Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Istvan Kops

Dromend over een meesterwerk/Een ode aan Londen

Swiss Cottage... Maida Vale... Barking... De namen van de metrohaltes schieten als in een waas voorbij terwijl ik in een metrostel in hoog tempo rammelend en grommend door de onderwereld van Londen wordt getrokken. Die namen nemen soms mythische proporties voor me aan. Ik weet - althans vermoed - dat als ik op een van de voornoemde stations zou stoppen en me via de eindeloos lijkende roltrappen naar boven zou laten brengen dat ik dan in een heel gewone woonwijk aan zou belanden met van die typische arbeiderswoninkjes waar het Verenigd Koninkrijk het patent op lijkt te hebben, misschien een kroeg waar de plaatselijke blue collars het stof van de dag met grote pinten bier wegspoelen, maar zolang ik onder de grond blijf duurt het sprookje voort. Bij Swiss Cottage stel ik me een landschap voor met alpenweiden, grazende koeien en kaasboerderijen, bij Maida Vale een vallei waar een maagd in een kasteel er op wacht om gered te worden door een dappere ridder en Barking, nou ja, dat zou gewoon een plaats kunnen zijn waar veel blaffende honden rond lopen. Oh ja, en er is ook nog een halte Baker Street. Gerry Rafferty heeft daar ooit eens een klassiek popnummer over geschreven, al zal ongetwijfeld zo'n beetje elke Nederlander van onder de dertig geen flauw idee hebben waar ik het nu over heb.

Het Engelse metrostelsel is trouwens een wereld op zich. Even een paar kale feiten. De totale lengte van alle sporen is 408 kilometer, er zijn 11 lijnen en 275 stations en er maken maar liefst tussen de 3 en de 3,5 miljoen passagiers dagelijks gebruik van. Verder is het het oudste metrostelsel ter wereld, de eerste metro reed al in 1863. Deze naakte cijfers zeggen op zich echter weinig over de London Tube zoals de Londenaren hun eigen metro noemen. Het eigen en unieke van deze wonderlijke ondergrondse wereld zit hem in de buitenissigheden die je hier aantreft. Wees niet verbaasd wanneer je op een station op een metro staat te wachten en de omroeper aankondigt dat de eerst volgende metro in afwijking van het dienstschema niet zal stoppen en hij dan vervolgens toch stopt. Stap gerust in. De omroeper zit er ongeveer 95 procent van de tijd naast. Zelfs wanneer je metro wegrijdt hoor je nog de aankondiging herhaald worden dat deze metro niet zal stoppen op het station waar je zojuist bent opgestapt. Het omgekeerde geldt net zo goed en eigenlijk zelfs des te dringender. Stap vooral niet uit wanneer je al in een rijdende metro zit en een aankondiging volgt dat de metro in afwijking van de dienstregeling niet verder rijdt dan de volgende halte. Echt, je bent de enige die uitstapt en de metro rijdt daarna gewoon weer door. Als je niet behoorlijk voor lul wilt staan en als een argeloze toerist over wil komen dan knoop je dit goed in je oren. Van rolstoelvriendelijke faciliteiten hoef je niet veel te verwachten. De standaard opmerking 'Mind the gap' blijkt in de praktijk een bijzonder rekbaar begrip. Er moet bij het in- of uitstappen in de metro niet alleen een grote stap voorwaarts worden genomen, maar ook afhankelijk van de vraag of je in- of uitstapt een behoorlijk grote stap omhoog of omlaag. Het perron is op sommige plekken gemakkelijk een halve meter hoger dan de vloer van de metro. Je hebt bijna een polsstok en een Sergej Boebka-achtig talent nodig om de sprong naar het perron te maken. Oké, enigszins gechargeerd natuurlijk, maar het plaatje zal duidelijk zijn.

De logica van dit alles? Niemand die het met zekerheid weet, maar er zijn maar weinig Londenaren die zich hier het hoofd over zullen breken. Dat is het mooie aan Londenaren. Ze ergeren zich maar aan weinig dingen en klagen bijna nooit. Als daarentegen in Nederland een metro of een trein uitvalt dan klaagt de Nederlander steen en been op die onbetrouwbare NS, als het regent dan klaagt de Nederlander over het weer, als de zon schijnt en het warm is trouwens ook. De Londenaar daarentegen haalt zijn schouders op en gaat onverstoord door met zijn leven. Het is bijna alsof hij extra energie krijgt van obstakels en andersoortig ongemak.

