Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Jelmer Jepsen: 'Ik wilde helemaal los kunnen gaan en met niets of niemand rekening hoeven houden.'

Vier jaar geleden kreeg schrijver en Hebban-columnist Jelmer Jepsen een burn-out. Om uit de donkere momenten te vluchten verzon hij een verhaal waarin hij alles waar hij blij van werd een rol gaf. Het verhaal groeide uit tot zijn tweede roman, 'De Circusvrouw'!

Over De Circusvrouw :
De eigenzinnige Margriet Alberda (36) heeft een ogenschijnlijk gelukkig leven op Elba. In een poging haar ellendige verleden in Nederland te laten rusten, vluchtte zij halsoverkop naar het zinderende Italiaanse eiland, ver van al haar zorgen. Maar is het mogelijk om je verleden te verloochenen en zowel je geheimen als je verdriet voorgoed te begraven? Of blijft je verleden je altijd achtervolgen?

Ondanks het succes van je debuutroman Vallen als het heet is wilde je het met je tweede roman, De circusvrouw, helemaal anders aanpakken. In hoeverre is dat gelukt?
"Dat is in veel opzichten geslaagd. Vallen als het heet is was semi-autobiografisch, en ging over de verbroken relatie tussen mij en mijn moeder. Mijn tweede boek moest alles behalve autobiografisch zijn. Ik wilde nu een verhaal schrijven dat niets met mijn eigen leven te maken had. Mijn fantasie helemaal de vrije loop laten, kijken waar ik heen gevoerd zou worden. Bij een autobiografisch verhaal zit je toch vast aan bepaalde feiten, gebeurtenissen. Het verhaal staat van tevoren grotendeels al vast, de geschiedenis dicteert waar je naartoe moet. Het schrijven van mijn debuut was in die zin daardoor vooral louterend en ordenend van karakter: wat heb ik meegemaakt, en hoe vertel ik dit op een duidelijke, interessante manier? Al vrij snel na het afronden van Vallen als het heet is wist ik: de opvolger wordt anders, móet anders. Ik wilde helemaal los kunnen gaan en met niets of niemand rekening hoeven houden."

Je eerste roman schreef je bij uitgeverij Prometheus, je tweede bij Xander Uitgevers. Hoe is deze switch je bevallen?
"Heel erg goed, maar het was een spannende exercitie, een verandering die vooral ingegeven werd door mijn gevoel. Ik zat bij reus Prometheus niet op mijn plek. Het is een grote uitgeverij die werkt als een machine. Het voelde voor mij afstandelijk, onpersoonlijk. Ik zocht een warm bad, een familie bij wie ik me thuis zou voelen. Schrijven is een kwetsbaar iets. Ik dacht: als ik nóg een keer een paar jaar van mijn leven aan een boek besteed, dan wil ik dat alleen maar doen met fijne mensen om me heen, mensen die betrokken zijn en verder kijken dan de waan van de dag. Xander is wat dat betreft een lot uit de loterij. Een klein team, altijd betrokken en met een duidelijke visie."

Ook al is De Circusvrouw niet zo autobiografisch als je debuutroman, op een bepaald niveau is ook dit boek gebaseerd op jezelf of gebeurtenissen uit je eigen leven, zo schreef je in je eerste Hebban column. Kun je dat toelichten?
"Het was eigenlijk mijn redactrice die me erop wees. Ook tegen haar had ik het verhaal opgehangen dat De Circusvrouw helemaal anders was dan mijn debuut, en niets met mijzelf van doen had. Toen echter de eerste redactieronde achter de rug was en we samen het manuscript doorliepen, legde ze op een gegeven moment haar pen neer, keek me aan en zei: ‘Jelmer, volgens mij heb je gewoon weer een boek over je moeder geschreven. In je debuut heette ze Fieke, en was ze een naar mens. Nu heb je Margriet gecreëerd, een fantastische vrouw, maar net zo knettergek. En ben jij niet gewoon Pim, het zoontje?’ Aanvankelijk lachte ik deze opmerking een beetje weg, maar toen ik in de trein naar huis het manuscript er nog eens bij pakte, merkte ik dat ze voor een groot deel gelijk had. Met name de scènes tussen Margriet en Pim bleken weggestopte herinneringen te zijn. De mooie herinneringen vooral. Zaten Fieke en Morris nog ruziënd vijf rijen van elkaar vandaan in een vliegtuig, Margriet en Pim hebben ook een vliegtuigscène, maar dan zitten ze dicht tegen elkaar aan, Margriet met haar neus in Pims haren, Pim met zijn arm verstrengeld in de hare. Het was bijna schokkend om deze tegenovergestelde paralellen te ontdekken."

