Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Ees de Winter

Literatuurcollege

Literatuurcollege

Niet bij een universiteit, maar toch: ik loop college. De bieb in Ridderkerk organiseert een literatuurcollege voor ervaren lezers die op zoek zijn naar literaire verdieping. Een vijftiental doorgewinterde leesbeesten, van dik vijftigplus tot ver in de zeventig, komen iedere maand in een zaaltje achter in de bibliotheek bijeen. Hoe beoordeel je een roman? Het sublieme in de kunst. Hoe lees je poëzie? De schrijver Julian Barnes. Westerse cultuurgeschiedenis. Wat is de invloed van de Griekse en Romeinse klassieken op de hedendaagse literatuur? Neerlandicus Kees Voorbij doceert het allemaal vol passie en met theatrale gebaren. Van onze leeftijd is Kees. Al zijn haar heeft hij nog. Krullend. Maar wel spierwit. Gehuld in een witte toga en de blote voeten in sandalen gestoken zou hij niet opvallen in het oude Rome, ook niet als hij daarbij zijn bril met knalrood montuur op had.
Met enige schroom had ik me opgegeven, bang dat ik de enige man zou zijn. De vooronderstelling is dat voornamelijk de wat oudere vrouw nog een boek leest. In Ridderkerk klopt dat dus niet. We zijn met zes man sterk.
Ik zit aan een tafel met twee vrouwen van onbestemde leeftijd. Ze gedragen zich of ze weer in de schoolbanken zitten. Kwebbelen over de al dan niet uitgevoerde opdrachten en wat verder spontaan in hen opkomt. Op de middelbare school zat ik met vijftien jongens en twee meisjes in een klas. Het ene meisje had een gehoorapparaat en de ander ging halverwege het derde leerjaar van school. Ze was zwanger. Aan die twee meiden doen mijn tafelgenoten me denken. Niet dat ze doof zijn en zwanger kunnen ze al helemaal niet meer worden, of ze moeten naar zo’n dokter in Italië gaan. Het zijn gewoon schoolmeisjes. Leuke, dat wel. De enige gymnasiast in onze groep is een gynaecoloog in ruste. Geen Italiaan, maar een rust uitstralende Hollander. Die aan zijn kapsel te zien maar twee keer in een jaar naar de kapper gaat. Hij bezit een lapje grond in Zeeland. Het is onbeteeld. Iedere week is hij er een dag. Om te spitten. Hij vertelde dat hij graag in de grond woelt. Naast de vrouwenarts zit een lieve vrouw met zilvergrijs haar. Ze lijkt me zo’n oma die haar kleinkinderen vol stopt met worteltjes en radijzen en hen af en toe een verantwoord jeugdboek cadeau doet. Ze steekt regelmatig haar hand op omdat ze iets wil zeggen. Het wordt nooit opgemerkt. Ze dringt niet verder aan en bladert daarna in de boeken die voor haar liggen. Zonder er in te kijken. De vrouw met het zwarte rattenkopkapsel kwam slechts één keer. Ze droeg slingeroorbellen met tientallen kleine koperen muntjes. Rinkelende oorbellen vind ik sexy. Deze oorhangers rinkelden niet. De rattenkop vond Metamorfose van Ovidius zwaar. Ze had het boek dan ook al snel weggelegd. Niemand in de groep was het met haar eens. Juist luchtig en speels. Nee, ze bedoelde niet de inhoud. Fysiek. Het is een zwaar dik boek om vast te houden. Een grote vrouw met een driekwartbroek en huzarenlaarzen geeft ons te pas en te onpas literair verantwoorde leestips. Aan haar kleur knallende bijous te zien leest ze zelf de Margriet. Met de enkel van het ene been op de knie van het andere en zijn hoofd gebogen luistert een geheel in donkerblauw gehulde man intens naar Kees Voorbij. Soms corrigeert hij de docent of vult hem aan. Als hij is uitgesproken staart hij met een glimlach naar de punt van zijn schoen. Hij weet veel. Naast hem zit een oude man met een witte kuif. Witter dan die van Voorbij. Het haar staat alle kanten op. Coupe pluischrysant. Hij heeft de uitstraling van een gemoedelijke pater Dominicaan. Een gedichtenman noemt hij zichzelf. Op de volgende bijeenkomst moeten we een gedicht dat ons aanspreekt voordragen. Als ik hem was zou ik kiezen voor Het Volle Leven van Judith Herzberg.
Zullen we
zei ze
samen
in een groot bed
in een hotel-
kamer
gaan liggen
met pyjama’s
aan en
dan de knecht
taart
laten brengen?
Dat is hij ten voeten uit. Al zal hij vrees ik dit gedicht never nooit voordragen. Daarom doe ik het maar. Het past ook wel bij mij.

Reacties op: Literatuurcollege