Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Interview Matti Ronka

Matti Rönkä (1957) is de Finse Paul Witteman, een anchorman, het kloppend hart van een nieuws/actualiteitenrubriek op de tv. Een man van de media, wel aanwezig op facebook, maar geen twitteraar. Er zijn grenzen vindt hij. Naast zijn tv-werk is Rönkä zich toe gaan leggen op het schrijven van misdaadromans. Hij heeft er inmiddels vijf geschreven. Zijn debuutroman Grensgeval werd bekroond met de prijs voor de beste Finse thriller van 2006, kreeg de Glazen Sleutel in 2007 zijnde de beste Scandinavische misdaadroman en verwierf in 2008 de internationale Deutsche Krimi Preis 2008. Sinds kort is dit prijswinnende boek ook in ons land verkrijgbaar.



Matti Rönkä woont en werkt in Helsinki. Hij heeft veel van de wereld gezien en geniet nog steeds van reizen, zelfs als het is voor werkbezoeken, zoals een promotietoer voor zijn boek. Hij is een forse, charismatische man. Zware stem met zwaar accent, maar met een klank die aangeeft dat hij weet wat hij wil en dat hij niet graag tegengesproken wordt. Soms moet hij zoeken naar het juiste Engelse woord, zucht diep, laat zijn blik afdwalen, maar blijft kalm, het kenmerk van een ervaren televisieman. Opvallend voor zijn boek is de humor die door alles heensijpelt. De wereld is al ernstig genoeg vindt Rönkä, enige relativering is op zijn plaats.

Verhalenvertellers
Matti Rönkä werd geboren in Oost Finland in een piepklein stadje. Hij denkt er met enige weemoed aan terug. “Er was een grote kopermijn en vrijwel alle mannen die in het stadje woonden, werkten in de kopermijnen. Alleen mijn familie niet. Mijn vader was buschauffeur en mijn moeder werkte op het postkantoor. Mijn oudere broer was politieman. Een fatsoenlijke hard werkende familie dus. Mijn ouders wilden, zoals zovelen van hun generatie, dat hun kinderen goed onderwijs zouden krijgen en een beter leven zouden krijgen dan zijzelf.
In mijn jeugd ben ik niet zozeer gestimuleerd om iets creatiefs te gaan doen. Wel was het zo, dat in dat deel van Finland waar ik ben opgegroeid, de mensen elkaar in de kroeg en op straat altijd verhalen vertelden. Kleine gebeurtenissen werden uitgesponnen tot kleurrijke, lange verhalen. Het was bijna als een niet aflatende competitie met woorden. Als de mannen uit de mijnen kwamen, het harde werk gedaan was, was het tijd voor ontspanning, een goed glas sterke drank en verhalen. Met name verhalen uit het verleden. Je kunt het een beetje vergelijken met de Ierse traditie van verhalen vertellen. Ook zij zijn lange tijd onderdrukt, kennen als geen ander het werken in de mijnen. Kennelijk is dat een goede voedingsbodem voor het vertellen van verhalen. Weet je, voor de televisie woon ik veel conferenties bij. Op de achterste rijen in de zaal zitten altijd Finnen en Ieren te wachten tot de bar eindelijk opengaat en ze zelf aan het woord kunnen komen.”

Journalistenschool
“Na de middelbare school ben ik eerst in het leger gegaan en daarna naar de universiteit, waar ik o.a. politieke wetenschappen heb gestudeerd. Daarnaast werd ik aangenomen op de journalistenschool van de grootste krant van Finland. Een grote krant met een oplage van 500.000 exemplaren. Ze hebben hun eigen opleiding. Het is moeilijk om daarop te komen, maar als je die school gevolgd hebt, ben je zeker van een baan. Ik heb geluk gehad omdat ik een van de laatste ben van een generatie die altijd werk aangeboden kreeg. Tegenwoordig is de werkloosheid onder journalisten enorm. Ze krijgen freelancercontracten aangeboden van zes maanden en daarna staan ze weer op straat. Er zijn er te veel voor zo’n klein land. De druk op de oude media is enorm omdat ze niet weten hoe ze met de nieuwe media om moeten gaan. Hoe dan ook, ik ben een tijdje radioreporter geweest en al op mijn dertigste werd mij gevraagd of ik nieuwsredacteur bij de Finse Broadcasting Coöperation wilde worden.
Ik ben langzaamaan opgeklommen op de tv-ladder tot mij gevraagd werd anchorman te worden. Een mooie carrière dus. Verder heb ik een leuke familie, met drie kinderen, een mooi huis. Niets te klagen. Mijn tv-werk zie ik echter als half-creatief werk, omdat ik vorm geef aan de nieuwsteksten die anderen aanleveren. En er kwam een moment dat ik niet half, maar heel creatief wilde zijn.”

