Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Deborah van Duin

Mild zijn voor jezelf. De debuutbundel van Odile Schmidt

Bespreking van Op falende furiën, mieren en ander leven van Odile Schmidt (Uitgeefhuis De Manke God, 2023)

De debuutbundel van Odile Schmidt beweegt zich in twee soorten van ruimte. In het eerste deel gaat het om ruimte in wiskundige zin. De lyrische ik zit vast in rolpatronen en is bang om de cirkel te doorbreken. Want 'er is veel op vrouwen gestempeld / hoe kom ik van de blauwdruk af / ik dacht door te lezen'. Maar lezen en stilletjes observeren blijkt niet de oplossing. Ze heeft haar hele leven al gezwegen; ze was degene die wel mocht zingen maar nooit anderen overschreeuwen. In het vijfde en laatste deel is de ruimte de ruimtelijkheid van het Noord-Hollandse landschap geworden. De drie tussenliggende delen verwoorden een persoonlijke odyssee waarin ze, gedreven door een nieuwe liefde, de stap uit haar huwelijk kan zetten maar vooral zichzelf durft neer te zetten, 'het persoonlijke verhaal mijn muziek / accepterend dat ik weinig weet zelfs van mezelf'. Ze leert beseffen dat ook zij kan leven, hoe ingewikkeld dat ook blijkt te zijn.

In de veertig gedichten, gelijkelijk verdeeld over de vijf delen, zijn verschillende terugkerende metaforen te vinden, vaak in de vorm van tegengestelde paren. Allereerst die tussen papier en lezen enerzijds en stem en muziek anderzijds. Ook het baren komt vaak terug. Het is de belichaming van haar rol als moeder ('ik schik me als bijrijder') maar ook het symbolische begin van haar nieuwe leven ('iets is gebroken, het vlies'), waarmee het waardevolle in haar oude bestaan niet wordt gebagatelliseerd maar een nieuwe fase ingaat. Een andere metafoor is het huis, als iets wat stevig staat of dat in elk geval hoort te doen. Een huis is gesloten, een 'containerhaven', met gordijnen die het gevoel geven van een gevangenis. Het hutje dat ze in gedachten op het strand van wrakhout bouwt is fragiel, rust nog op haar besluiteloosheid. Tegelijkertijd is een huis ook iets wat veiligheid biedt, wat ze beseft als ze een ultimatum krijgt om te vertrekken: 'ik loop de zee in, niets blijft van me over / dan dozen met boeken op het strand'. Want de angst om de stap te zetten is groot als je jezelf levenslang hebt gezien als iemand die alleen maar stilzwijgend kan falen.

Ik ken de dichter een aantal jaren via Facebook en herken in deze dichtbundel aspecten van haar leven en denken, die me doen vermoeden dat de lyrische ik op veel punten samenvalt met haarzelf. De plek van haar vader in haar leven, de verhuizing en ook de gebeurtenissen waarnaar verwezen wordt in 'Toekomstmuziek' kan ik bijvoorbeeld plaatsen. Maar vooral herken ik het vrijwilligerswerk in de Hortus van Den Helder en de vreugde van het voordragen van gedichten, twee zaken die ook de lyrische ik in de bundel helpen om vaste grond onder de voeten te vinden.

Die vaste grond is niet spectaculair: 'ik ga mezelf niet veroveren als een onontdekt continent'. Liefde en gehoord worden lossen niet alle problemen in het leven op. De transformatie die ze doormaakt vindt ook niet plaats in één grandioze flits van inzicht. Het is eerder een moeizaam proces van accepteren dat je heen en weer geslingerd wordt, dat er allemaal weinig logica in zit, dat je alle angst en twijfels te accepteren hebt. In dit proces leert ze met compassie naar zichzelf kijken, 'als een ongrijpbare / wandelvriend'. Het resultaat van haar transformatie is dat ze met trillende handen op een podium staat, een gedicht voordraagt en aan zichzelf kan toegeven dat ze succes heeft. Bepaald geen zingen of schreeuwen dus. Er is ook niets mis met woorden, met denken of met de geest. Doen is alleen beter: 'op zee en achter dijken loopt men niet op fragiele benen'.

De opbouw van de gedichten volgt haar reis vrij logisch. De x en de y in het eerste deel (Onderhevig aan functies van x en y) gaan langzaamaan voor vrouw en man staan. De man is geen dader. Wel is de vrouw impliciet ondergeschikt: ze ondersteunt, haar rol is door anderen geschreven. In het tweede deel (Ik kan slechts falen) komt meer tastzin en geluid. Deze acht gedichten gaat over de moeilijkheid van het loskomen uit het vertrouwde. De brave en loyaal thuis wachtende Penelope is nog geen Odysseus geworden. In deel 3 (Mislukte liefdes of gedichten) is het loskomen een feit. Het oude is passé. In dit deel en ook het volgende (Verzoeningsruimte) is sprake van veel tegenstrijdige gevoelens en ook herinneringen, waarbij de context voor de lezer niet altijd duidelijk is. Misschien laat het zien hoe de kernthema's in je leven een nieuwe plek moeten krijgen. Er komt daarnaast een nieuw element in: de oorlog in jezelf. Er wordt een parallel getrokken tussen, enerzijds, de neiging onvergevend te zijn jegens jezelf en je falen en, anderzijds, de neiging anderen in de wereld de schuld te geven van oorlog en ellende. Die neiging is kinderlijk, het is ook een vorm van vluchten: 'oorlogen dienen / gevochten of gesmoord in hun vet'. Enkele metaforen die ik hier trof (waaronder die van de muur) kwam ik verder niet tegen, waarmee dit gedeelte ook in dat opzicht wat los van de rest staat. Ten slotte, in het vijfde deel (Wereld delen) zijn we in het heden, het voelen, in de Noord-Hollandse zeelucht.

De samenhang in de bundel helpt de lezer om de lijntjes te leggen tussen metaforen en associaties die, als je je zou beperken tot het lezen van enkele losse gedichten, regelmatig ondoorgrondelijk zouden zijn - tenminste voor mij als weinig ervaren poëzielezer. Naast tamelijk abstracte gedichten zoals 'Fragiele mythe' en 'Stenigen' is er soms ook een rake humor te vinden:

in dit bed achter de gesloten deur baarde ik
alsof ik vanzelfsprekend was, je krijgt geen diploma's
voor in jezelf praten
en moederschap
geen oorkonde
je kunt niet op je CV zetten dat je jarenlang slaapwandelde

De titel van de bundel blijft me bevreemden, vooral de mieren, die misschien staan voor de neiging van de lyrische ik om te observeren en de geest ondergeschikt te laten zijn aan het echt leven. De achterflaptekst vormde voor mij geen logische brug naar de bundel als geheel, maar ik maak er in elk geval uit op dat de dichter mensen die voor een vergelijkbare keuze in hun leven staan een hart onder de riem wil steken. Op falende furiën, mieren en ander leven geeft een stem aan vrouwen die zich afvragen waar zij in al die jaren van vrouw-en-moeder-zijn zélf zijn gebleven, maar net zo god aan anderen die op een punt in hun leven zijn gekomen dat ze de zekerheid van patronen willen inruilen voor het ongewisse.


Een recent interview met Odile Schmidt naar aanleiding van de bundel is te vinden op Meander.

Reacties op: Mild zijn voor jezelf. De debuutbundel van Odile Schmidt