Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Istvan Kops

Interview Martin Jansen in de Wal

07-09-2015 door Istvan Kops 1 reactie
e9dcd73e1c09ad67e2acbcfedb17b86c.jpgAangezien Hebban van plan is om vertalers wat meer in het zonnetje te zetten, leek het me passend om een interview van stal te halen dat ik op 25 mei 2015 met Martin Jansen in de Wal had. Het hiernavolgende is de letterlijke tekst die ik eerder heb geplaatst op de bloggerswebsite http://dethriller.blogspot.nl/2015/05/interview-martin-jansen-in-de-wal.html

Martin Jansen in de Wal is een naam die vermoedelijk weinig mensen iets zal zeggen. Noem je echter John Grisham, Tom Clancy, John Sandford en Harlan Coben, dan gaat waarschijnlijk bij meer mensen een belletje rinkelen. In een aantal van hun boeken zul je de naam Martin Jansen in de Wal tegenkomen. Hij is namelijk degene die de boeken van deze beroemde schrijvers in het Nederlands heeft vertaald.

Ik vroeg mij al heel lang af wie die vertalers zijn die maandenlang op een boek zitten te ploeteren, zodat wij Nederlandse lezers van de boeken van al die bekende namen kunnen genieten. Krijgen ze eigenlijk wel genoeg aandacht voor het werk dat ze doen? Als ik met hem afspreek voor een interview, is zijn eerste reactie wat afhoudend. 'Wat heb ik nou helemaal te vertellen?' Als ik hem vraag of dit te maken heeft met bescheidenheid, of met zijn denkbeeld over het vak als vertaler, antwoordt hij dat hij in de afgelopen tweeëntwintig jaar heeft gemerkt dat lezers gewoon weinig of geen belangstelling hebben voor vertalers. ‘Dat is verder niet erg, maar vertaler is zeker geen glamour-beroep.’

Praat je wel eens met collega vertalers of met andere mensen over je vak?
Collega-vertalers spreek ik vrijwel nooit. De meeste vertalers zijn eenlingen. Die zoeken elkaar niet op. Ik spreek wel met de bureauredacteurs van de uitgeverijen; zij zijn mijn contactpersonen.

Hoe wordt iemand eigenlijk vertaler en wat is jouw achtergrond?
Ik heb altijd geschreven. Toen ik begin twintig was schreef ik verhalen en zelfs een roman, maar dat werd niks, bleek al snel. Ik heb kilo’s manuscripten opgestuurd naar diverse uitgevers en ben ze - als ik erop terugkijk - dankbaar dat ze het nooit hebben uitgegeven, want ik zou me nu kapot schamen als ze dat wel hadden gedaan.

Was het zo erg?
Ja, echt, maar ik ben daarna altijd wel blijven schrijven, voor kranten en tijdschriften, populairwetenschappelijke artikelen over anatomie en sportvoeding, en reclameteksten, als copywriter, wat eigenlijk mijn opleiding was.

Hoe ziet de gemiddelde werkdag er van een vertaler uit?
Die begint voor mij 's morgens heel vroeg, vanaf een uur of zes, zeven, of ’s zomers vaak nog vroeger. Ik zet een pot koffie, bekijk het nieuws op internet en ga meteen aan het werk.

Stel je jezelf een doel voor de dag? Moet je bijvoorbeeld een bepaald aantal woorden of pagina's halen?
Ik maak altijd een werkschema. Als ik mijn deadline heb, weet ik hoeveel bladzijden ik per dag moet doen. Dat probeer ik dan minimaal te halen, en als het goed gaat, werk ik soms nog wel even door. Maar meestal hou ik om een uur of twaalf op. De rest van de dag gaat op aan vrije tijdsbesteding.

Is vertalen een eenzaam beroep? Je zei net al dat je weinig contact met collega’s hebt.
Dat klopt en daar moet je tegen kunnen, of misschien moet je het zelfs wel leuk vinden.

Heb je tips voor mensen die overwegen om vertaler te worden?
Je moet tevreden zijn met je status als vertaler, die heel eenvoudig en minimaal is. En je moet discipline hebben. Als je er van wilt leven, is vertalen niet iets wat je er zo maar bij doet. Je kunt niet 's avonds nog even een paar uur wat vertalen. Voor mij is het een fulltime job, minstens 40 uur per week. Je moet produceren.

Hoe komt een vertaler aan zijn werk? Zoeken uitgevers jou op of vraag je zelf om bepaalde boeken of auteurs?
Ik ben begonnen door uitgevers aan te schrijven. Ik kreeg een paar proefopdrachten en daarna mijn eerste hele boeken. Na een stuk of vijf relatief onbekende auteurs mocht ik de eerste David Baldacci vertalen en kort daarna een John Grisham, een half boek, samen met een andere vertaler, want het moest heel snel klaar. En niet lang daarna heb ik een Robert Ludlum vertaald. Die bekende namen hielpen me weer om nieuwe opdrachten te krijgen. Soms kreeg ik per jaar wel tien boeken aangeboden, terwijl ik er maar vier of hooguit vijf kon doen.