Documentaire
“Ongeveer tien jaar geleden, toen ik een jaar of veertig was, had ik vier maanden vrij genomen om mijn leven en toekomst eens te overdenken. Ik ging naar Amerika voor een studie in het maken van documentairefilms. Ik had toen een idee om vanuit wisselend vertelperspectief twee oudere mannen te volgen. De ene woonde in Detroit, Amerika, en was advocaat. Zijn grootouders kwamen uit Finland. Hij was dus een Fin, maar wel opgegroeid in Amerika. En de andere man in mijn documentaire was een ingenieur van zestig. Hij woonde in Karelië een historische regio die gedeeltelijk deel uitmaakt van Finland maar voor het grootste deel in Risland ligt. Zijn ouders waren communisten en waren van Finland naar Rusland gevlucht. Hij was dus een Rus en leefde onder totaal verschillende omstandigheden dan zijn Amerikaanse tegenhanger uit Finland. Over die twee werkelijk bestaande mannen wilde ik een documentaire maken. Maar een documentaire kost veel geld en dat was er niet. Ik had de omroep ook beloofd dat ik een lang verhaal zou maken. Dus begon ik over een boek te denken. Ik had daar vertrouwen in. Ik ben altijd een groot lezer geweest en ik weet dat ik in staat ben mooie zinnen te schrijven. Het was overigens niet mijn vooropgezette plan om een misdaadroman te schrijven. Dat genre is bij mij nooit favoriet geweest. Maar toen ik over een boek begon na te denken, besefte ik dat je maar weinig gegevens nodig hebt voor een dramatisch misdaadverhaal. Je hebt een misdaad nodig en iemand die hem oplost, dat is het. In mijn eerste boek is het misdaadgehalte nog vrij hoog. In mijn tweede boek is het minder en in het vierde boek nog minder. Het gaat mij om de sfeer, de karakters en om verschillende lagen in het verhaal.”

Hoofdpersoon
Matti Rönkä heeft zonder enige twijfel een van de meest originele hoofdpersonen van de misdaadroman gecreëerd. Het is Viktor Kärppä, een Russische emigrant met Finse voorouders – en een man met vele talenten. Viktor is Fin, maar voelt zich verwant met Rusland waar zijn moeder en broer nog steeds wonen.
Viktors detectivebureau in Helsinki neemt alle soorten opdrachten aan. Hij helpt Russen met het invullen van Finse formulieren en werkt voor allerlei dubieuze klanten aan beide kanten van de Fins-Russische grens. Sloebers, kwartjesvinders, oplichters, maffioso, zakenlui, Russische spionnen en Estlandse smokkelaars maken allen gebruik van de diensten van Viktor. Dat maakt hem tot een speelbal van het lot.
Rönkä: “Ik wilde geen afgezaagde hoofdpersoon, geen journalist, geen middelbare politieman met een drankprobleem. Ik wilde dat hij te maken kreeg met een grote diversiteit aan mensen. Dat is kenmerkend voor Finland. Nadat de Sovjet-Unie in de jaren negentig uiteen viel, zijn er veel immigranten naar Finland gekomen. Veel van hen hadden voorouders die uit Finland kwamen. Zij zorgden voor heel wat problemen. De criminaliteit steeg, de prostitutie nam ernstige vormen aan, het drugsgebruik liep de spuigaten uit, de georganiseerde misdaad uit Estland en Rusland kreeg een vinger in de pap in Finland. Kortom, er veranderde veel. Ik besloot mijn hoofdpersoon een immigrant te laten zijn, een voormalige inwoner van Rusland. Dat had nog nooit iemand gedaan. Viktor is 100% Fins, maar opgegroeid in Rusland. Zijn probleem is dat ze hem in Rusland als een Fin beschouwen en in Finland als een Rus. Ik ken de problematiek goed. Ik heb in mijn studententijd veel in Rusland rondgereisd en gezien hoe mensen problemen hebben met hun afkomst. In die tijd heb ik in Karelie ook de mannen leren kennen over wie ik mijn documentaire wilde maken. Daar besefte ik ook dat ik moeiteloos meerdere lagen in een verhaal kon aanbrengen. In een misdaadverhaal is het decor, de couleur locale, van groot belang. Je hebt het drama, de spanning, plus het decor en dat laatste kan bijzonder fascinerend zijn in een misdaadroman.”

