Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Bohse

GoPro (2)

Mijn vrouw weet meer af van digitale spullen dan ik, maar niet zóveel meer. En zo kon het gebeuren dat ze de GoPro even uit de weg moest leggen toen iemand haar belde - diezelfde GoPro waarmee ik laatst nog de uitspattingen van onze huishond had vastgelegd en die ze nu snel wou opbergen voor ik hem stiekem tóch in de slaapkamer zou opstellen. Wat ze niet doorhad toen ze dat ding op een bijzettafeltje zette, was dat ze daarbij onvermoed op de opnameknop drukte. Klassieker, toch?
‘Hé, hallo, dag ma,’ zei ze terwijl ze ging zitten met haar rug half in beeld. ‘Alles ok?’
Dat scheen wel zo, want ze vervolgde:
‘Mooi. En dat laatste verhaal dat je zoon je heeft gestuurd? Heb je het al uit? Hij zit werkelijk op hete kolen, ma, hij wil dolgraag horen wat je ervan vindt. Om eerlijk te zijn, ik ook. Gék word ik van zijn gezeur over het uitblijven van feedback. Sinds een week praat hij over niks anders.’
Korte stilte.
‘Ja, ma, wij hebben het gelezen,’ zei mijn vrouw dan. ‘Nee, niet alleen ik - de kinderen ook. Wat zeg je? Ja, zelfs de jongste. Wij moeten altijd álles lezen, ma, en ook altijd meteen, anders wordt hij onzeker en hoogst ongenietbaar. Maar wat vond jij ervan?’
Hierop luisterde ze een hele tijd knikkend naar wat er werd verteld aan gene zijde.
‘Natuurlijk, dat beseffen wij ook wel, ma,’ reageerde ze ten slotte. ‘Nee, hij niet uiteraard, dat spreekt.’
Weer een uitleg aan de andere kant. Telkens kort, met onderbrekingen van mijn vrouw.
‘Nee, ma, dat kan je hem niet vertellen. Nee, ma, dat ook niet. En dát al zeker niet - in godsnaam, ma, denk nou even na! Als je hem dat vertelt, mag ik hem daarna bij elkaar vegen! Je kent hem toch?’
Volgende uitleg. Lang.
‘Ben je gek? Nee dat doe ik niet, vergeet het maar. Daar zou ik het eind niet van horen! Ik wil mijn huwelijk nog enkele jaren één en ondeelbaar houden, al was het maar voor de kinderen.’
Uitleg, opnieuw kort.
‘Dat weet ik allemaal wel, ma, maar het probleem is dat hij dat niet doorheeft. Hij is er heilig van overtuigd dat het allemaal een kwestie is van doorzettingsvermogen en van geloven in jezelf. Hij vertelt me vaak genoeg hoe al die uitgevers zich voor de kop zullen slaan zodra de eerste 100.000 exemplaren de deur uit zijn. Maar hij zal niet natrappen, zegt hij, zo is hij niet, hij is oud en wijs genoeg om niet in die val te trappen. Ja, ok, dat weet ik ook wel, ma, maar hij beweert dus van niet. Nee, dat ook niet, nee. Hij zal gewoon een vriendelijk mailtje sturen naar al die hufters die zijn talent niet bijtijds correct hebben herkend, met de welgemeende raad om zo’n stomme fout geen twee keer te maken, tenminste niet als ze hun flutuitgeverij relevant en overeind willen houden. En hij zegt ook aldoor dat hij zijn succes bescheiden en waardig zal dragen, zonder leedvermaak om al die onbekwame sukkels in de grachtengordel die niet eens in staat zijn om de letters van het alfabet in de juiste volgorde te leggen. Want ik doe niet aan Schadenfreude, zegt hij dan. Nee, daar schijnt hij boven te staan - nooit iets van gemerkt, maar goed.’
Stilte.
‘Nee, ma, dat helpt ook niet. Hij heeft al twee of drie cursussen gevolgd. Zelfs ooit eens zo’n peperdure retraite gedaan ergens in Puglia. In Italië is dat, ja. Maar echt, ik zie geen verschil, al sla je me dood. Hij blijft worstelen met elementaire dingen als structuur en leesbare zinnen. Om je de hele waarheid te vertellen: eigenlijk worstelt hij met alles wat van een willekeurige hoop woorden een samenhangend verhaal kan maken. Met hem gaat het doorgaans alle richtingen uit - niet alleen in dit soort dingen trouwens, maar dat ga ik hier nu niet bespreken met zijn moeder. Je hebt met dit laatste verhaal toch zelf weer kunnen lezen hoe de zaak ervoor staat, niet? En dan bedenkt hij ook nog eens de vreemdste namen en situaties, ma, je houdt het niet voor mogelijk. Laatst kwam hij aanzetten met - hou je vast - Flurk en Flork. Flurk en Flork, ma. Dan weet je het wel, dacht ik zo. En hij zeurt aldoor over verbeeldingsliteratuur en alternatieve werelden waar niets is wat het lijkt en iedereen de hele tijd op zoek is naar een hoger niveau van bewustwording of magische sleutels waarmee je allerlei dingen kan openmaken. Of waar iemand met een oedipuscomplex en een duister hart een half continent wil laten ontploffen - of genadeloos wil knechten voor eigen gewin, dat kan ook, het is allemaal nogal inwisselbaar. Maar als hij zijn ideeën dan begint uit te leggen, heeft het allemaal veel meer weg van de gesloten afdeling van een gekkenhuis dan van een alternatieve wereld. Wat zeg je? Heel eerlijk? Tussen jou en mij? Nee. Absoluut niet. Geen greintje, als je het mij vraagt. Maar dat blijft tussen ons, ma - als je hem ooit vertelt dat ik zoiets heb gezegd, dan krijg je de kinderen nooit meer te zien, zelfs niet op je verjaardag of met kerstmis. Wat? Nee, daar moeten we ook niet op hopen, want ik zie eigenlijk niks van evolutie, dus dat gaat geen verschil maken. Inderdaad ja, je slaat de spijker op de kop. Echt waar, volgens mij voeren we exact ditzelfde gesprek over tien of twintig jaar gewoon opnieuw.’
Op naar een volgende langere uitleg.
‘O ja, ik begrijp je wel, hoor,’ reageerde mijn vrouw plots weer. ‘Natuurlijk ligt dat moeilijk, zeker voor jou als moeder, dat snap ik maar al te goed. Maar luister, ma, ik heb gelukkig al wat ervaring in die dingen. Wat als ik nu eens een paar dingetjes zou uitschrijven en die dan naar je doorstuur? Je weet wel, een soort van script of scenario voor als je hem aan de telefoon hebt? En als hij dan lastige vragen begint te stellen, dan lees je min of meer af wat ik heb opgeschreven. Ik weet nu eenmaal wát hij wil horen en hóe hij het wil horen. Nee, da’s geen enkele moeite. Om je de waarheid te zeggen, ik doe het ook een beetje voor mezelf. Goed, ma, dat is afgesproken, dan regelen we het zo: ik stuur jou vandaag nog een mailtje en ik zal hem zeggen dat hij over enkele dagen een telefoontje van jou over zijn verhaal mag verwachten. Perfect. Ja, da’s goed. Dat zal ik doen. Ok, tot spoedig, ma. Hou je taai, daag.’