Waarom heb je bij deze roman gekozen voor een vrouwelijk hoofdpersonage?
"Vooral dus om een hoofdpersoon neer te zetten die mijlenver van me af stond. Het vormde ook meteen een extra schrijfuitdaging, iets waardoor ik mezelf een extra barrière oplegde: hoe denkt een vrouw, hoe verhoudt ze zich tot de wereld, hoe gaat ze om met zaken als vriendinnen, mannen, haar lichaam? Het was interessant om dit al schrijvend te onderzoeken, en te kijken of je ermee weg komt."

Heb je een speciale band met het eiland Elba, waar een groot deel van het verhaal zich afspeelt? En hoe belangrijk is het om de omgeving waarover je schrijft echt te kennen?
"Nee ik heb geen enkele band met Elba, ik ben er zelfs nog nooit geweest. Maar ik heb iets met eilanden, ik ben er dol op. Het zijn microkosmossen, afgesloten gemeenschappen waar vaak eigen wetten en regels gelden. Hier kun je als schrijver dankbaar gebruik van maken. Ook geeft een eiland een claustrofobische sfeer: water rondom, je kunt er niet zo makkelijk weg. Een sfeer die goed past bij De Circusvrouw, en de dingen die Margriet meemaakt. Het geeft een bepaalde urgentie aan het verhaal, een extra spanningslaag. Wat betreft het kennen van je locatie: voor mij is dat niet belangrijk, althans dat was het niet voor dit boek. Zoals ik al eerder zei: ik wilde mijn fantasie helemaal de vrije loop laten gaan. Het maakte mij dan ook niet zoveel uit of bijvoorbeeld een strand in een scène identiek was aan een bestaand strand op Elba. Ik wilde dat strand zelf kunnen vormgeven: dáár een cafeetje, dáár een rij palmbomen, dáár een haven. Heerlijk was dat. Maar natuurlijk heb ik ook veel gegoogeld en regelmatig op street view en in reisgidsen gekeken."

Met welke passage uit De Circusvrouw had je de meeste moeite?
"De seksscènes. Het is een cliché, maar je denkt toch de hele tijd: wat gaat tante Bep hier van vinden als ze het leest?"

En op welke passage ben je het meest trots?
"Vrij in het begin zit een passage die start op Elba, op het terras voor het huis van Margriet. Vervolgens wordt de lezer meegetrokken in een vlechtwerk van herinneringen dat loopt van de vroege jeugd van Margriet, naar de dood van haar moeder, vervolgens naar haar huwelijk en ten slotte naar haar eerste aankomst op Elba en haar kennismaking daar met een nieuw personage. Het was een hele tour om deze domino van scènes goed op papier te krijgen, en de lezer mee te nemen in alle wendingen zonder dat hij het eigenlijk doorheeft, en zonder dat het hem of haar veel denk-energie kost. Ik geloof dat dat gelukt is. Mensen die het boek gelezen hebben beginnen meteen over dit stuk, en hoe ze zich moeiteloos lieten meevoeren in Margriets gedachtewereld, om pas tientallen pagina’s later weer te beseffen dat ze eigenlijk op een terras op Elba zaten."

