, zou overleven. Andersom redden sommige personages in Grave Doubts die ik oprecht mocht, het niet. Ik hou ervan een boek op een functionele te eindigen. Er moet recht gedaan worden aan het verhaalverloop; dat vind ik belangrijker dan een happy end.”

Oud-militair Jeremy Maidment krijgt in ‘Schuldeloos bloed’ erg veel ruimte om over de kwestie-Borneo te vertellen. Wat is voor u het belang van die passages?
“Goeie vraag; mijn redacteur vroeg me dat ook. Ik deed onderzoek naar de achtergrond van majoor Maidment. Met zijn leeftijd en staat van dienst als militair zou hij op Borneo gediend kunnen hebben. Toen ik over dat specifieke conflict las, raakte ik geboeid door de tegenstellingen tussen de huidige oorlog in Irak en de inval van de Britten op Borneo, lang geleden. Die waren zo opvallend en volgens mij belangrijk, dat ik het interview in het boek heb overgenomen; enigszins ingekort, dat wel. Daarnaast geeft de manier waarop de majoor het incident beschrijft, een duidelijk beeld van zijn karakter. Het verklaart ook de animositeit van Nightingale jegens hem.”

‘Schuldeloos bloed’ gaat over de vraag wanneer een moordenaar geen moordenaar is. Het veronderstelde slachtoffer Paul Hill leeft nog, dus Maidment kun je moeilijk een moordenaar noemen.
“Die vraag heeft tijdens het schrijven inderdaad steeds door mijn hoofd gespeeld. Op het eerste niveau heeft zij natuurlijk betrekking op de verdwijning van Paul Hill, op een ander niveau ook op de vraag wat er met Brian Taylor is gebeurd. Maar de vraag verwijst ook naar de integriteit van Fenwick. Hij moet kiezen tussen de wet gehoorzamen en doen wat hij moreel juist vindt. Het boek gaat dus ook over goed en kwaad en de integriteit van politiemensen.”

Het duurde twee jaar voordat de tweede Fenwick-thriller verscheen, zes jaar later pas kwam de derde en het duurde weer twee jaar voor ‘Schuldeloos bloed’ in de winkel lag. Hoe lang moeten uw fans wachten op nummer vijf? En hoe ontwikkelt de relatie tussen Fenwick en Nightingale zich?
“Wees gerust: ik ben al bezig met de vijfde Fenwick-thriller. Maar je kunt je voorstellen dat ik daar momenteel weinig tijd voor heb, met alle gedoe in de financiële wereld. Het schrijven vordert dus maar langzaam. In ieder geval komen Fenwick en Nightingale er weer allebei in voor. Wel merk ik dat het steeds moeilijker wordt ze allebei in het verhaal te houden, want ze vragen steeds meer hun ruimte voor zichzelf. We zullen wel zien hoe dat afloopt.“









Over de auteur

Bert Peene

0 volgers
2 boeken
0 favorieten


Reacties op: Interview Elizabeth Corley

 

Gerelateerd

Over

Elizabeth Corley

Elizabeth Corley

Elizabeth Corley (1956) is geboren en getogen in West Sussex, Engeland. Ze verde...