Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Interview Tana French

door Bert Peene
Kun je als beginnend auteur twee kanjers van misdaadromans schrijven in twee jaar tijd? Voor heel wat aspirant-schrijvers is het een idee om urenlang bij weg te dromen. Helaas blijft het daar vervolgens vaak bij. Maar soms komen dromen uit. Voor Tana French bijvoorbeeld, die in 2007 De Offerplaats schreef en in 2008 al met een nieuwe thriller kwam: De Gelijkenis, die even enthousiast werd onthaald. In datzelfde jaar werd haar debuut bekroond met de prestigieuze Edgar Award voor het beste Amerikaanse debuut. Kan een schrijverschap beter beginnen!
Overigens was die prijs, hoe terecht ook toegekend, een fraai staaltje van Amerikaans chauvinisme. Tana French is namelijk helemaal geen Amerikaanse. Iers-Amerikaans is ze, 32 jaar oud en de wereld was haar speelplaats. Ze woont nu weer al een tijdje in Dublin, waar ze als actrice werkt voor film en theater en, natuurlijk, als misdaadauteur.
























Je bent opgegroeid in Italië, de VS, Malawi en natuurlijk Ierland. Je hebt heel wat afgereisd.
Dat komt door het werk van mijn vader. Hij is econoom en helpt ontwikkelingslanden met wat ze ‘resourcemanagement’ noemen. Hij leert ze hun natuurlijke hulpbronnen zo te gebruiken dat ze niet binnen de kortste keren uitgeput raken. We reisden dus inderdaad heel wat af en ik heb daardoor een fantastische jeugd gehad. Bovendien bleek het later in meer dan één opzicht een geweldige voorbereiding voor mijn carrière als actrice én als schrijver te zijn. Wanneer je om de zoveel jaar je weg moet zien te vinden in een nieuwe cultuur, ontwikkel je een bijzondere opmerkingsgave voor details, voor subtiele codes die overal weer anders zijn. Hoe eerder je die verschillen oppikt, des te beter kun je in een cultuur uit de voeten.

Je hebt bij het toneel gewerkt. Wat doe je tegenwoordig?
Ik ben nu full time schrijver en dat voelt ontzettend goed. Iedere morgen opstaan met in de wetenschap dat je die dag alleen maar bezig hoeft te zijn met iets wat je ontzettend graag doet. Overigens ben ik nog steeds actrice hoor – eens een actrice, altijd een actrice – maar het is weer al een hele tijd geleden dat ik op de planken heb gestaan. Ik mis het best. Ik ben in de loop der jaren gewend geraakt aan het sociale leven dat bij het theater hoort. Je werkt heel nauw met andere mensen samen en na de voorstelling ga je met z’n allen naar de pub. Het is best een vreemde gewaarwording op een doorsnee werkdag niemand anders te hebben om tegen te praten dan mijn eigen spiegelbeeld in het computerscherm. Ik hoop dat ik binnenkort weer wat meer tijd krijg om toneel te spelen.


Betekent dat dat je eigenlijk geen voorkeur hebt voor schrijven of acteren?
Zo heel veel verschil is er niet tussen die twee. In wezen gaat het om hetzelfde: uit het niets schep je een volwaardig, driedimensionaal personage en je probeert het publiek zo goed mogelijk te verleiden binnen te stappen in haar wereld. Schrijven ligt in het verlengde daarvan, zeker het schrijven in de eerste persoon, zoals ik doe. Als auteur moet ik een verteller creëren en alles wat er gebeurt, door zijn of haar ogen weergeven. Je zou kunnen zeggen: wat het personage is op het toneel, is de verteller in mijn boeken. Natuurlijk wordt het allemaal wat gecompliceerder als er meerdere personages tegelijk optreden, maar de techniek blijft hetzelfde. Ik ben mijn oude leraar dramaturgie dan ook nog steeds bijzonder dankbaar.
Wel is het zo dat bij het toneel andere mensen bepalen of je kunt werken of niet. Wanneer je niet gecast wordt, doe je niet mee en daar kun je maar weinig aan veranderen. Schrijven kan ik als ik dat wil, altijd en overal, en dat geeft een heerlijk gevoel van vrijheid.


