Interview /
Interview Polina Dasjkova

Het eerste wat opvalt aan Polina Dasjkova is het contrast tussen haar breekbare postuur en haar enorme uitstraling. In de sfeervolle bibliotheek van het Ambassadehotel zit ze tegenover me aan een tafel die uitstekend past in de sfeer van de kamer. Haar intelligente en prangende ogen kijken me aan in afwachting van de eerste vraag…
Dasjkova, geboren (1960) en getogen in Rusland verkocht in eigen land al 30 miljoen boeken. Haar literaire ondergrond is indrukwekkend. Na een studie aan het prestigieuze literaire instituut Gorki werkte ze voor verschillende kranten en magazines waarin ze artikelen schreef over oude en historische literatuur. Uiteindelijk bracht ze het tot vertaalster in het Russische parlement. Haar eerste boek kwam niet uit de lucht vallen. “Ik begon met schrijven op mijn zesde jaar en wilde van kinds af aan schrijfster worden. Voor de tot standkoming van mijn eerste boek schreef ik gedichten, essays, korte verhalen (o.a. sprookjes) en stukken voor het schooltheater. Mijn grootste plezier haalde ik uit het schrijven van een verhaal.
Levensechte inspiratie
Op de vraag waar ze de inspiratie voor haar boeken vandaan haalt, antwoordt ze zonder te aarzelen. “Ik haal mijn ideeën uit het leven zelf, uit alles om me heen. Als schrijver moet je een neus hebben voor details die andere mensen niet eens opvallen.” De karakters in haar boeken kiest Dasjkova zorgvuldig uit. “Mijn hoofdpersonen moeten mensen zijn waar ik mijzelf toe aangetrokken voel. Ik moet immers een behoorlijke tijd met hen doorbrengen als ik een boek schrijf. Als de karakters zwak, stom, sip en saai zijn voel ik me daar niet prettig bij. Mijn hoofdpersonen zijn dan ook altijd sterk, nobel en intelligent.” Dasjkova is een kei in het realistisch neerzetten en het tot leven brengen van de personages in haar boeken. Om dit te bewerkstelligen verdiept ze zich uitgebreid in verschillende karaktertrekken en professionele details die ze haar hoofdpersonen toedicht. “Als de held in mijn verhaal bijvoorbeeld een dokter, is dan moet ik in de huid kruipen van een dokter. Ik lees daar dan veel over en probeer me echt als een dokter te voelen. Is de hoofdpersoon in mijn boek een spion, dan ben ik ook een spion.”
Als ik haar vraag of de sterke karakters misschien een afspiegeling zijn van haarzelf, antwoordt ze ontkennend. “Ik beschrijf mezelf nooit in mijn boeken. Er is een verschil tussen het schrijven van literatuur en een dagboek. Wat ik echter wel doe is gebeurtenissen uit mijn eigen leven in mijn boeken verwerken. Voor elke hoofdpersoon gebruik ik iets van mijn eigen ervaringen of details uit mijn jeugd.”
Ingrediënten voor een goed boek
Hoewel in Nederland pas twee boeken van Dasjkova zijn verschenen heeft ze er al 12 op haar naam staan. Al deze boeken zijn ‘stand alone’s. Het schrijven van een serie komt niet in haar rijtje met ambities voor. “Ik heb geen serie-helden omdat ik van mening ben dat elk verhaal nieuwe karakters nodig heeft. Soms gebruik ik een hoofdpersoon in twee boeken, maar dat is echt het maximum.” Ook het schrijven in de derde persoon is een bewuste keuze. “Als je schrijft vanuit het gezichtspunt van één hoofdpersoon, beperk je jezelf enorm. Je kunt dan slechts door de ogen van die persoon kijken. Je bent verplicht in het hier en nu te schrijven en kunt geen scènes schetsen die je hoofdpersoon op dat moment niet kan zien.”Voor de opbouw van haar verhalen hecht Dasjkova even veel waarde aan de plot als aan de karakters. “Als ik een verhaal heb maar er geen levende mensen in kan plaatsen, dan heb ik niets. Maar, als ik alleen karakters heb en er geen verhaal omheen kan schrijven, sta ik net zo goed met lege handen. Het juiste gebruik van taal, details, psychologische waarheid en research zijn de ingrediënten die elk goed boek nodig heeft.”
