Blogpost:
Adri Smits
De aard van 't beestje
Tijdens een fietstocht in de Alpen verongelukt de fietsmaat van de hoofdpersoon van De aard van ’t beestje op tragische wijze. Jaren later besluit hij de onheilsplek nog een keer te bezoeken om te kijken wat dat losmaakt.
Daarmee staat hij voor het dilemma: vertelt hij zijn huidige fietsmaat over zijn plannen?
De nachttrein die fietsvakanties in de bergen mogelijk maakte, wordt uit de dienstregeling geschrapt. In De aard van ’t beestje grijpt de ik-figuur – namen worden in het boek niet vermeld - deze kans om langs de plek te gaan waar zich een persoonlijk drama heeft afgespeeld. Met deze nachttrein vertrok de hoofdpersoon jaren eerder samen met zijn vriend voor een fietsvakantie in de Alpen.
Deze vriend verongelukt op tragische wijze in een afdaling. Als in de daaropvolgende jaren mensen uit zijn omgeving hem vragen wat het voor hem heeft betekend, verwart zijn eigen reactie hem. Zijn verhaal kan hij rationeel, vrij emotieloos vertellen, terwijl hij ziet dat het bij die ander wel degelijk indruk maakt. En hij stelt zichzelf de vraag of het misschien goed is om de onheilsplek opnieuw te bezoeken.
En maakt hij zijn bedoeling dan bekend aan zijn huidige fietsvriend? Stel dat de confrontatie met het verleden een emotionele gebeurtenis wordt, moet die vriend dan niet zijn voorbereid? Of misschien wil die vriend helemaal niet naar die plek toe. Het levert een reisverhaal op waar verschillende gebeurtenissen worden gekoppeld aan de zoektocht naar het wel of niet aanwezige verdringings- of verwerkingsproces.