Heeft het vertalen van misdaadromans invloed gehad op je manier van lezen?
Ja. Ik heb lange tijd heel veel misdaadromans gelezen, maar nadat ik ze ging vertalen, ging dat niet meer echt onbevangen. Ik ging tijdens het lezen steeds meer op details letten en probeerde zelfs te bedenken hoe de Engelse tekst er achter de vertaalde had uitgezien. Je echt laten meeslepen door het verhaal is er dan niet meer bij.

Je zei dat de rol van vertaler anoniem is en dat je daarmee tevreden moet kunnen zijn, maar tegelijkertijd denk ik dat de vertaler medeverantwoordelijk is voor hoe het boek eruit komt te zien. Een andere vertaler zou misschien een andere keuze van woorden hebben gemaakt, waardoor de toon van het boek anders wordt.
De verteltoon kan per vertaler verschillen. Ik kom soms zinnen tegen waarvan ik denk: zijn die niet iets te letterlijk uit het Engels overgenomen? En dialogen zijn erg belangrijk. Die bepalen mede de kleur en de toon van het boek. Op de inhoud van het boek heeft een vertaler natuurlijk geen invloed. De plot verandert uiteraard niet als een boek door vertaler A of B wordt vertaald, maar de lezer kan een boek door een andere toonzetting wel net iets anders ervaren.

Soms kom ik fouten tegen in de interpunctie. Is dat dan een fout van de vertaler of van de redactie?
Van allebei, denk ik. Als ik klaar ben met de vertaling doe ik mijn eigen controle - op papier, niet van het scherm - en daarna wordt het door nog twee mensen gecontroleerd, maar het komt helaas voor dat er soms kleine foutjes in blijven zitten.

Wat zijn voor jou de fijnste stukken om te vertalen? Dialogen of meer beschrijvende passages?
In beschrijvende passages zit vaak het meeste werk: dingen opzoeken, wikipedia, Google Maps en afbeeldingen, enzovoort. Dialogen vind ik leuk om te doen en ik wil die echt laten klinken zoals mensen ze uitspreken. Met een natuurlijk ritme en in normale spreektaal. En variëren, want als er bijvoorbeeld een misdadiger aan het woord is, spreekt die meestal geen algemeen beschaafd Nederlands, of het Amerikaanse equivalent daarvan. Een arts of politicus praat weer heel anders. Ik vind het leuk om daar aandacht aan te besteden.

Is het moeilijk om specifieke straattaal of bepaalde taalgrappen te vertalen?
Grappen zijn het moeilijkst. Grappen en woordspelingen. Daar gaat veel tijd in zitten en soms moet je zelfs een Nederlandse equivalent bedenken, maar als het lukt, is het weer extra leuk.

Grijpt een vertaler nog wel eens terug naar een woordenboek?
Ja, een paar keer per week. Als ik een woord tegenkom waarover ik twijfel, zoek ik het wel even op. Meestal heb ik dan een paar mogelijkheden waar ik dan uit kan kiezen, al naar gelang de context waarin het staat.

Heb je wel eens schrijvers ontmoet die je hebt vertaald?
Nee. Ik heb wel twee keer de kans gehad, met David Baldacci en Harlan Coben, maar dat is beide keren niet doorgegaan. In het geval van Baldacci weet ik niet precies meer waarom niet, en bij Harlan Coben werd het bezoek ineens naar een andere dag verplaatst, waardoor het fout liep. Ik heb wel e-mailcontact met schrijvers gehad: Jeffery Deaver, Steve Mosby, Robert Crais en de zoon van John Sandford. (Sandford zelf wordt heel zorgvuldig ‘uit de wind gehouden’.)

Zijn er schrijvers die je nog zou willen vertalen?
Nog heel veel. Alle goede schrijvers, uiteraard. Binnenkort hoop ik weer een paar bekende namen aan mijn lijstje te mogen toevoegen.

Zijn er zaken die je zelf graag over je vak wil vertellen?
Ik denk dat je als vertaler zelf het plezier in je werk moet zien te vinden. Die zit voor mij in de taal. Bezig zijn met taal vind ik gewoon heerlijk. Wat ik ook graag kwijt wil, nu ik de kans krijg, is dat vertalers vaak verwijten krijgen over dingen waar ze helemaal niets aan kunnen doen. Mensen zijn bijvoorbeeld ontevreden over de afloop van een boek en de vertaler krijgt dat dan in de schoenen geschoven.