‘Schrijversrush’
Het schrijven gaat Dasjkova heel gemakkelijk af zonder dat daar allerlei speciale gewoontes aan te pas moeten komen. “Ik kan eigenlijk overal schrijven, het enige wat ik nodig heb is mijn notebook. Zo heb ik eens gewerkt in een klein hotel waar geen tafel in de kamer stond. Ik ben toen maar gewoon op de vloer gaan zitten en heb mijn computer op het bed gezet.” Dasjkova en haar notebook zijn onafscheidelijk. “Als ik iets in mijn hoofd heb, moet ik dat gelijk op kunnen schrijven, hoe onbelangrijk het ook is. Als ik iets opschrijf wil het niet per definitie zeggen, dat ik het ook daadwerkelijk gebruik. Maar ik moet het wel kwijt. In de trein, in hotels etc. vallen me zoveel details op. De radertjes in mijn hoofd staan nooit stil…
De enige contra-indicatie voor een productieve schrijfdag is ziekte in haar familie (man, kinderen of moeder) of ernstige vermoeidheid.
Als ik haar vraag wat ze het moeilijkste vindt van het schrijversvak antwoordt ze resoluut: “Stoppen met schrijven en deelnemen aan het leven om me heen! In Rusland ben ik een publiek persoon en als er iets gebeurt, moet ik daarbij aanwezig zijn. Soms word ik daar erg moe van.” Toch is het niet verkeerd dat Dasjkova af en toe uit haar ‘schrijversrush’ wordt geplukt. Toen ze de laatste hand legde aan het boek dat onlangs in Rusland verscheen, werkte ze zo geconcentreerd dat ze vergat om te eten. “Ik was alleen in huis en zat in de keuken te werken. Mijn gezin was in ons buitenhuis. Opeens merkte ik dat ik vergeten was om te eten en toen ik de koelkast opendeed was die leeg. Ik belde mijn moeder en zei: ‘Mam, als je niet wilt dat ik doodga, kom me dan alsjeblieft wat te eten brengen’. Gelukkig deed ze dat…”
Van notebook tot (internationale) winkel
Dasjkova werkt gemiddeld één tot twee jaar aan een boek. Dit is afhankelijk van de omvang van het verhaal en de research die er voor nodig is. Na het afronden van een boek overheerst in eerste instantie een gevoel van opluchting. Vooral bij haar laatste ‘pil’ (650 pagina’s) die onlangs in Rusland verscheen, was dat het geval. “Er was een periode dat ik dacht dat er nooit een einde aan zou komen. Tijdens de laatste 150 pagina’s was ik niet aanspreekbaar. Toen ik de eindstreep dan eindelijk had gepasseerd, was het zes uur ’s ochtends en iedereen lag te slapen. Ik begon wat rond te springen en zong zachtjes een liedje voordat ik mijn man wakker maakte en hem het goede nieuws vertelde. In eerste instantie geloofde hij me niet…”
Het afronden van een boek is één, maar de reactie van de lezers is twee. “De periode tussen het afronden van het boek en de daadwerkelijke verschijning in de winkel is een nerveuze periode voor mij.” Haar laatste boek levert nog wat extra stress op, omdat ze de cover zelf heeft ontworpen. “Ik was niet tevreden met de covers van mijn boeken, dus op aanraden van mijn uitgever heb ik de cover van mijn meest recente boek zelf gemaakt.”
Buiten een kritische kijk op de covers van haar boeken, gaat Dasjkova ook heel secuur om met de vertaling van haar boeken in andere landen. De vraag vanuit het buitenland is groot, maar zoals ze zelf zegt:”Ik heb geen haast”.
Op dit moment staat Duitsland aan de top met vijf vertalingen, Nederland en Frankrijk volgen met twee exemplaren. “Het is leuk om in interviews te kunnen zeggen dat je in heel veel landen wordt vertaald, maar ik wil dat er integer met mijn boeken wordt omgegaan. Voordat ik mijn handtekening zet voor een vertaling, wil ik weten wat ze met mijn boeken van plan zijn.” Engeland en Amerika kwamen niet door de kwaliteitscontrole van Dasjkova. “Toen ik een aantal vertaalde pagina’s ontving, wilde ik alles herschrijven…” Natuurlijk vroeg ik me gelijk af waarom Nederland wel de eer van twee vertalingen te beurt viel. “Omdat ik de voorstellen goed vond en vertrouwen heb in mijn agent die de beste uitgever voor me uitkoos.”