Hoe kwam je op het idee te gaan schrijven en dan met name misdaadromans?
Ik heb altijd iets gehad met verhalen waarin raadselachtige dingen voorkomen. Volgens mij heeft iedereen dat wel. Van alle literaire genres geven zulke verhalen het best weer wat de essentie van menszijn is. Als een dier in aanraking komt met iets wat het niet kan verklaren, denkt het: ‘Kan ik dit eten?’ en ‘Is het gevaarlijk?’ Is het antwoord op die vragen ontkennend, dan gaat het verder. Mensen daarentegen raken gefascineerd door het mysterie zelf en door het zoeken naar een verklaring; de zoektocht zelf dus. Ik ben altijd op zoek naar wat de dingen om me heen mysterieus zou kunnen maken.
Daarom was het min of meer onvermijdelijk dat ik, toen ik eenmaal het idee voor een boek had, iets raadselachtigs als uitgangspunt zou kiezen. In de tijd waarin het idee voor De Offerplaats ontstond, werkte ik bij een archeologische opgraving; ik had wat tijd tussen twee voorstellingen in. Vlakbij de opgraving was een bos waarin kinderen heerlijk konden spelen. Op een dag vroeg ik me af – en dat bedoel ik met zoeken naar wat de dingen om me heen mysterieus kan maken – wat er zou gebeuren als drie kinderen dat bos in renden en slechts een van hen uiteindelijk weer tevoorschijn kwam. Hoe zou het zijn als dat kind opgroeide in de wetenschap dat hij de oplossing voor dat mysterie met zich meedroeg maar er op de een of andere manier niet bij kon? Ik maakte wat aantekeningen op een stukje papier, stortte me weer op het acteren en vergat het hele idee. Tot ik jaren later middenin een verhuizing zat en dat stukje papier terugvond, onder een hele stapel telefoonrekeningen en onder de jamvlekken. Toen drong het tot me door dat dit geen toeval was: ik wilde iets met dat idee doen.


Met welke schrijvers voel je je verwant?
Ik hou vooral van boeken waarin de grenzen van een genre worden onderzocht. In The Secret History van Donna Tart bijvoorbeeld weet je al op de eerste bladzijde wie wie vermoord heeft en toch is het een adembenemende thriller; spannender heb ik ze zelden gelezen. Ik vind het bovendien een geweldige literaire roman. Ook Dennis Lehane’s Mystic River behoort tot mijn favorieten. Je kunt dat boek moeilijk bij een bepaald genre onderbrengen. Het is zowel een thriller als een sociaal-realistische roman, maar ook een familieroman. En op ieder facet bereikt Lehane een uitzonderlijk hoog niveau. Bijzonder vind ik ook The Talented Mr. Ripley van Patricia Highsmith, waarin je als lezer in zekere zin gedwongen wordt de kant van een koelbloedige moordenaar te kiezen. Deze boeken horen allemaal thuis in het grensgebied tussen fictie en realiteit; een realiteit wel te verstaan waarin mensen verre van perfect zijn, een vat vol tegenstrijdigheden vaak, waarin niet altijd gerechtigheid geschiedt, de waarheid verre van eenduidig is en het zoeken naar de waarheid niet altijd een happy end oplevert. Ze bieden veel minder troost dan de ondubbelzinnige boeken waarin het goede overwint, het kwaad wordt gestraft en alles op de laatste bladzijde netjes wordt opgeruimd. Het zijn de boeken die mij aangrijpen, me bezighouden en ik denk dat je wel kunt zeggen dat ik door deze boeken ben beïnvloed. Misschien niet in directe zin, maar onbewust toch zeker.