Philip Marlowe op z’n Fins
“Maar mijn hoofdpersoon was er eerder dan de achtergrond of wat dan ook. Het grappige is dat ik Viktor nooit als een privé-detective heb beschreven. In Finland kan je niet geloofwaardig over een privé-detective schrijven die misdaden oplost. Zij werken voor verzekeringsmaatschappijen of banken. Maar Viktor is een fixer, een ritselaar, hij organiseert dingen en helpt mensen op zijn eigen, soms wat onwettige, manier. Toen ik nadacht over de openingsscène van mijn boek, kreeg ik allerlei beelden door van een Philip Marlowe-achtige speurder. En met dat beeld in mijn achterhoofd heb ik de scène geschreven. Het is bijna een pastiche, maar niemand in Finland heeft dat opgemerkt of geschreven. Niemand heeft een vergelijking getrokken met de held van Raymond Chandler. Toch is die gelijkenis er wel, zoal jijzelf opmerkt. In The Big Sleep van Chandler moet Marlowe een verdwenen dochter opsporen. In mijn verhaal moet Viktor een verdwenen echtgenote van een antiquair opsporen. Verder is er ook de humor. Ik wilde in het begin een pastiche maken van een misdaadroman in de Amerikaanse hard boiled traditie. Maar ik ben iemand uit een Noordelijk gelegen land, iemand die opgegroeid is in een Scandinavische traditie waarin misdaden niet opgelost worden door eenlingen, maar door groepen politiemensen. En waarin misdaadromans allerlei misstanden in de maatschappij aan de kaak stellen. Immigrantenproblematiek, prostitutie en ga zo maar door. Dus is mijn boek geen pastiche geworden, maar een combinatie van de Amerikaanse en Scandinavische misdaadroman.
In de Amerikaanse traditie zijn het privé-detectives of politiemensen die als loners opereren.
Privé-detectiveverhalen in Amerika hebben veel weg van de oude westerns: een man met een groot rechtvaardigheidsgevoel trekt ten strijde tegen een bende corrupte veedieven of bankrovers die een stadje terroriseren. Het gaat om gerechtigheid. In naam van de gerechtigheid doet hij alles wat verboden is.”

Humor
“Ik houd van humor. Want als ik kritiek heb op de Scandinavische romans dan is het alleen kritiek op de dodelijke ernst waarmee de realiteit wordt beschreven. En dus is het juist niet realistisch, want in het dagelijks leven lachen mensen ook wel eens. In Finland weten mensen dat ze doodgaan. Dat er geen methode is om te overleven. Dus als je daar constant aan denkt, kan je jezelf beter meteen ophangen. Humor is de sleutel om het leven wat aangenamer te maken. Dus komt er in mijn boeken humor voor en is Viktor een sterke, relativerende persoonlijkheid geworden. Zijn humor is melancholiek van aard, maar is voor hem een bruikbare manier om te overleven.
Het mooie van Chandler is overigens dat hij ooit zei: “Als je de laatste 20 pagina’s van een misdaadroman uit het boek scheurt, moet het nog steeds een boek zijn dat je met genoegen leest.” Vandaar dat hij zoveel tongue in cheek-humor in zijn verhaal, maar met name in zijn dialogen en in de beschrijving van zijn karakters, heeft verwerkt. Zijn kleine karakters, de bartender, het sigarettenmeisje zijn ook fantastisch beschreven.Ook zonder de laatste 20 pagina’s beleef je veel plezier aan zijn boeken. Tijdens het lezen van zijn boeken vraag je je regelmatig af: wat was ook weer de misdaad waar het verhaal om draait? En toch is het spannend en leuk.”

