Interview /
Jeroen van Unen debuteert met De Nachtuilen
Hij moest het contract nog tekenen, maar verder was alles in kannen en kruiken, meldde hij. Jeroen is uit de slushpile getrokken door Hannerlie Modderman en Thille Dop, de nieuwe uitgevers van het jeugd- en YA-fonds van Luitingh-Sijthoff. Jeroen is een van de eerste auteurs in dit nieuwe fonds dat door Luitingh wordt opgezet.
Thille Dop, uitgever kinder- en jeugdboeken & YA bij Luitingh-Sijthoff, schrijft:
"Het manuscript De Nachtuilen van Jeroen van Unen kwam van de slush pile vandaan. Meestal zit daar zelden iets tussen wat echt de moeite waard is. Maar Jeroens manuscript en begeleidende brief vielen meteen op. Hij schreef: 'Ik heb tot nog toe redelijk veel positieve reacties mogen ontvangen. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Maar in alle eerlijkheid heb ik er niet veel aan. Ik heb iemand nodig die mij zonder medelijden vertelt wat er niet aan deugt, wat mijn zwakke kanten zijn en waar mijn verhaal nog in kan winnen. Als dat betekent dat ik mijn favoriete stukken moet schrappen, dan is dat alleen maar beter.' Samen met Jeroen zijn we toen aan de slag gegaan en het resultaat is een spannend en eigentijds fantasyverhaal met sympathieke en intrigerende personages, een originele setting en geestige dialogen. Jeroen is zeer gedreven en heeft al veel nieuwe ideeën voor vervolgdelen. Over een paar jaar is Jeroen ongetwijfeld een van de bekendste fantasyschrijvers van Nederlandse bodem voor YA."
De Nachtuilen wordt een vierdelige reeks, waarvan het eerste deel in oktober wordt gepubliceerd. De bedoeling is om elk jaar een volgend deel uit te brengen, zodat de lezers mee kunnen groeien met de boeken. Het eerste deel is gericht op lezers vanaf dertien jaar en in de volgende boeken zal die leeftijd steeds een stapje omhoog gaan. Dat systeem lijkt een beetje op dat van de Harry Potterboeken, waarvan het eerste deel echt een jeugdboek was, maar de serie halverwege een flinke stap donkerder en serieuzer werd.
Alle reden om Jeroen even bij zijn kladden te grijpen voor een interview.
Vertel eens waar De Nachtuilen over gaat.
Jeroen: "Tobias Durana wordt door zijn zus op het vliegveld afgezet. Studeren in het buitenland; een nieuwe ervaring, een avontuur. Die gedachten kan Tobias gelijk vergeten, want hij gaat niet naar Engeland, maar wordt door een privéjet naar de Denari-eilanden gebracht. Een plaats van magie, roddelende inwoners en zijn nieuwe buurmeisje Rika, die “privacy” maar een vreemd concept vindt. Tijdens zijn verblijf op de Denari-eilanden komt Tobias er niet alleen achter dat zijn ouders een geheim leven op deze eilanden hebben geleid, maar ook dat er een profetie bestaat die over hem gaat. Verwachtte iedereen ineens dat hij Drogo — een duistere tovenaar waar hij nog nooit eerder van gehoord heeft — zal verslaan, simpelweg omdat hij een profetie aan zijn kont heeft hangen? Tobias denkt er het zijne van en moet niets van die onzin hebben. Vastberaden om achter het geheim van zijn ouders te komen, begint hij aan zijn magische avontuur. Want hoewel iedereen lijkt te weten dat zijn ouders van de eilanden zijn gevlucht, kan niemand hem vertellen waarom. Of voor wie"
Wat lees je zelf graag?
Jeroen: "Van kinds af aan ben ik een liefhebber van fantasy geweest. Ik groeide op met Harry Potter van J.K. Rowling, las mezelf scheel aan the Sword of Truth-serie van Terry Goodkind en was daarnaast ook gek op een aantal populaire Manga-series, zoals Death Note, Code Geass en Bakuman. Na het lezen van Christopher Paolini’s Inheritance Cycle ging er een wereld voor me open, want ondanks dat ik veel las, had ik nooit stilgestaan bij het feit dat ik ooit schrijver zou kunnen worden. Dat was voor mijn gevoel iets wat alleen andere mensen deden. Verrassend genoeg is mijn favoriete boek geen fantasy. The Perks of Being a Wallflower van Stephen Chbosky vind ik een meesterwerk. Het geeft een bijzondere en eerlijke kijk op de wereld. Zelden heb ik me zo in een hoofdpersonage kunnen inleven. Een absolute aanrader!"
Waar kwam de inspiratie om te schrijven vandaan?
Jeroen: "Toen ik erachter kwam dat Christopher Paolini 15 was toen hij Eragon schreef, besloot ik in een opwelling om ook te gaan schrijven. Ik was 19 en had nog nooit van mijn leven een verhaal geschreven. Uiteraard begon ik met een veel te moeilijk idee en schreef ik mezelf in drie hoofdstukken klemvast. Een paar weken later besloot ik een tweede poging te wagen. Ik begon zo simpel mogelijk: de protagonist gaat naar een vliegveld — dat was het enige wat ik wist voordat ik met schrijven begon. Tot op de dag van vandaag vind ik het nog steeds moeilijk om te benoemen waar de inspiratie voor De Nachtuilen precies vandaan kwam. Het boek is voor mij een langdurig leerproces geweest, ontstaan vanuit een simpel gegeven. Bij bijna elk idee dat ik kreeg, moest ik het hele verhaal herschrijven. Al dat herschrijven zorgde ervoor dat ik in een nachtuil veranderde. Ik begon vaak rond 1 uur ’s nachts en stopte pas als buiten de vogels begonnen te fluiten en de zon tussen de gordijnen door scheen. Wat een herrie maken die beesten!"
Hoe gaat het schrijven van deel twee? Verloopt het anders nu je weet wat er met je manuscripten gaat gebeuren?
Jeroen: "Dat kun je wel zeggen! Ik had al een ruwe versie van het tweede deel geschreven voordat mijn manuscript van De Nachtuilen anderhalf jaar geleden door Hannerlie Modderman uit de zogenaamde ‘slush pile’ werd gehaald. Ik dacht dat ik goed op schema lag, maar daar bleek ik me flink in te vergissen. Onder begeleiding van Hannerlie herschreef ik De Nachtuilen nog eens drie keer. In die tijd leerde ik beter schrijven en de ware betekenis van geduld (understatement!). Nadat de rust in mijn schrijfkamer terugkeerde, herlas ik mijn tweede boek. Diezelfde nacht gooide ik het in de prullenbak. Het was duidelijk dat ik op een andere manier te werk moest gaan dan ik gewend was. Ik maakte een outline voor de hele serie, die vier boeken zal tellen, en begon een maand later met een frisse start aan het tweede boek. Weten dat je uitgegeven gaat worden is geweldig, maar tegelijkertijd ook ontzettend spannend. Als je niet goed genoeg je best hebt gedaan, stuurt Hannerlie je jouw manuscript terug, dat rood ziet van de aantekeningen, en dan weet je dat je de komende maanden tijdens het herschrijven weer naar die rotvogels moet luisteren"