---

Threadneedle Street... Cheapside... Poultry.... Ship Tavern Passage... De gekke namen zetten zich bovengronds voort. De geschiedenis van de stad komt nog altijd terug in de namen van haar straten. Vooral in de City of London zie je veel van deze tot de verbeelding sprekende straatnamen. Er is weliswaar nog maar weinig in de city dat aan vroegere tijden doet denken (het is nu de plek waar veel moderne gebouwen en wolkenkrabbers de lucht in rijzen en waar mannen in grijs maatpak met lattes en frappes zich voort haasten over de trottoirs), maar dit is tegelijk ook de plek van waaruit Londen historisch is gegroeid. Voordat een fel uitslaande brand in een plaatselijke bakkerij in de 17de eeuw een einde maakte aan de toenmalige city die helemaal uit houten gebouwen bestond gaven de straatnamen aan welke ambachten hier vroeger werden uitgevoerd. Helaas is er weinig van de oude stad bewaard gebleven, maar hier en daar zie je toch nog wat prachtige oude pandjes staan. Ik loop hier dan ook graag een paar uurtjes rond. De tegenstellingen geven dit gebied van Londen een onverwachte dynamiek. Een oud, klein, kerkje en dan direct daarnaast het gigantische industriële gebouw dat het hoofdkwartier van Lloyd's herbergt.

---

In Londen nemen ze kerst erg serieus. Mijn favoriete tijd van het jaar om Londen te bezoeken is in de kerstperiode die einde november al begint. Neem de tijd eens voor een wandeling over Oxford Street, Regent Street, Carnaby Street, Bondstreet en Covent Garden en je krijgt het idee alsof je in een kerstsprookje terecht bent gekomen. Overal vrolijk verlichte straten en kerstlichtjes die vrolijk flonkeren in de etalages van de grote warenhuizen en de luxere boetiekjes. Je ziet zelfs politie agenten met een hertengewei en verlichte belletjes op rondwandelen. Als je dan ook nog op de achtergrond een grote M&M-store en een dubbeldeksbus met een poster van Charlie and the Chocolate Factory voorbij ziet komen rijden is het plaatje compleet. Het is net alsof je een Coca Cola reclame bent binnengewandeld. Het enige dat er aan ontbreekt is een dik pak sneeuw in de straten. Maar goed, we hebben het natuurlijk wel over Londen. De kans op een witte kerst is hier nog veel kleiner dan in Nederland. Zelfs de eekhoorns doen hier geen enkele moeite om een winterslaap te houden. Als je door Hyde Park wandelt dan zie je ze nog net geen trendy zonnebril op zetten. Ik vraag me wel eens af wat hun Amerikaanse soortgenoten van ze zouden denken. Desalniettemin kan het best guur zijn tijdens de wintermaanden. Geen echte Siberische kou weliswaar, maar van die waterige kou waar ze hier het patent op te lijken hebben. Van die typische Britse 'drizzle', een mottige fijne regen waar je desalniettemin helemaal van doorweekt kunt raken. En dan is de Londenaar echt op zijn best. Je ziet hem of haar de schouders rechten en met een extra energie en verende tred door de stad wandelen. Zelfs met temperaturen van net boven de nul en de bekende miezerregen zie je de mensen hier regelmatig met korte broeken over straat wandelen. En om het plaatje voor de Nederlander nog wat verwarrender en excentrieker te maken, meestal dragen ze dan ter compensatie een muts en een goede winterjas.

Er zijn maar weinig dingen die me niet aan Londen bevallen, zeker niet aan Londen rond de kerst. En toch zijn ze er. De Duitsers staan bekend om hun Gluhwein, je weet wel, van die zoete opgewarmde troep. Ik vraag me af wie ooit heeft verzonnen dat verwarmde wijn een goed idee was, maar ik vind het eigenlijk nog veel onbegrijpelijker dat er mensen zijn die dit op vrijwillige basis drinken. Hoe dan ook, de Britten hebben het briljante plan bedacht om iets te maken dat nog weer veel walgelijker is dan 'mulled wine', zoals het hier heet. En dat is... Ik krijg het bijna niet uit mijn mond, maar oké, het is 'mulled cider'. Cider is van dat citrusbier dat op zich al niet te drinken is (al schijnen sommige mensen daar anders over te denken). Dus ja, mensen, ze drinken hier warm citrusbier. En dan heb ik het dus voor alle duidelijkheid niet over het lauwe bier dat ze hier voor je inschenken, maar over echt heel warm bier... dat ook nog eens naar citrus smaakt.

Londenaren zijn dus wel het een en ander aan gekkigheid gewend. Soms komt het echter voor dat ook zij van hun a propos worden gebracht. Toen ik vorige kerst een Costa binnen wandelde en ik aan de toonbank op mijn latte wachtte, stond er een meisje met een grote kerstmuts achter me die haar bestelling plaatste. Of beter gezegd, ze deed dat drie keer. De barista die haar hielp dacht haar telkens verkeerd te verstaan. Ik kan hem goed begrijpen, want dat dacht ik zelf ook. Ze wilde namelijk een muntthee met een vanillelikeur. Je kunt veel over Londenaren zeggen, maar ze respecteren hun thee. Toen het besef van de bestelling eenmaal bij mij en de barista was geland, keken we haar gezamenlijk met grote ogen en open mond aan. Ze vond deze aandacht niet onverdeeld leuk en pruttelde dat ze 'not crazy' was. De Barista keek me nadat ze nog verder napruttelend was verdwenen aan en zei - alsof dat alles verklaarde - dat ze Deense was. Hij herkende het aan haar accent. Ik zei niet veel terug, was bang dat ik me met mijn accent als nog zo'n vreemde continentale Europeaan zou verraden en dat ik door eigen toedoen dit moment van ouwe jongens krentenbrood te snel zou laten vervliegen.

