Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Nachtvlinder (30)
Ingrid: De schellen vielen van mijn ogen.
Voordat ik je vertel wanneer ik het liefst schrijf Anita, moet ik eerst iets opbiechten. Het zit zo: Ik heb lang mijn ware aard ontkend. Klinkt serieus hè? Was het niet hoor, maar ergens in mijn pubertijd ging het wel een beetje fout. Zoals zoveel pubers wilde ik me afzetten tegen mijn omgeving en anders dan anders zijn. Tegelijkertijd wilde ik ergens bij horen, want zo dapper was ik nu ook weer niet. Ik werd ‘punk’ en leefde het bijbehorende nachtleven. In mijn romantische pubervisie vormden mijn vrienden en ik een club van creatieve geesten die ’s nachts tot leven kwam en de meest bijzondere avonturen meemaakte. Wat later ging ik basgitaar spelen in een band en bracht ik mijn avonden en nachten repeterend, optredend of doorzakkend door. Heel regelmatig zag ik het licht worden na een lange inspirerende nacht.
Totdat het me begon op te vallen dat veel van die nachtvlinders alsmaar bleven rondvliegen in hun eigen cirkeltjes, geen progressie vertoonden en dat een sommige eigenlijk best serieuze problemen hadden op het gebied van werkloosheid, geldgebrek, verslaving of nog erger. De schellen vielen van mijn ogen. Dat gebeurde overigens pas toen ik al een eindje in de twintig was, sommige mensen zijn nu eenmaal hardleers. Ik besloot dat het tijd was voor iets anders. Ik gooide mijn basgitaar in een hoek en stortte me op werk, opleiding en hardlopen. En toen ontdekte deze voormalige nachtvlinder iets wat een grote schok teweegbracht bij mezelf en bij de mensen die me kenden:
Ik ben een ochtendmens.
En niet zomaar eentje. Ik ben een ochtendmens van het allerergste soort. Lang voordat de wekker afgaat, lig ik met wijd open ogen te wachten op het moment waarop ik uit mijn bed mag springen om de ontbijttafel te dekken voor verkering en kroost. Die zeldzame keren dat ik de gelegenheid heb om uit te slapen, lukt het me met de beste wil van de wereld niet. Op mijn kantoordagen stap ik om 07.30 uur fit als hoentje in de trein en verzet ik in de uren daarna moeiteloos bergen werk. Het is dan ook logisch dat ik mijn schrijfmomenten ook bij voorkeur in de ochtenden plan. Ik ben dan scherp, doorzie dingen, leg verbanden en heb mijn meest creatieve ideeën. Toen ik ooit een paar dagen in het huis van een vriendin logeerde om ongestoord te kunnen schrijven, zat ik om half zes ’s ochtends al achter de laptop. Dat zegt genoeg, denk ik. Het nadeel van mijn ware aard is dat er zo tegen een uur of vier ’s middags het beste wel weer van af is. Daarom plan ik in de avonden de makkelijkere schrijfactiviteiten, zoals lezen, corrigeren of herschrijven van teksten. Zolang ik rechtop aan een tafel zit, gaat het redelijk goed, maar als ik na 20.00 uur de fout maak om even rustig op de bank te gaan zitten of liggen, kan ik er donder op zeggen dat ik na een minuut of vijf in slaap gesukkeld ben.
Niemand, inclusief ikzelf, kan zich voorstellen dat ik ooit een nachtvlinder was. Dat ik überhaupt ooit later kon opblijven dan 23.00 uur… Onvoorstelbaar! En toch was het zo. Ik zweer het je.
Anita, je vraag maakte blijkbaar zoveel bij me los dat ik niet ben toegekomen aan je andere vraag of ik schrijfrituelen heb. Zou je die vraag misschien over jezelf willen beantwoorden? Volgens mij heb jij er wel een aantal. Klopt dat? Ik verheug me er nu al op om erover te lezen.