Harde leerschool
Uit alles blijkt dat Dasjkova een goede relatie met haar uitgever(s) heel belangrijk vindt. Ik vroeg haar of daar een speciale reden voor is. “Jazeker, ik heb met mijn eerste uitgever heel veel problemen gehad. Buiten het feit dat ze vreselijke covers maakten, wilden ze alleen maar snel geld aan me verdienen. Ze spendeerden geen cent aan promotie dus al mijn succes behaalde ik op eigen kracht. Toen ze door hadden dat ik goed verkocht, besloten ze een serie detectives uit te geven, gezien door vrouwenogen. Ik belandde ook in deze serie vol met b-auteurs.” Bovendien werd Dasjkova financieel niet veel wijzer van deze uitgever. Haar boeken gingen in grote getalen over de toonbank, maar dat was aan haar bankrekening niet terug te zien. “Ik wist niet eens hoeveel boeken ik verkocht en hoeveel de uitgever mij daarvoor moest betalen.” Toen Dasjkova een uitnodiging kreeg om een voordracht te houden in een zeer exclusieve club was de maat vol. “Ik had geen passende schoenen voor zo’n chique gelegenheid. Mijn enige goede schoenen waren opgegeten door de hond. Geld om nieuwe schoenen te kopen ontbeerde ik.” Een telefoontje naar de uitgever leverde haar wel geld op voor nieuwe schoenen, maar was tegelijkertijd ook het einde van de samenwerking. “Ik vertelde mijn uitgever dat het geen normale situatie was dat een populaire auteur als ik niet eens geld had om schoenen te kopen.”
Op eigen kracht
Omdat Dasjkova’s populariteit zonder enige vorm van promotie tot stand kwam, gelooft ze niet echt in dat fenomeen. “Promotie werkt wel, maar voor een korte periode. Literatuur is namelijk een heel speciaal veld. Als een lezer alleen is met een boek vormt hij zijn eigen mening, ook al vertelt iedereen hem hoe fantastisch het boek wel niet is. Het gaat er uiteindelijk om of de lezer het boek goed genoeg vindt om het pagina voor pagina door te werken. Promotie speelt daarbij geen enkele rol.”
Grande Finale
In de twee boeken die ik van Dasjkova las (De zachte tred van de waanzin en Club Kalasjnikov) vielen mij een paar dingen op. Haar boeken bevatten veel verschillende verhaallijnen en karakters waarvan de samenhang in eerste instantie niet direct duidelijk is. Dit levert een extra prikkel op om verder te lezen. Wat hebben al die mensen met elkaar gemeen, is de vraag die je als lezer graag beantwoord wilt krijgen. En het antwoord krijg je. Aan het einde van haar boeken schrijft Dasjkova alle losse eindjes naadloos aan elkaar. Naast de spanning die ze absoluut in haar boeken verwerkt, zijn haar verhalen aangrijpend en heeft ze een prachtige poëtische schrijfstijl. Natuurlijk wil ik graag van Dasjkova zelf horen wat er zo bijzonder aan haar boeken is. In ‘la grande finale’ vraag ik haar dan ook wat nou de typische Dasjkova schrijfstijl is en waarom zij vindt dat mensen haar boeken moeten lezen. Met de beantwoording van deze laatste vraag heeft ze duidelijk het meeste moeite. Na enige aarzeling komt er toch een antwoord. “Ik wil enerzijds iets schrijven wat nog niemand voor mij heeft gedaan en anderzijds probeer ik binnen de klassieke Russische traditie te blijven. Taal is heel erg belangrijk voor mij. Ik vind het een schande om slecht te schrijven omdat Rusland zo’n geweldige literaire traditie heeft. Je kunt beter niet schrijven dan slecht schrijven.” Het gevoel wat de lezers aan haar boeken overhouden, vindt ze heel belangrijk. “Ik wil dat mijn lezers een prettig gevoel hebben als ze mijn boeken dichtslaan. Ik wil in mijn verhalen wel de waarheid vertellen, maar de manier waarop ik dat doe moet niet huiveringwekkend zijn.” Dat ze hierin slaagt, blijkt uit de mooie reacties die ze van haar lezers ontvangt. Toen de host in een televisietalkshow mevrouw Gorbatsjov vroeg wat haar steun gaf tijdens haar zware ziekteproces antwoordde ze:’ Ik lees de boeken van Dasjkova’.” Met een trotse blik in haar ogen sluit Dasjkova het gesprek af met de woorden: “Als ik dat soort verhalen hoor voel ik me heel erg sterk…”
Tot slot…
Aan alles komt een einde, dus ook aan dit interview. Na het nemen van een paar snelle foto’s overhandigde ik Dasjkova de enige echte Crimezonemok, gevuld met oerhollandse zoete en zoute drop. Het strekt te ver om alles dat ik met Dasjkova heb besproken te verwerken in dit artikel. Over de situatie in Rusland voor en na het communistische regime ben ik bijvoorbeeld interessante dingen te weten gekomen. Door het lezen van haar boeken krijg je daar echter ook best een aardig beeld van.
Dasjkova heeft op mij grote indruk gemaakt. Buiten het feit dat ze prachtige boeken schrijft, komt ze over als een vriendelijk, integer en zeer intelligent mens. Hoewel drie kwartier een respectabele interviewtijd is, stond ik voor ik het wist al weer buiten. Eén ding heb ik in mijn leven inmiddels wel geleerd: Als je met interessante mensen praat, kom je altijd tijd tekort!