Hoe neem je afscheid van de personages uit je roman, als het boek af is?
"Niet. Margriet is nog steeds bij me, net als Morris, de hoofdpersoon uit mijn debuut. Ik denk nog vaak: hoe had Margriet zich hieruit gered, wat had Morris hier voor opmerking over gemaakt? Heel raar hoe dat werkt, ik kan het niet goed uitleggen."

In verband met de eeuwig betwistbare vraag ‘Wat is literatuur?’ schreef je in je Hebban column van februari dat jouw tweede roman zou misstaan tussen auteurs als Mulisch, Murakami en Aristoteles. Tussen welke auteurs of romans vind je De Circusvrouw wel passen?
"Pff, moeilijke vraag. Ik hou erg van de stijl van Niccolò Ammaniti, vooral zijn absurde scènes, en hoe die toch geloofwaardig overkomen. Dat probeer ik ook. Met Esther Gerritsen voel ik ook veel verwantschap. Zij creëert vaak ook beklemmende microkosmossen waarin wonderlijke doch levensechte karakters rondlopen."

Net als in Vallen als het heet is is de moeder-zoon-relatie in De circusvrouw ook heel belangrijk. Ook de relatie die hoofdpersoon Margriet met haar eigen moeder had, is van grote invloed op haar denken en handelen. Wat is de betekenis achter deze ‘moeder-relaties’?
"Het antwoord zit al in je vraag eigenlijk: de relatie die iemand met zijn of haar moeder heeft is altijd van grote invloed op iemands denken en handelen. Dit vind ik als schrijver een interessant gegeven, los van mijn eigen leven of moeder. Of het nu gaat om een weeskind dat al een paar minuten na zijn geboorte van zijn moeder gescheiden wordt, of over een nog bij zijn moeder wonende veertiger, er valt altijd iets te zeggen over de moeder-kind relatie van zo iemand, en welke invloed dit gehad heeft op hoe hij of zij uiteindelijk als persoon geworden is. Het geeft je als schrijver duizenden vertelhaakjes, psychologische invalshoeken en spanningsbogen. Daarnaast heeft iedereen een moeder, dus als lezer zijn er altijd elementen waarmee je je kunt identificeren."

Wanneer mogen we de ‘Pipi Langkous 2.0- roman’ (zie column april) verwachten?
"Ik hoop over zo’n twee jaar, maar het kan ook wel langer gaan duren. Zoals dit boek nu in mijn hoofd zit, moet het een ‘grote roman’ worden: een lijvig coming of age verhaal over een bijzonder meisje. Het plan dat ik nu heb is een verhaal dat loopt van haar geboorte tot aan haar adolescentie, maar wie weet wil ik ook wel weten hoe zij als oude vrouw is, en wat het leven haar dan brengt. We zullen zien."

Je neemt bijna afscheid als Hebban-columnist. Dit is hét moment om je boek nog eens aan te prijzen; waarom is De Circusvrouw een aanrader?
"Ik denk écht, maar laat de lezer dat vooral ook uitmaken, dat De circusvrouw een type boek is dat nog niet geschreven is, dat het wat toevoegt aan het hedendaagse literatuurlandschap. Hoofdpersoon Margriet is larger than life en in ieder opzicht uniek. Aan de oppervlakte lijkt het een zomers avontuur, maar gaandeweg blijk je als lezer in een dramatisch leven gestapt te zijn. Ik hoop dat mensen niet weten hoe ze zich moeten verhouden tegenover het boek. Dat ze mentale jeuk krijgen. Maar vooral enorm gaan genieten!"

Meer lezen? Hier vind je alle columns van Jelmer!

Foto Jelmer Jepsen: Daan Brand   



Over de auteur

Daphne van Rijssel (crew)

1 volger
0 boeken
0 favorieten


Reacties op: Jelmer Jepsen: 'Ik wilde helemaal los kunnen gaan en met niets of niemand rekening hoeven houden.'

 

Gerelateerd

Over

Jelmer Jepsen

Jelmer Jepsen

Jelmer Jepsen (1976) bracht in 2013 bij Prometheus zijn debuutroman ‘Vallen als ...