Gouden duo
“In mijn boeken heb ik de humor bewust verwerkt: anekdotes, dialogen, spitse beschrijvingen, bizarre situaties. Viktor is laconiek en hij spreekt en beetje ouderwets Fins, hetgeen ook humoristisch werkt, maar wat waarschijnlijk in de vertaling verloren is gegaan. Viktor probeert altijd wanhopig controle te houden over de dingen. Hij is niet spraakzaam. Daarom heb ik hem een soort vriend gegeven, een politieman die de hele tijd door praat. Het is een gouden duo, levend in verschillende werelden, maar elkaar aanvullend.
Viktor alleen zou het niet redden. Dankzij zijn politiemaatje die ouder en wijzer is, en luistert naar zijn intuïtie, weet Viktor een aantal zaken op te lossen of te regelen. Eigenlijk zijn de twee mannen één figuur. De karaktereigenschappen die ik als schrijver nodig heb, zijn alleen verdeeld over twee personen. Aan het einde van het eerste boek beseft de lezer ook dat er tussen deze twee mannen een hechte vriendschap zal ontstaan, ook al noemen ze elkaar geen vrienden.”

Moderne misdaad
“Natuurlijk zijn mijn boeken fantasie, maar om je fantasiewereld vorm te geven heb je verdomd veel feiten en achtergrondkennis nodig. In mijn eerste boek wilde ik laten zien dat er tienduizenden mensen uit Rusland nu in Finland wonen en werken: violisten, doktoren, elektriciens, timmerlieden, bouwvakkers. Ik wilde tonen dat ieder op zijn eigen manier probeert een nieuw leven op te bouwen, maar dat de etnische achtergrond soms in de weg zit.
In mijn tweede boek wilde ik schrijven over de gevaren van synthetische heroïne, een groot probleem in Helsinki. Veel jonge mensen zijn er aan overleden. In mijn derde boek heb ik het over tweede en derde generatie immigranten en in mijn vierde boek heb ik het over de moderne slavernij. Ik bedoel daarmee de uitbuiting van bouwvakkers door projectontwikkelaars en bouwbedrijven. Twee euro per uur betalen ze aan hun illegale arbeiders, schande is het. De georganiseerde misdaad berooft geen banken meer, maar is nu werkzaam in de bouw en andere legale bedrijven. Het is bovenwereld geworden. Ik probeer wel altijd dit soort thema’s te behandelen in mijn misdaadverhalen. Daarnaast probeer ik altijd een stemming te creëren waarin de lezer zich kan verliezen. Mijn vijfde boek was een internationale thriller, maar op lokaal niveau. De problematiek is internationaal, maar het verhaal speelt zich gewoon af rond de leefwereld van Viktor. Ik behandel dus actuele thema’s maar ik predik niet, ik ben geen moraalridder. Ik zeg niet wat goed of fout is. Ik wil wel de ogen van mensen openen, maar niet prediken. Maar de stemming, “the mood” is bijna het belangrijkste dat ik probeer te scheppen.”

Tv-werk en boeken schrijven
“Ik vind het heerlijk om zowel televisiewerk te doen als boeken te schrijven. Als baas ben ik constant bezig met budgetten, evaluatie van mensen, deadlines, gasten voor de shows, voorbereidingen, teksten leren, het houdt nooit op. Veertien uur per dag spanning. Wel leuk omdat je met mensen werkt. Ik heb het nodig. Maar daarnaast is schrijven voor mij de ideale afwisseling. Als ik een boek schrijf, zet ik de dingen op papier die allang in mijn hoofd spelen. Het is dus een ontlasting van de druk. Maar, ik zou niet de druk willen voelen om elk jaar een nieuw boek te moeten publiceren, dat niet. Het gaat namelijk niet om het schrijven zelf, maar om het nadenken over datgene wat je gaat schrijven. Dat is een continu proces in je hoofd, en dat is televisiewerk ook. Jaarlijks een boek zou daarom teveel van het goede zijn. Ik klaag niet, want ik mag me gelukkig prijzen dat ik mijn leven lang werk heb gehad. Werk dat werkelijk zin heeft, waarmee je iets voor anderen kunt betekenen. Dat is een privilege.”



Over de auteur

Kees de Bree

98 volgers
23 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Interview Matti Ronka

 

Gerelateerd

Over

Matti Rönkä

Matti Rönkä

Matti Rönkä (Kuusjärvi, 1959) is een Finse auteur en tevens ...