Hoe ontstaat bij jou een boek? Maak je van tevoren een opzetje?
Oh nee, overschat mijn organisatorische kwaliteiten alsjeblieft niet. Ik heb vooraf geen idee wat ik ga doen. Wanneer ik aan een boek begin, heb ik een basisgegeven, een verteller en een paar grote potten met koffie. Verder niks. Ik weet zelfs niet wie het gedaan heeft; dat bedenk ik gaandeweg. Ik schrijf als een acteur. Ik begin met de personages en zodra ik die wat beter ken, weet ik wat ze wel en niet zouden doen. Vervolgens ontwikkelt het verhaal zich als vanzelf.
Toen ik begon te schrijven aan wat uiteindelijk De Offerplaats zou worden, wist ik niet of er ooit een boek zou komen. Maar dat kwam er wel en toen ging ik nadenken over een tweede boek. Ik ontdekte dat ik wilde schrijven over keerpunten in iemands leven, over momenten waarop je je realiseert dat het leven nooit meer zal worden zoals voorheen. De Offerplaats gaat over dat ene keerpunt in Rob Ryans leven, waarop hij onder het bloed in het bos wordt aangetroffen, zonder zijn twee vrienden, die spoorloos verdwenen zijn. Maar dit soort ervaringen heeft een normaal mens niet al te vaak in zijn leven en daarom stond ik voor een lastige keus: hem desondanks nog een aantal life-defining situations aandoen, over minder belangrijke zaken in zijn leven schrijven of een andere verteller kiezen. Die laatste was natuurlijk de meest interessante en daarom werd Cassie de verteller in mijn volgende boek. In mijn nieuwe boek treedt Frank Mackey op als verteller, de inspecteur onder wie Cassie ooit als undercover werkte.
Ik heb beslist bewondering voor schrijvers die met een compleet uitgewerkt plan beginnen en precies weten wat er gaat gebeuren voordat ze nog maar aan het eerste hoofdstuk zijn begonnen. Mijn manier van schrijven is erg bewerkelijk. Het kan gebeuren dat ik aan een scène halverwege het boek bezig ben en ineens maakt die ene scène duidelijk dat ik heel hoofdstuk 2 moet overdoen of een heel andere plaats in het boek geven. Helaas is dat de enige manier waarop ik kan schrijven.

Je boeken hebben onmiskenbaar een sociaal-kritische inslag.
De misdaadliteratuur is een van de beste barometers van een samenleving. Zowel voor schrijvers als voor lezers bieden misdaadromans de mogelijkheid een onderwerp te doorgronden waarvan je je normaal gesproken geen voorstelling kunt maken: een mens die een ander mens doodt. Daardoor raken misdaadromans aan cruciale thema’s in iedere samenleving: haar diepste angsten, haar hoogste prioriteiten, de grootste problemen waarmee zij worstelt. American Psycho is daarvan ongetwijfeld het beste voorbeeld. Meer in het algemeen zie je dat terug in de ware explosie van boeken over seriemoordenaars in de VS vanaf 1990. Ik ben ervan overtuigd dat je dat als een reactie kunt zien op het individualisme en de anonimiteit die in voorgaande jaren snel groter geworden waren. Toen mensen meer op zichzelf kwamen te staan, meer door vreemden werden omringd dan dat ze deel uitmaakten van een gemeenschap, zag je steeds vaker een gevoel van ontheemdheid en kwetsbaarheid terug in boeken over wrede, anonieme moordenaars. Thrillers bieden een manier om te begrijpen; niet zozeer het verschijnsel moord in het algemeen, maar het type moord dat kenmerkend is voor een bepaalde samenleving. Met andere woorden: een manier om de angsten, de verlangens en de spanningen van die samenleving te doorgronden.
De laatste tien, twaalf jaar is de economie van Ierland enorm snel gegroeid en dat heeft ervoor gezorgd dat het land sneller veranderd is dan onze geest kan bijbenen. We proberen belangrijke kwesties te begrijpen die met duizelingwekkende snelheid onze kant op komen: bijvoorbeeld hoe ontwikkel je een gezonde houding tegenover geld als je van de ene dag op de andere van straatarm steenrijk wordt? Hoe kun je aloude waarden overeind houden wanneer geld de nationale afgod wordt? Hoe verwelkomen we al die immigranten en maken we op een goede manier gebruik van hun kwaliteiten zonder onze identiteit te verliezen? Problemen zoals in De Offerplaats voorkomen – er wordt een nieuwe snelweg aangelegd, en dat is ook nodig, maar moet die weg werkelijk dwars door een belangrijk stukje erfgoed lopen? – kom je iedere dag tegen. We proberen met z’n allen wanhopig een manier te vinden om verleden, heden en toekomst met elkaar in balans te brengen zonder ze alle drie te vernietigen.
Dit soort spanningen zie je altijd in thrillers en mijn werk is daarop geen uitzondering. Al mijn boeken – De Offerplaats, De Gelijkenis en het nieuwe boek waaraan ik momenteel werk – gaan erover hoe verleden, heden en toekomst in elkaar grijpen, terwijl ze voordurend elkaar opnieuw definiëren; wat er gebeurt als ze met elkaar in conflict komen en wat de wisselwerking tussen die drie met identiteit doet. Wanneer je in het Dublin van de 21ste eeuw woont, spelen die vragen voortdurend. Je kunt ze als het ware iedere dag om je heen voelen, je hebt ermee te maken als je in de straten loopt. En wanneer je over moord schrijft, kruipen die kwesties als het ware onder iedere regel die je schrijft. Ik ben er dus niet op uit de samenleving waarin ik leef te bekritiseren (hoewel, doordat die samenleving met behoorlijk ernstige problemen te kampen heeft, draait het daar soms wel op uit); ik probeer haar te begrijpen.

