Blogpost:
hendriksjerry
Nee ga weg. Je zit me te dissen! Literatuur?
Afgelopen vrijdag had ik een online vrijmibootje met mijn neef, je weet wel, die uit mijn vorige blog “Hoe groot is de kans ... toeval, synchroniciteit, plagiaat?”.
Biertje erbij en gewoon een beetje ouwehoeren via het internet. Ondanks dat je tegen een beeldscherm aankijkt toch gezellig.
We bespreken op zulke momenten van alles, soms serieus dan weer met tranen in onze ogen van het lachen, maar er zijn twee onderwerpen die altijd vast op onze officieuze agenda staan, muziek en boeken! En omdat dit een blog over schrijven en boeken is zal ik jullie niet vervelen met onze meningen over de hedendaagse populaire muziek. Dus wil ik jullie meenemen in een vermakelijk gesprek over … tja waarover ging het nou eigenlijk … ?
Het begon zo. Mijn neef vroeg zich serieus af of er iets mis met hem was. Nu is hij prettig gestoord maar dat beschouw ik niet als een tekortkoming, dus vroeg ik hem wat hij bedoelde.
“Nou,” zei hij “dat zal ik je vertellen Jer. Ik ben een roman aan het lezen, volgens de kenners een briljante, epische, moderne klassieker van een schrijver die op eenzame hoogte staat … maar … ik kom er niet doorheen Jer! Het leest gewoon niet, het is alsof ik de algemene voorwaarden van een notariskantoor zit te lezen.”
Ondanks de paar drankjes was ik nog steeds scherp en reageerde heel gevat: “Oh, oké ...”
“Nee niet oké! Want nu vraag ik me af of er iets mis is met mij, of met al die mensen die het zo’n geweldig geschreven boek vinden?”
Ik bleef scherp: “Smaken verschillen.”
“Smaken verschillen? Nee, nee Jer, dit heeft niets met smaak te maken, dit heeft te maken met zinnen zo lang als een halve pagina. Hak op de tak. Ik kan er geen touw aan vast knopen! Dus ben ik nou achterlijk of …”
“Tja achterlijk ben je niet, dus ...”
“Nee! Nee toch?”
“Ja ik vrees van wel.”
“Nee ga weg. Je zit me te dissen! Literatuur?”
“Yep!”
“Shiiiit …” hij nam een lange teug van zijn biertje en smakte met zijn lippen. “Dus ik zit literatuur te lezen.”
“Yep! Grote kans.”
“Heb jij dat ook wel eens gehad?”
“Ja. Boek ligt nu stof te verzamelen naast mijn bed.”
“Oh? Wat was dat dan?”
“De Duivelsverzen.”
“Van Rushdie?” “Yep. Twaalf pagina’s.”
“Hmmmm … twaalf pagina’s maar?”
“Yep.”
“Dan heb ik gewonnen. Zit nu op pagina honderdzeventien.”
“Goed hoor. Ben je nu weer blij?”
“Ja voel me gelukkig een stuk beter. Elvis blijft toch een gigant!”