Serieus?
Ja, dat heb ik zelf meegemaakt. Of het verwijt dat een bepaald onderwerp onvoldoende is uitgediept. Maar ja, dat is de verantwoordelijkheid van de schrijver. Ik kan er geen stukken bij gaan verzinnen.

Schrijvers hebben soms last van een writer’s block. Heb je zelf ook wel eens dat je helemaal vast zit in een stuk tekst of een boek?
Ik heb wel eens boeken waar ik moeilijk doorheen kom, maar gelukkig gebeurt dat maar zelden. Hooguit een keer of vijf op een totaal van ruim honderd boeken.

En wat doe je dan? Een paar stevige koppen koffie?
Gewoon stug blijven doorwerken. Als je een opdracht aanneemt, verbind je je voor tweeënhalf tot drie maanden, dat moet je goed in gedachten houden. Dus als je een boek aanneemt en algauw blijkt dat het je niet bevalt, heb je gewoon pech. Dan ga je een paar minder leuke maanden tegemoet.

Je zei dat je soms wel tien boeken per jaar kreeg aangeboden en dat je er maar vier of vijf kunt vertalen. Hoe kies je dan?
Tien per jaar was in de ‘betere’ tijd, voor de vertaalde Engelstalige misdaadroman, bedoel ik. Maar gelukkig word ik nog steeds benaderd voor bekendere auteurs van wie ik al weet hoe ze schrijven. Maar ik vind het ook leuk om een debuut te vertalen.

Maakt het voor een vertaler verschil als hij een schrijver mag vertalen waarvan hij al eerdere boeken heeft vertaald?
Een flink verschil. Ik heb inmiddels twintig boeken van John Sandford vertaald. Dus afgezien van het eigenlijke verhaal weet ik wat ik ongeveer te lezen zal krijgen. Ik ken de stijl, de personages, en ik weet dat Sandford vaak lange, in elkaar overlopende zinnen maakt. Kortom, ik weet wat ik min of meer kan verwachten. Dat werkt prettig.

Is het voor jou belangrijk dat het boek dat je vertaalt je ook als lezer aanspreekt?
Het liefst wel, maar het kan niet altijd. Het liefst zou ik alleen boeken vertalen die ik zelf ook geweldig vind, maar dat heb ik niet altijd in de hand. 

Is het zo dat wanneer er een nieuw boek van een bepaalde schrijver verschijnt de uitgever als eerste aan jou denkt?
De uitgever wil graag dat een auteur een vaste vertaler heeft, mits die zijn werk goed doet, uiteraard. Dat betekent dat ze bij schrijvers als Harlan Coben en John Sandford regelmatig bij mij terechtkomen, wat ik heel fijn vind.

Stel nou dat een bepaalde reeks deels door jou en deels door een ander is vertaald. Is dat voor een lezer te merken?
Er zijn verschillen, maar het gaat dan echt over details. Daar zul je als lezer niet altijd erg in hebben. Er zijn veel goede vertalers.

Wat merk je als vertaler van de inkrimping van de boekenmarkt?
Wat betreft opdrachten heb ik daar tot nu toe nog niet zo veel van, gelukkig. Ik beschik niet over cijfers, maar ik heb wel de indruk dat Amerikaanse of Engelstalige misdaadromans de laatste jaren minder populair zijn. We zitten nu in de Nederlandse golf en daarvoor hadden we de Scandinavische golf, die eigenlijk nog steeds voortduurt, maar over een paar jaar kan die situatie natuurlijk weer heel anders zijn.

Zijn er auteurs die nog niet zijn vertaald of die niet meer vertaald worden en waarvoor je graag aandacht wil vragen?
Van sommige auteurs vind ik het werkelijk heel jammer dat ze niet langer worden vertaald. James Lee Burke en Ken Bruen, allebei favorieten van me en allebei auteurs die met gemak vier of vijf sterren scoren in allerlei recensies (noot van interviewer: Martin heeft de complete verzameling van beide auteurs in zijn boekenkasten staan). Ik begrijp niet waarom daar geen nieuwe boeken van in het Nederlands verschijnen. Ik kan in elk geval niet geloven dat niemand die boeken meer zou willen lezen.

Nadat het interview is afgerond mag ik in de uitgebreide platencollectie van Martin snuffelen en als ik iets interessants tegenkom een aantal elpees lenen. Zijn collectie bestaat uit een paar honderd exemplaren en enkele daarvan stemmen me zeer gelukkig. The Beatles (Revolver en Abbey Road), John Hyatt, Eric Clapton (461 Ocean Boulevard), David Bowie (Ziggy Stardust), Isaac Hayes (Hot Buttered Soul) om er maar een paar te noemen. Ik draai ze bijna elke avond.

Bronvermelding foto: Rob Minnaar

Reacties op: Interview Martin Jansen in de Wal