Hoe realistisch is het tijdsbeeld dat je in beide boeken geeft?
Ik probeer altijd zo ver mogelijk bij de echte werkelijkheid vandaan te blijven. Die bind je als schrijver immers aan handen en voeten. Probeer dus maar niet bepaalde situaties of personen te herkennen. De voorvallen in mijn boeken – neem bijvoorbeeld de rellen bij Knocknaree in De Offerplaats – hebben alleen metaforische waarde.


Een van de belangrijkere thema’s in je werk is Paradise Lost. Evenals in het beroemde gedicht van John Milton schrijf je over de Zondeval, de verleiding van de Mens door, in jouw geval, materialisme en hun verbanning uit het Paradijs. Op een bepaalde manier zijn al je hoofdpersonen buiten het Paradijs geraakt, ze zijn er wanhopig naar op zoek maar ze kunnen het niet meer vinden.
Dat is inderdaad een belangrijk thema voor mij. Iedereen komt op een punt in zijn leven dat hij zijn onschuld verliest. Dat je verbannen wordt uit het Paradijs, door eigen fouten, kwaad dat iemand anders je aandoet of gewoon door pech. Ik denk dat de meeste mensen zelfs meer dan eens die ervaring hebben, op verschillende manieren, en iedere keer is die ervaring even erg. De grote vraag is wat je daarna doet.
Mijn personages gaan daar op verschillende manieren mee om. Lexie in De Gelijkenis laat haar leven achter zich en gaat ervandoor, zo ver ze kan; op zoek naar een nieuw paradijs, waar ze opnieuw kan beginnen. Rob Ryan ontwikkelt een neiging tot zelfvernietiging: zodra hij onder zware druk komt te staan, vernietigt hij alles wat goed is in zijn leven, alleen omdat hij eraan gewend is zo te handelen. De huisgenoten in De Gelijkenis proberen uit alle macht hun eigen Hof van Eden te creëren dat geen buitenstaander ooit zal kunnen vernietigen. Cassie Maddox is een van de weinigen die, zo gauw ze aan de beterende hand is, zich niet richt op het terugwinnen van het Paradijs maar op het vinden van iets in de buitenwereld dat weliswaar beschadigd is maar nog altijd de moeite waard. Zij is de enige die het uiteindelijk redt. Misdaadromans houden zich van nature bezig met de vraag wat waarheid is, wat goed is en wat kwaad. Ik denk dat Paradise Lost het thema bij uitstek is voor iedere misdaadauteur.



Over de auteur

Bert Peene

0 volgers
2 boeken
0 favorieten


Reacties op: Interview Tana French

 

Gerelateerd

Over

Tana French

Tana French

Tana French (1973) is een Ierse schrijfster en actrice. Ze werd geboren in Vermo...