Stevige kritiek op nieuwe magieverhalen van J.K. Rowling

Op de fansite Pottermore.com verscheen afgelopen dinsdag het eerste deel uit het vierluik De Geschiedenis van Magie in Noord-Amerika. Tot morgen wordt elke dag een nieuw deel gepubliceerd.

Het eerste deel - dat de periode van de veertiende tot de zeventiende eeuw beschrijft - werd enthousiast ontvangen door Rowlings vaste schare fans. Er was echter ook veel kritiek. Die kwam met name uit de hoek van de gemeenschap van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika, de Native Americans. Die maakt bezwaar dat Rowling schrijft over ‘skin walkers’. In de legende van de Navajo-indianen zijn dat kwaadaardige heksen of tovenaars die in een dier kunnen veranderen. 

Volgens J.K. Rowling komt die legende voort uit feiten. 'De Animagi-indianen offerden familieleden zodat ze het vermogen om te transformeren zouden verkrijgen. De meerderheid van de groep nam zelfs dierlijke vormen aan zodat ze niet mee moesten jagen of om aan vervolging te ontsnappen.'

De schrijfster kreeg op Twitter de vraag voorgelegd of de skin walkers nu goed of slecht waren. Zij antwoordde: 'In mijn tovenaarswereld waren er geen skinwalkers, die legende werd gecreëerd om tovenaars te demoniseren.' Dat antwoord was tegen het zere been van velen. 'Het is niet uw wereld. Het is onze - echte - wereld. En u kunt een levende traditie van een gemarginaliseerd volk niet zomaar opeisen. Dat staat gelijk aan kolonialisme', schreef dr. Adrienne Keene, een professor gespecialiseerd in de Native American-gemeenschap, op haar blog. Ook op Twitter weerklonk veel kritiek. 'Hoe kan je bewust duizend jaar aan cultuur demoniseren?'

De vierdelige serie moest een voorsmaakje worden op de film Fantastic Beasts and Where to Find them - een prequel op de Harry Potter-verhalen - die bij ons in november in de zalen verwacht wordt.

Bron: Nieuwsblad