 
Ik schakelde het scherm uit en rolde het datakabeltje op, in gedachten verzonken.
Maar als iemand nu denkt dat ik na zo’n vertoning de moed laat zakken, stap dan maar in de ring en kom mijn handschoen aantikken voor ronde 2, want dan kennen jullie me slecht. Dergelijke tegenslagen prikkelen me net, daar word ik alleen maar sterker van. Trouwens, problemen en tegenvallers bestaan niet, enkel kansen en uitdagingen, zoals ik jaren geleden heb opgepikt op een tweedaagse cursus van een vroegere werkgever die het goed met me voorhad. Dus kom maar op met jullie helse legioenen van ongeletterde afvalligen met hun kortzichtige, neerbuigende kritiek. Bring it, baby. Bring it. Ik kan wel wat hebben.
En dan nog iets dat me van het hart moet: ik heb ooit ergens gelezen dat Stephen King zijn eerste manuscript na de zoveelste afwijzing moedeloos in de papiermand mikte en dat zijn vrouw het er nadien weer uitviste en opstuurde naar een uitgever. En de rest, zoals iedereen weet, is geschiedenis.
Moraal van het verhaal: trouw vooral met de juiste vrouw, want de verkeerde kan je zomaar 100.000 verkochte exemplaren kosten.
Of als je werkelijk een pechvogel bent, de nobelprijs voor de literatuur.

Reacties op: GoPro (2)