---

Ze zeggen dat een stad voor een groot deel door haar bewoners wordt gedefinieerd. Nu wil het geval dat er veel verschillende nationaliteiten hun woonheil in deze prachtige stad hebben gevonden en de stad doet alleen al om die reden erg kosmopolitisch aan. Toch zijn er wel een aantal grote gemene delers of gemeenplaatsen zo je wilt te vinden waar je altijd een gesprek over kunt voeren. Het weer, het voetbal, het bier. Over het bier kan ik alleen al een heel onderwerp vullen. Naast de gebruikelijke bieren op tap als de Carling, de Foster en de Tetleys heeft ook bijna iedere bar wel een aantal 'guest ales', dat bij voorkeur op lauwwarme temperatuur dient te worden geconsumeerd. Terwijl ik de zoveelste pub uit wandel en snel een drukke straat oversteek, zie ik op een grote aanplakposter aan de overkant van de straat Beertje Paddington me met een blij en vrolijk gezicht aanstaren. Hij heeft er alle reden toe. Zijn avonturen zijn te zien in een twee uur durend spektakel in een IMAX theater. Natuurlijk, denk ik. Het komt me in deze omgeving allemaal volstrekt logisch en vanzelfsprekend voor.

---

Terwijl ik dit allemaal zo opschrijf denk ik er aan hoe fijn het zou zijn om mezelf fulltime met schrijven bezig te houden. Het maakt me eigenlijk niet eens zoveel uit waarover. Ik zou jullie zoals ik nu doe dit verhaal over Londen kunnen vertellen. Hoe kan het leven nou beter zijn dan de hele dag in pubs te besteden. Onderwijl een beetje schrijven, een beetje lezen, dingen op internet zoeken. Een stad als Londen schept inspiratie. Ik kan hier rondlopen en zoveel dingen zien waarvan ik denk, ja!, daar valt een heel verhaal over te vertellen. Liever wandel ik echter niet te veel rond, een uur in de frisse decemberkou en daarna weer naar een volgende pub. De uren vliegen voorbij en ik ben volstrekt content met de situatie. Lekker warm, allerlei verschillende 'guest ales' op tap. Ik verlang niet veel meer dan dat. Nou ja, misschien toch eigenlijk wel. Een eigen woonruimte in Londen, kijk, dat lijkt me wel wat! Het hoeft niet veel te zijn, ik zou al genoegen nemen met een kleine zolderkamer. Een plek waar ik me 's avonds terug kan trekken en dan nog wat filosoferen over het stadse leven, een drankje erbij en nog wat verder tikkend aan een meesterwerk waarvoor uitgeverijen in de rij zullen staan. Maar nee, dat is toch te bescheiden. Een mens moet ten slotte durven te dromen, nietwaar? Liever nog zou ik een groot kapitaal pand ergens in Notting Hill hebben met een stuk of acht kamers. Acht kamers, is dat niet ook weer wat overdreven?, zou de lezer kunnen denken. Nou, wat mij betreft niet echt. Een woonkamer, een slaapkamer, een mooie grote keuken en eetsalon, een logeerslaapkamer, en dan nog drie kamers om vol te zetten met grote monumentale boekenkasten. En, 'last but not least' een leessalon met een lange leestafel vol met kranten en in de kasten flessen cognac en humidors vol sigaren. Ik drink niet eens cognac noch rook ik sigaren, maar - fuck it! - het gaat om het idee.

Het zal inmiddels duidelijk zijn dat ik van Londen hou, van de stad, van haar inwoners, van haar gebouwen, van haar parken, ja, zelfs van haar weer. Ik probeer haar elke jaar op zijn minst een keer te bezoeken. Na mijn laatste kerstverblijf in Londen zit ik weer in de metro naar St. Pancras om mijn trein terug naar Nederland te halen en zie op een bankje tegenover me een leuke vrouw met een kerstmuts op. Ik overweeg wat te zeggen, en breng het uiteindelijk tot een: 'that's a beautiful hat.' Een zweem van een glimlach. Ze zegt: 'thank you.' Even lijkt het er op dat ze nog wat meer gaat zeggen, maar ze doet er toch het zwijgen toe. Net voordat ik mijn metro verlaat hoor ik haar stem. 'Hey, I wish you a very merry christmas and a happy new year.' De zweem van daarnet is verdwenen en ze vraagt of ik volgend jaar weer in Londen ben. Ja, dat denk ik wel. Eigenlijk weet ik het wel zeker.

Reacties op: Dromend over een meesterwerk/Een ode aan Londen